
B O R N E O .
De eerste steenkolen werden in 1836 ontdekt door Horner
gedurende zijne reis door een deel van Tanah Laut in Zuid-
Borneo en wel aan de rivier de Karang Intan, een deel van de
Riam Kanan, en in 1844 ontdekte Dr. Schwaner, die van 1843
tot 1847 eene wetenschappelijke reis maakte, steenkolen aldaar
bij de rivier de Riam Kiwa ; na die ontdekking werd reeds
in 1846 tijdens het Bestuur van den Gouverneur-generaal
Rochussen eene poging gedaan, om te Riam, in de residentie
Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo, de steenkolen te ontginnen.
Tot een dergelijke ontginning is het daar echter niet
gekomen, daar Riam zeer ongezond en de afvoer der kolen
hoogst moeilijk en gevaarlijk bleek te zijn.
Men is daarom in het begin van Augustus 1848 begonnen
Riam te verlaten en zich aan den berg Pengaron te vestigen
waar terstond de voorbereidende maatregelen werden aange-'
vangen en reeds in 1849 de dwarsgalerij No. 1 door den
genoemden Gouverneur-Generaal geopend werd, die aan de
mijn den naam van Oranje-Nassau gaf; deze galerij heeft,
in waterpas gemeten, een lengte van 280 M.
De hoogte, welke de ontginning later heeft bereikt, is een
gevolg van de .doortastende maatregelen van den Gouverneur-
Generaal Duijmaer van Twist.
De tot ontginning aangebroken kolenlagen zijn door den
mijningenieur C. de Groot tot onderscheiding aangeduid met
de letters A, B, C, D, E en F.
Be bewerking van laag B is in Maart 1852 gestaakt, omdat
zij de moeite van ontginning niet waard was; de laag E
is later in hetzelfde jaar eveneens verlaten, o. a. wegens de
geringe dikte der laag en de minder goede qualiteit der kolen.
De kolenlaag A is 1,5 M. dik, waarvan het bovenste deel
0,8 M. goede kolen zijn ; de laag C is 2,6 M. dik, waarvan
2,5 M. dichte kool is (monster No. 52j. De laag D (monster
No. 53) is 1,4 M. dik, waarvan ongeveer 1,35 M. bestaat uit
kool, die broos en bladerig is en een zanderig uiterlijk heeft.
De laag E heeft een afwisselende dikte van 0,55 tot 0,8 M. ;
de kool is zuiver, doch de laag bevat hier en daar laagjes van
klei, zandsteen en zwavelijzer. De laag F is 1,3 tot 1,5 M.
dik, waarvan het grootste deel goede kool is, broos en beter
geschikt voor de smederij dan een der voorgaande soorten.
De proeven, aan boord van Z. M. Stoomschip Vesuvius genomen
en vergeleken met Engelsche kolen, zooals die in Indië
aan ons Gouvernement werden verstrekt, leverden voor de
lagen A, C en D gunstige, voor de lagen E en F daarentegen
ongunstige uitkomsten in het stoomgebruik op. De deugdzaamheid
der genoemde drie lagen blijkt uit onderstaande tabel:
Gemak van
stoom pCt. asch. pCt. steenen.
Laag A.................
ophouden.
103. 9 - 0,4.
)) C ................. 105,, 11,4. 0,6.
» D ................. 97. 8,4. 0,4.
Gemiddeld. . 101,66. 9,6. 0,46.
Engelsche............ 100,— 10,4. 0,50.
Ten gevolge dezer proeven werd door den Gouverneur-
Generaal bepaald, dat slechts de lagen A, 0 en D zouden
worden ontgonnen en de laag F slechts dan zou worden aangebroken,
wanneer smeedkolen worden aangevraagd; deze
laag werd beproefd in den artillerie-constructiewinkel en in
de fabriek voor de Marine, het stoomwezen en de nijverheid
te Soerabaja en voor dat doel deugdzaam verklaard.
De productie van de mijn Oranje-Nassau vindt men in de
volgende tabel vermeld :