
J
i l.
il
p:
i
4
c
l:
V U
!'î
d 'f
0.72. — ? Lanan-poetih. M. Lampong-haras. Daj. Borneo.
Hooge boom, heeft kleine bladeren, groen aan de boven-
en rood aan de onderzijde. Het hout wordt veel gebruikt,
omdat het zich gemakkelijk laat bewerken, doch is weinig
duurzaam. Jent. S.g. 0.44. - - ? Lanan-tambaga. M. Lampong
lanibag a. Daj. Borneo. Hooge boom; als lanan-poetih,
maar het hout is zwaarder en misschien duurzamer. Jent.
S. g. 0.44. — ? Mentoeivi. Billiton. Kleine boom zonder nut.
Bll. — Toeik. Timor. Brandhout. C. S. g. 0.43. — Toemih.
M. Daj. Borneo, Timor. Redelijk hooge boom. Het hout wordt
voor planken, lat- en bintwerk gebruikt. Jent. S. g. 0.77.
A c a n t h a c e a e . B. II. 2.
557. Cliuacantlms Biirmauui Nees. Java. ? Heester.
558. Justicia Geudarussa L. (2 Burm. f.) (Gendarussa vulgaris
Nees) — Handaroesa-bodas S. Handaroesa-beureum S. Gan-
daroesa-koelo Tt. Gandaroesa-raindang Tt. Oendam-soera-
poeti Tl. Oendam-soera-itam Tl. Sosa Amb. Java, geheel
tropisch Azië.
In de Minahasa veel gekweekt. Ben heester van + D/s M. hoogte,
die veel voor levende omheiningen wordt gebezigd, en een medicijn
levert. K . S.g. 0.61.
V e r b e n a c e a e . K.enV. 7; B. II. 2.
Houtkenmerken. Verbenaceae: Hout meest van goede qualiteit, weinig
aan werken en splijten onderhevig, verschillend van kleur. Poriën
gewoonlijk middelmatig groot, sohaarsch, in het voorjaarshout grooter,
en ZÖ0 de jaarringen teekenend. Mergstralen meest smal en matig
breed, regelmatig, teekening op de radiale doorsnede duidelijk. (Het
hout van Avicennia is abnormaal). O.
Id. van Amcennia officinalis L . : Hout bruin of grijs, hard, met afwisselende
lagen van weefsel met poriën, en los grootcellig weefsel
zonder poriën. Het eerste weefsel bevat de groote tot kleine poriën,
in radiale rijen van 1—5 tusschen de fijne, korte mergstralen. Het
laatste weefsel is smaller en donkerder, en vormt ringen, die veelal
in elkaar uitloopen en dus geen jaarringen zijn. G.
559. Aviceuuia officinalis L. — Api-api J. Api-api-brajoe J. Api-
api-katjang J. Ki-blanak S. Pepe-pepe Mak. Afi-Afi Ceram.
Wata-koemban, en Koemban Ambon. Poeloe-baroe Tt. 2'ioes-
lewo Tt. Kajoe-ting M. O.-Java Z. I. Vloedbosschen van
geheel trop. Azië en Noord-Australië.
Hg. 20 M. Stam tamelijk recht, laag vertakt. Sohors grauw. Wortels
dimorph : behalve gewone voedingswortels, priemvormlge, reohtop-
groeiende ademwortels, welke reeds bij jonge, 2 M. hooge planten in
zeer groot aantal tot op 2 M. afstand van den stamvoet waargenomen
worden. Bladen tegenovergesteld, bloemen klein en geel, vruchten
klein, geen steltwortels. Een altijdgroene, verstrooid groeiende boom
der vloedbosschen. Deze soort behoort evenals vele Rhizophoraceae
tot de levendbarende planten, doordat de zaden aan den boom ontkiemen
en de kiem zieh voor het afvallen aan de moederplant verder
ontwikkelt. De verspreiding der zaden geschiedt waarsohijnlijk door
ebbe en vloed. De van den boom gevallen vruchten drijven op het wate
r; spoedig barst de vruchtwand en de nu vrij geworden kiem blijft
dan niet meer drijven, dooh zinkt. Daarop treden talrijke, te voren
nog verborgen liggende, aan het einde haakvormig omgebogen haren
van het hypoootyle lid van de kiem te voorschijn en door middel
daarvan is de kiem als door tallooze ankers aan den slijkbodera zoo
vast bevestigd, dat eb en vloed hem niet meer kunnen wegspoelen.
Het hout heeft grijs spint en donker kernhout, dat hard en zwaar is.
Op Jav a gebruikt men het alleen voor brandhout, in Br.-Indië ook
voor rijstblokken en rijststampers. De kiem wordt in tijden van gebrek
aan levensmiddelen gekookt gegeten. K .e n V.
In Malaka is het bout lichtbruin of grijs, tamelijk hard en zwaar,
en wordt daar ook voor brandhout gebruikt. S. g. 0.82. A. 0.66—0.93.
G. 0.63.
560. Callicarpa lanata Talli — Katoempang J. Java. Heester.
561. C. Keevesii Wall. — China. G-roote heester. S.g. 0.68;
0.76; 0.86.
562.
563.
564.
C. WallicMaiia Walp. — Tenjau, Sitapoeng Sumatra.
Voor huisbouw geschikt. De stammen bereiken bij een lengte van
slechts 15, een dikte van ongeveer 1 M. v .E . S.g . 0.95.
2 Geimsia Cumiugiana Eolfe — Lelemah Celebes.
Yoor verschillende materialen bij huisbouw. C. S.g . 0.43.
G. farinosa Bl. (Callicarpa pentaudra Eoxb. - 2 C. acuminatissima
T. et B.). — Oempang S. Gembiroeng J. Bibati
Lampongs. Katoempang Ceram. AV.- en M.-Java Z. I. II.
Hg. 25 M. Stam vrij recht en zwak slangachtig gebogen, laag vertakt,
zonder wortellijsten, beneden veelal met diepe gleuven. Sohors
dun, bros, grijs. Alle zachte deelen en bladen van onderen met een
dikmelig, stervormig vilt bedekt. Een altijdgroene, verstrooid groeiende,
nogal zeldzame boom, die in altijdgroene bosschen in constant voch