
Ook uit de wortels wordt, zooals op blz. 22 nader beschreven
is, eene caoutchouc gewonnen, sterk verontreinigd
met stukjes bast en vezels.
De aftapmethoden worden op de caoutchoucplantages
met zorg bestudeerd. Om aan den boom zoo min mogelijk
schade te doen, waarop toch in de eerste plaats
gelet dient te worden, moet men verschillende voorzorgen
in acht nemen. De boomen moeten niet te jong zijn, daar
zij dan èn een te dun sap leveren, èn te veel nadeel
ondervinden van het verwenden. Verder mag de snede n iet
te diep in den stam doordringen, om het cambium, d. i.
het weefsel, met behulp waarvan de groei plaats heeft,
niet te beschädigen. Men mag alleen de melksapvoerende
kanalen raken, de snede moet daarvoor ± 1 cM. diep
zijn, af hangende van de dikte van de schors en dus van
den leeftijd der boomen. Om het snijden nu gemakkelijker
te maken, heeft men verschillende soorten van messen
gekonstrueerd. Het mes moet eene gelijke, zuivere snede
geven en zoo min rnogelijk weefsel verwijderen, eene
inrichting bezitten, waardoor men slechts tot op zekere,
vooraf in te stellen, diepte snijden kan, en verder moet
het zoowel van links naar rechts als van rechts naar
links, naar boven en naar beneden kunnen snijden. Van
de vele vormen van messen vindt men afbeeldingen in
W r i g h t ’s boek.
Om zooveel mogelyk melksap te gewinnen, moet men
theoretisch dus zooveel mogelijk kanalen openen. Daar
deze in den stam een ongeveer vertikaal verloop hebben,
is alzoo eene vertikale snede niet ju ist. Eene horizontale
snede zou wel alle melksapkanalen raken, maar het
sap zou niet af kunnen vloeien naar een laagste punt.
1) Bolangrijke medodeelin^Yen omtrent den aanplant, groei en lieliande-
ling van do oaoutchoue-boomen in de Ceylon-plantagcs vindt men in : H.
WiiioiiT, Hevea brasiliensis or P a ra rubber (Colombo 190G), aan welk
werk ik vergcbillende bizondorbeden ontleend beb.
en over den rand der snede heen druppelen längs den
stam. Het beste is dus eene schuine snede. Men kan deze
nu enkelvoudig aanbrengen en aan het laagste punt een
reservoir vastmaken, of dubbel, in den vorm van een V.
In plaats van aan het onderste punt van elke snede een
bekeitje te plaatsen, kan men ook alle schuine sneden
laten uitkomen in een vertikaal kanaal, dat het sap afvoert
naai den voet van den boom, waar dan de reservoirs in
een kring zijn aangebracht. Naarmate dit vertikale kanaal
enkelvoudige of dubbele (V-vormige) sneden verbindt, noemt
men het sy ste em de halve of de heele graatsnede (En-
gelsch: herringbone). Eindelijk heeft men nog het spiraal-
systeem. Als de enkelvoudige sneden over den halven
omtrek van den boom zieh uitstrekken, noemt men ze de
halve spiraalsnede ; de heele spiraalsnede is een doorloopende
spiraalvormige groef längs den stam tot aan den
grond.
De latex is dikwÿls zoo dik, dat hÿ met moeite längs
de groef naar beneden druipt en vaak voor de aankomst
in de bekers aan den stam gedeeltelijk stremt en zoo-
doende den vorderen afvoer van het sap' verstopt. Om dit
tegen te gaan, worden er op de plantages veelal z.g.
„driptins” gebruikt ; deze bestaan uit een metalen reser-
voirtje gevuld met verdunde ammoniak of verdunde formaline,
die aan den boomstam boven de snede worden
vastgemaakt en waaruit de vloeistof längs de snede
druppelt. Zoodoende wordt de melk verdund en wegge-
wasschen, en de snede steeds schoon gehouden, hetgeen
een vrijer uitvloeien van het sap uit de kanalen ten g e volge
heeft,
Het gedeelte van den boom, dat alleen voor melksap-
inzameling in aanmerking komt, is de stam ; in enkele
gevallen ook dikke takken. De dunne twijgen en bladen
bevatten geen caoutchouc in voldoende hoeveelheid en
hoedanigheid om de inzameling rendabel te maken. Ook
- I ; - '