
gomliars. Gehjkt veel op de gewone manggistan. Een altijdgroene
vrij zeldzame, verstrooid groeiende boom, die alleen in altijdgroen
oerwoud op constant nogal vochtigen grond voorkomt. Het bout wordt
soms voor huisbouw gebezigd. De zaadrok is eetbaar, maar minder
smakelijk dan bij Garcinia Mangostana. Ter veredeling- aanbevolen
K .e n V . S.g. 0.86; 0.89; 0.93; 1.01.
Hout sterk, taai, tamelijk zwaar, bard, dicht en fijn, donkerbruin,
duurzaam, mits goed uitgedroogd. Yoor huisbouw, roeiriemen enz. C.
66. G. dulcis Kurz. (Stalagmites dnlcis Camb. Xanthoxymus
. dulcis Roxb.). — Moendoe J. Moendoe-alas J. Moender J.
Gledog-pantoe S. Bjaivoera S. Java Z. I, Molukken, Celebes,.
Timor.
Hg. 12 M. Stam recht, hoog vertakt. Schors donkergrauw, bijna zwart,
zeer bros, schilfert in groote stukken a f; met geel gomhars. Een altijdgroene,
niet zeldzame, verstrooid groeiende boom, die zoowel in loofverliezende,
als in altijdgroene bosschen voorkomt. Het bout moet zeer
weinig duurzaam zijn; de zaadrok wordt gegeten. Voor veredeling aanbevolen.
K. en V. S. g. 0.84.
67. G. lateriflora Bl. (G. javanica Bl.). - Djawoera S. Ki-dja-
woera S. Manggoe-leuweung S. Manggo-oetan M. Midden en,
West-Java Z. I. II.
Hg. 15 M. Stam nogal recht, rolrond, met knoesten, zonder wortellijsten,
nogal hoog vertakt. Schors bros, grauwzwart, niet bijzonder ruw
met goudgeel opdrogende gomhars. Een tamelijk zeldzame, verstrooid
groeiende boom in altijdgroen oerwoud. Het bout is van weinig waarde.
De zaadrok wordt gegeten. Voor veredeling a an te bevelen. K . en V
S .g . 0.70; 0.82.
68. G. Mangostana L. - Manggistan Mai. Manggis S. J. Ma-
iaka. Op Java en in den Mai.-Archipei gekweekt.
Hg. 25 M. Stam recht, kroon dicht en min of meer eivormig. In
bijna aile javaansche dorpen beneden 1500 M. gekweekt om de zeer
smakelijke vruchten. Zie verder over dezen vruehtboom de publicaties
van de_ Vereeniging voor de Ooftteelt in Ned.-Indië. K . en V.
Groeit liefst op de bergen. Het zware sterke bout is voor huisbouw
geschikt en wordt ook gebezigd tot rijststampers, lansstelen enz. C.
Het laat zieh echter moeielijk sphjten en is meestal kwastig en lästig
te bewerken. Het komt in geen groote afmetingen en zelden in goeden
Staat voor, daar het, evenals dat van de meeste vruchtboomen, te laat
gekapt wordt. v .M .
De schil der vruchten dient tot het wrijven van hengelsnoeren, om
deze glad te maken, en wordt ook tot sambal en tegen buikloop gebruikt.
Het vleesch der pitten is een der aangenaamste en saprijkste van alle
zoete vruobten. Hssh. S.g . 0.98. R. 0.80; 0.90; 0.99.
69. G. oxyphylla Miq. — Manggis-oetan, Manggis-rimbo M. Sumatra.
Voor huisstijlen geschikt. De vruchten zijn eetbaar. C. S. g. 0.92.
Houtkenmerken. Mesua ferrea Choisy : Hout gelijkt op dat van
Calophyllum, maar is veel harder en zwaarder. Kernhout donkerrood,
zeer hard. Poriën matig groot, sohaarsch, vaak gevuld met gele hars-
achtige stof, alleenstaand of in groepen, of in sohuinsche strepen van
verschillende lengte. Mergstralen buitengewoon smal, éénvormig, op
onderling gelijken afstand, zeer talrijk. Talrijke, smalle, golvende, con-
centrisohe lijnen van donker gekleurd weefsel, regelmatig en duidelijk
zichtbaar, maar van zeer verschillende lengte. 0 .
70. Mesua ferrea Choisy (Linn.). — Nagasari J. ? Nagapoestra
Bataksch. Mamak Atjeh. IJ z e iT iou t. Malaka, Khasia geborgte,
Tenaserim, Assam, Andamanen, Ceylon. Op Java
gekweekt. Z. I. II.
Hg. 12 M. Stam nogal recht en knoestig. Kenbaar aan het fraaie,
roode, jonge loof en aan de tegenoverstaande, kleine, smalle bladeren.
Het bout wordt gebruikt voor lansstelen en wandelstokken. Uit de zaden
maakt men een olie, waaraan de Javanen geneeskraoht toeschrijven.
Cultuur in tuinen aan te bevelen om het mooie loof en den sierlijken
habitus. K .e n V .
In Malaka heet hij Matropus, Panaga-bunga, Panaga-poetih, Suga
of Lilin . Het kernhout is donkerbruin, taai, elastisch, zeer duurzaam en
sterk, doch moeilijk te bewerken. Het wordt gebruikt voor rijststampers,
handvatten voor gereedschappen, geweerkolven, bruggen, booten, gebouwen
enz. In V.-Indië heeft het zeer goed voldaan voor dwarsliggers,
doch zijne groote hardheid, zwaarte en de moeielijke bewerking, beletten
het algemeen gebruik. R.
Deze boom levert het Ceylonsohe en Oost-indisohe ijz e r - of n a g a s -
h o u t . W.
S.g. 0.98—1.22. P. 951—1053. G. S.g. 1.20 R . 0.86; 0.98.
71. Overige monsters:
2 Calophyllum Teysmaiini Zoll, et Mor. S. g. 0.72 ; 0.77. —
Bentaloen. (2 Calophyllum sp.). Sum. — Betoer, Banka. De
schors dient tot dekking van huizen. C. S. g. 0.52. — Bidoe,
Ternate. — Bintangoe. (2 Calophyllum sp.). Zuid-Padangsche
bovenlanden. Hout hard en veerkrachtig, tamelijk fijn van
vezel en geschikt voor stijlen en masten. v.H. — Bintangoer,
Bintangor. (2 Calophyllum sp.). Sumatra, Banka, Celebes.
Voor huisbouw, vlaggestokken en masten. G. S.g. 0.46;
0.58 ; 0.61; 0.73; 0.81. — Bintangoer [Mentangor) batoe. (2 Calophyllum
sp.). Voor huisbouw, masten enz. Bll. — B.-bloe-
lang. (2 Calophyllum sp.). Kleine boom ; bout voor kleine
prauwen en daklatten. Bll. — B.-boenga. (2 Calophyllum sp.).
Sumatra, Banka. Uitstekend timmerbout. G. S. g. 0.65 ; 0.66.