VT.
Afdeel.
LXXJl»
H oofdstuk.
%a-yèder.
Oofcboomen. In zyn drooge Exemplaar wa-
ren de Toppen naar den Hoofdftam omge-
boogen. De geheele Oppervlakte vondc zyn
Ed, overdekt met eene Kalkagtige Korst,
Door weeking in een Zuur Vogt dit bekleed-
«el weggenomen zynde, kwamen, in de gezegde
Knoppen, de Polypen te voorfchyn, die
aan het Lighaam van het Dier door eene dunne
Vleezige zelfstandigheid gehecht waren. „ Dee-
j, ze Vleezige zelfftandigheid , zegt h y , die
, , het midden van den Stam o f het voornaam*
9, fte Lighaam van het Dier uitmaakt, kunnen
sa wy gemakkelyk door het midden van de
,, Stammen en Takken der Hoorngewasfen
„ heen , wanneer het Kalkagtig bekleedzel
s» weggenomen is , vervolgen” ,
Van dit Zee-Gewas is een Twygje door
M a h s ig l i afgebeeld, lang zynde vyfcien
Duimen. Hy hadt het van de Kust van Afrik
a , by Kaap Negro, daar de Koraalvisfche-
ryëp zyn , gekreegen , en de Visfchers verhaalden
hem, dat men ’er ontzaglyke Boomen
van vondt , wier Takken altemaal Vederagtig
waren, Van Schors beroofd , was het Gewas
Olyfkleur , doch , met de Schors gedroogd,
bleek g e e l, waar uitblykt, zegt hy, dat het
z e lv e , verfch zynde, Roozekleurig moet zyn.
Volgens zyne Afbeelding door ’t Mikroskoop,
Zyn de Takjes omringd van v y f holle Buisjes,
die in de langte loopen , doch om den Steel
$1§ tqegebopden zyn , waar door zy zig
Knoopswyze vertoonen. Ik heb een Twygje V l.
daar van, dat meer dan anderhalf Voet o f
agttien Duimen lang is , en op het diklte als Hoort-
een dunne Pennefchaft, geelagtig wit van stuk.
Kleur. De Knoopjes in hetzelve zyn verder Fedtr*
van elkander en komen ook in andere opzigcen
meer met de Afbeelding van den Heer E l l i s
overeen. Van hetzelve is hier in Fig. 1 , op
Plaat CX X X I I , een Takje in de Natuurlyke
grootte voorgefteld.
(3) Zee - Heefter , die tweevoudig is , met G ™;nia
bogtige Takken , hier en daar Jamenge- pucomuu
groeid) en Kegelugtig uitpuilende Bloem
men•
C l u s i u s hadt uit Noorwegen een Zee-
boompje gekreegen, dat de gedaante van
Heide heeft. Dus vertoont zig dit Gewas
in 't klein, gelyk men uit de Afbeelding van
den Heer P o n t o p h d a n s kan zien ( * ) .
Hy verhaalt, dat het Boomen maakt van
vierdhalf Elle hoog, met veele dunne, digte
en
(3) Gorgonia bifaria, Ramis flexuofis rarins anaftomozanti-
bus . Floribus Conicis eminentibus. Faun, Suec. 2223. Li-
thoxylon fuscum fubhirfutum. B R I VN Prodrom. UI. T. 29.
Gorgonia Flabelliformis. G u n n e r , AU, Nidros. UI. p. 1.
T. 1, Pu l . ‘Zoöpb. 129. Frutex njarinus Erics facie.
C L u s. Exot, 122. MAR*. Mar. p. 93, T, 17. E L l 1 #
Corall, p. 67. T. 27. f. a. 1.
Naturl, Hist, von Ntrw. I» Th. S. 274'* El. 1 N, 3*
V 4