I ; \I ; :
i
Bast roodbruin, op open plaatsen soms grijs, glad. S. g. 0.69. G.
0.42; 0.65.
739. F. flstulosa Eeirnv. (F. geminifolia Miq.). — Wilada J.
Lada J. Beunjing S. Sempol Mad. Simpol Mad. Pelas Banka.
Vruchten aan armdikke takken. Wit melksap in de twijgen, evenals
vele andere Fious-aoovten. (Hout onbruikbaar.) Kd.
Weinig waarde. C. S.g . 0.68.
740. F. fulya Ruw. - Hamèrang S. Hambèrang S. Kebek-poetih
J. Waren-koese Tl. Ponang-kilon Pk. Pempang Banka.
? Amberlang Sumatra, Java, Celebes.
Door de uit het sap gemaakte was is deze k l e i n e w a s -v ijg e h o om
a an ' de meeste inlanders goed bekend. Hout onbruikbaar. K. PI. W.
S.g . 0.38; ?0.65.
741. F. glomerata Eoxb. (Covellia glomerata Miq.). — Loh J.
Lo J. Elo J. Arak Mad. Lowa S. Java, Br.-Indië, Australië.
Hout voor pakkisten, maar heeft zelden een rechten stam. Om de
eetbare vruchten zelden gekapt. K. PI. W.
Vijgvruchten ook aan den stam. „Vruchttrossen” korter dan Va M.
bladen lancetvormig, 2—4 oM. breed. Kd.
Hooge boom. Het hout is roodachtig of bruinachtig grauw, niot
duurzaam, doch voor gebruik onder water geschikt. Het wordt in
Britsch-Indië voor raamwerk in putten gebruikt. De boom bevat veel
melksap, waarvan vogellijm wordt gemaakt; de bladen dienen als
veevoeder, de vruchten zijn eetbaar. v. E .
Bast glad, roodbruin, met weinige diepe barsten. S. g. 0.40—0.54.
P. 458. G.
742. F. bispida Miq. — Loewing J. Bisoro S. Krongrong Mad.
Java.
Vijgvruchten ook aan den stam. „Vruchttrossen” tot 1 M. lang.
(Hout onbruikbaar.) Kd.
743. F. indica L. (U. rnbescens Miq.). — Kiara-pèrèng .Java,
Malaka.
In Malaka is het hout lioht roodachtig bruin van kleur. S. g.
0.69. B . 0.61.
744. F. infectoria Roxb. (U. lucescens Miq.). — Poenago M.
Sumatra, Celebes, Br.-Indië.
De variëteit canlocarpa King heet in de Minahasa Momo Tt.;
het hout is onbruikbaar. Van den geklopten bast maakte men in
vroegere tijden een roodbruine Weeding. De h a st wordt ook tot touw
gedraaid. K.
Op Sumatra is de boom hoofdzakelijk gewaardeerd om de getah
die hij oplevert. Het hout is lioht, grof en rood. De vruchten zijn zoetachtig
en eetbaar, doch niet smakelijk. v. E.
In Br.-Indië wordt het hout sleohts bruikbaar geaoht voor aanmaak
van houtskool. Bast dik, groengrijs, glad, afschilferend. S.g. 0.50—0.59.
G. 0.33; 0.35; 0.41 ; 0.44; 0.48.
745. F. leiicantatoina Poir. (Covellia leucopleura Miq.). — Pelas
Banka.
Lage boom van geringe waarde. C. S. g. 0.63.
746. F. leucoptera Miq. — Krosoh, Krasak, Kapoean J. Java.
Hooge boom. Min goede houtsoort. v .M . S. g.--0.53; 0.54. --
747. F. nervosa Heyne (U. ennenroii Miq.). — Kiara-gatil S.
Java.
Het witte melksap levert caoutchouc. C. S. g. 0.44.
748. P. obscura Bl. ß. scaberrima. (F. brevipes Miq.). —
Drandas-beas S. Walen-badak S. Java.
Lage boom. Alleen voor brandstof geschikt. Het sap dient als
geneesmiddel. C. S. g. 0.48.
749. F. obtnsifolia Roxb. (Ü. obtusifolium Miq.). — Gambiran
Java. Hooge boom.
De soort Gambiran J. Kiara-gambir S. heeft onbruikbaar liout.
K . PI. W. S. g. 0.63.
750. F. pilosa Rnw. (Urostigina chrysotrix Miq.). — Kiara-
atoel. Plantentuin te Buitenzorg. Hooge boom. S. g. 0.36.
751. F. plsifera Wall. (F. grewiaefolia Bl.). — Ipek, Ipé, ? Nji-
pih J. Java.
Het liout van dezen prächtigen boom is weinig in gebruik ; wellicht
kan deze houtsoort, die dikwijls in aanzienlijke afmetingen voorkomt,
van meer toepassing worden. v. M. S. g. 0.43.
752. F. procera Rnw. (Urostigma procerum Miq.). - Garoe-
minjak M. Kiara-pajong, Kawat Palembang. Sumatra. Hooge
boom. S. g. 0.38.
753. F. pruniformls Bl. (U. priinifornie Miq.). — Koebang M.
Kronto J. Kiara-boa S. Mawesaran Tt. Java, Celebes.
Hout licht en zacht, doch niet grof ; de inlander gebruikt het alleen
voor brandhout. De boom verkrijgt vaak een reusachtigen omvang, en
staat bij den inlander nagenoeg even hoog aangesohreven als de
waringin. v. E.
754. F. religiosa (U. religiosnm Gasp.). - Boenoet-kalodja J.
Wild in de bosschen van Noord- en Centraal-Indië. Aangeplant
in geheel Hindostán en door de Boeddhisten op