
Een viij hooge, verstrooid groeiende boom, die in altijdgroen oerwoud
voorkomt. Schois giauw. Het hout wordt soms voor huisbouw
gebezigd. A. en V.
Authoceplialns iudicns Rich. (A. Cadamba Miq.). - Handja
S. Ijjahon S. ? Jjangtjaratan S. Poh-ketek J. Klampejan J.
Kajoe-koening, Bcmgkal-parampoewan M. Java Z. I. II, Mal.-
Archipe], Nieiiw-Guinea, Zuid-Oost-Azië.
Woudreus. Hg. 45 M. Stam zuilvormig, rolrond, hoog vertakt, of
zoncler, ot met kleine wortellijsten. Schors ruw, grijshruin of zwart-
brum met overlangsche barsten, weinig afschilferend. Een karakteristieke,
loofverliezende, vrij algemeene, min of meer gezellig
groeierde boom, die voorkomt zoowel oj) periodiek drogen, als op
constant vochtigen grond. Hij is reeds op verren afstand kenbaar aan
den lijnrechten stam, en de rechte, min of meer horizontaal en krans-
gewijs geplaatste, touwvormige takken, waaraan de groote, tegenover-
gestelde bladeren tweerijïg geplaatst zijn. Het hout wordt, als niet
duurzaam, zelden gebezigd. K .e n V . S.g. ? 0.42 ; 0.63; 0.87.
453. Cinchona. - K in a . Aantal soorten 3 0 -4 0 , alle uit het
gebied der Andes van Zuid-Amerika tusschen 10= N.Br.
en 19° Z.Br. op een zeehoogte van 1600-2400 M.
Aliijdgroene boomen of heesters met bitteren bast. Bloemen wit,
vleeschkleurig of purpor, zeer welriekend. De in Ned.-Indië vcorna-
me ijk gelcweekte kmasoorten zijn : C. Ledgeriana Moens. C. ofñci-
nalis L . C. succirubra Pav., (en hybrieden, o. a. C. robusta). Voor
mliohtingen over deze zoo belangrijke plant en hare cultuur zie
men : Bernelot Moens, De kinacuHuur in A zië . 1854/1882; de ja a rverslagen
van de gouvernements-kina-onderneming van 1850 tot heden,
welke sinds 1867 geregeld in de Java-courant zijn gepubliceerd, en
die ook zijn opgenomen in het Nat. Tijdschr. v. Ned.-Indië en in het
Iijdsohr. V. Pharmacie in Nederl. (thans Pharmaceutisch Weekblad).
Details over de paiticuliere kina-ondernemingen zoeke men in : de verslagen
der Suekahoemtsche landbouivvereeniging, en over de Amster-
damsche kina-markt in de jaaroverzicJiten betreffende den handel in
koloniale producten (uitgave v. De AirfArSe JlArcimr) ; Eene beknopte
handleidmg is bewerkt door Dr. K. W. van Gorkom, Kin a , in 1896
uitgegeyeii door het Koloniaal Museum ; een ander werk van recenten
datum is: Des Quinquinas de culture p a r M. N. Reimers. Paris 1900.
K . e n V In de bibliotheek van het Kol. Mus. zjjn over kina en
kina-cultuur circa 140 geschriften.
%aatsehjk wordt deze boom ook ondergeplant in reboisaties van
A lb izzia moluccana. Boschverslag 1903.
Hout sterk aan soheuren onderhevig. Houto. Boerrigter. S.g. 0.73.
454. Coffea arabica L. - Kopi, Kopi-djawa, Kawah M. K o ffie -
boom. Inheemseh in Abessinie en Soedan, waar hij groote
bosschen vormt; gekweekt in alle tropische gewesten.
Een heester of kleine boom. Bladen tegenoverstaand, donkergroen •
bloemen wit, talrijk in bundeltjes in de bladoksels, welriekend. Vruch?
ten vleezig, donkerrood. Het hout is bruikbaar voor kleine voorwerpen.
V . E . Zie verder: Dr. K . W. van Gorkom, De Oost-Indische Cultures,
le deel. en Besehr. Catalogus v. h. Kol. Museum, afd. Koffie;
J . Heyting, Handl. v. d. Gouv. Koffleoultuur op Jav a ; A. W. Morren,
Werkzaamheden op eene koffieonderneming ; Heinrich Semler, Die
Tropische Agricultur, Bd. I ; Warnford Lock, Coffee ; E . Raoul, Culture
du cafféier, enz. S. g. 0.83.
455. Diplospora singularis Korth. ( Vangiieria palembanica Miq.).
— Soengkai-alas, Kqjoe-lepi, Kajoe-begar M. Palembang,
Sumatra. Banka, Br.-Indië.
Voor huisbouw geschikt. C. 8. g. 0.58. G. 0.68.
456. Gardenia tuhifera Wall. (G. resinifera Korth.). — Tampoh-
badak Sum. Kajoe-poelah Lampongs. Mera-bintang Sum.
AV.K. Tjampaka-oetan M. Sumatra, Borneo, Malaka.
boom. Voor stijlen van huizen. De soorten van dit geslacht
worden om de fraaie, geurige bloemen als sieraad gekweekt. O.
Zoowel in bloei, als de kroon vol is met witte, gele, en oranjeroode
bloemen (welke kleuren elke bloem achtereenvolgens aannoemt), als
in vrucht, is het een zeer fraaie sierboom. De openspringende vrucht
vertoont de in rood moes gehulde zaden. K . en V.
In Malaka heet hij Delima-hutan, en is er een boom van flinke
afmeting, met groote, oranjekleurige, welriekende bloemen. Het hout
is wit, middelbaar fijn van draad, hard, onderhevig aan splijt**n, ta melijk
duurzaam; wordt gebruikt voor woningbouw. S. g. 0.82. R. 0.87.
457.
458.
Hymenodictyon 2timoranum Span. — Afe Timor.
Voor planken bij huisbouw. C. S.g. 0.54.
Jackia oi'iiata Wall. — Saloema, Meseloemar, Sloemar. Sumatra,
Banka, Billiton, Malaka.
Hout geschikt voor timmerhout, gebezigd voor onderliggers van
huizen en voor meubelen. v. H.
In Malaka heet hij Sintulang en is er een kleine boom met hangende
trossen van schoone paarse bloemen. Hij groeit in moerassen,
bereikt eene hoogte van 20—25 M. en heeft een reohten stam. Het
hout is hard, reekleurig, met talrijke, matig groote poriën, en wordt
gebruikt voor woningbouw en voor meubelen. S.g . 0.88—0.91. R.
?0.45; 1.16.
459. Mitragyna javauica K. et Y. (Stephegyue parvifolia Korth.
— Nanclea parvifolia Miq.). — Ki-sepat S. ? Ki-angrit S.
Sepatan J. Woeroe-sapi J. Iloeroe-sapi J. Sipatan J. 7 Bangkal
M. op Sum. ? Maspitje of Kawak Tons. ? Kajoe-mas
Men. f Kajoe-koening M. Java. Z. I.
Hg. 17 M. Stam nogal krom, laag vertakt. Sohors bros, grauw,
glad, met enkele barsten. Opvallend door de sterk generfde, tegenover