f
657. A. Ghesaembilla Gaertn. (A. pnbescens Roxb. — A. pani-
cnlatnm Roxb.). — ? Hoeroe-hatoe, Sohoi" S. AVest-Java in
de lagere bergstreken, Sumatra.
Lage boom. Hout vast en fijn van weefsel, zeer duurzaam, voor
buisbouw. St.
Bast grÿs of lioht bruin, dun, een weinig afschilferend. Het hout
is rood, met donkerder gekleurd kernhout, hard en dicht. S.g. 0.74—
0.83. G. 0.91. St.
658. A. luontanniii Bl. — Iloeni-pasir, Sohor-poetih S. Ki-sehur S.
Pbilippÿnen; op Java gekweekt.
Groote heester. S. g. 0.85.
659. Aporosa arborea Muell. Arg. (Leiocarpus arboreus Bl.). —
? Kisapi S. Sasa-hener S. Ramok-daging M. Java.
Lage boom. Geschikt timmerhout. Een aftreksel der bladen dient als
uitwendig geneesmiddel. Hssk. S. g. 0.74.
660. A. arborescens Muell. Arg. (Leiocarpus arborescens Bssk.).
Plantentuin.
Hout roodachtig wit, vrÿ fijn en zwaar. v. E . S. g. 0.59.
661. A. fruticosa Muell. Arg. (Leiocarpus fruticosus Bl.). —
Sasa-lemhoet. Ki-peuris S. Peuris S. Sasa-hener S. Java.
Hout van de soort Peuris S. geschikt voor pakkisten. K. P l. W.
Lage boom. De hast en bladen worden gestampt en als hÿmengsel
van mangkoedoe tot roodverven gebruikt. Hssk. S .g . 0.65; 0.66; 0.79.
662. A. microcalyx Bassk. (Tetractinostigma niicrocalyx Bassk.).
Sasa S. Plangas Sum. Java, Banka, Sumatra.
Lage boom. Het hout is vrÿ fljn en tamelÿk hard, zeer geschikt
voor het maken van meubelen. Bÿ den huisbouw dient het voor balken
en stÿlen binnenshuis. v .H . S.g. 0.61; 0.76; 0.83.
663. Baccaurea dulcis Muell.Arg. (Pîerardia dulcis Jack). —
Kepoendoeng J. M. Toeha, Kekela Lamp. Boeiva-tjoepa M.
Java, Sumatra.
De soorten Kepoendoeng J. M. Kamoendoeng J . Kapoendoeng S.
Mèntèng S. Heutjip S. hebben hout, dat sleohts voor pakkisten geschikt
is; zÿ worden trouwens, om de eetbare vruchten, zelden gekapt.
K . Pl. W. S. g. 0.65.
664. B. javanica Muell.Arg. (Adenocrepis javanîca BL). —
Heutjip S. Heuntjit S. Java.
Lage boom. De hast dient tot rood verven. Filet. (Zie ook bÿ de
vorige soort.) S. g. 0.72.
665. B. Minahassae Koord. — Laoesip Tl. Ts. Loesing Tw. Toe-
toembalen-koelo Tt. Loeloembaken Tt. Ceiebes.
Schors voor verf, vruchten eetbaar, hout voor huisbouw. De stam
en takschors, zonder hÿmengsel, koud met water geweekt, zou fraai
geel kleuren. K.
666. B. racemosa Muell. Arg. (Pîerardia racemosa BL). —
Kapoendoeng M. Mèntèng S. M. Rambei Sum. Tamok Banka.
Java, Sumatra.
Uitmuntende, duurzame houtsoort, die onmiddellÿk na het vellen
kan worden gebruikt, zonder dat eerst een tÿdelÿk uitwateren en
uitdrogen noodzakelÿk is. Het liout is zwaar, hard, fijn, fraai donker
grijshruin ; vooral voor bouwhout, stÿlen, planken en ook onder water.
Het wordt tot de beste houtsoorten gerekend, ook voor meubelen
geschikt. C.
De vruchten zÿn zoetachtig zuur, en worden rauw gegeten. St. (Zie
ook bÿ N». 663.) S.g. 0.60; 0.71; 0.79; 0.80; 0.84.
667. B. sp. (Bedycarpus cauliflora Bssk.). - Lisoe-lalaki J.
Limpaning. Sum. Java, Sumatra.
De witte, eetbare vruchten komen aan trossen uit den stam, als
kleine knollen. De dikke sohil bevat drie pitten en wit, zuuraohtig
vleesch. Teysm. S. g. 0.65.
Houtkenmerken. Bischofia javanica B l.: Hout rood, ruw, matig
hard, met donkerder kernhout, riekt sterk naar azÿn, als het pas
gekapt is. Poriën matig groot tot groot, vaak als door overlangsche
schotten verdeeld, of in korte, radiale lÿntjes, soms gevuld met hars.
Mergstralen van twee soorten, breede en smalle, golvend, donker gekleurd,
verscheidene smalle stralen tusschen elk paar breede. G.
668. Bischofla javanica Bl. - Gadök S. Gintoengan J. Bintin-
gan, Bintoengan M. Sum. Marintek Tt. Tl. Rt. Kajawoe Tl.
Mal.-Archipel, Britsch-Indië, Z.-China, Polynésie.
De soort Gadök S. Gintoeng 8. Gintoengan J. Olintoengan J. Mad.
Gentoengan J. GUntoeng J. heeft duurzaam sterk hout, voor huis- en
bruggenbouw geschikt. In groote afmetingen te krijgen. K. PI. W.
In de Minahasa wordt het hout als uitstekend voor huisbouw en
groote bruggen geroemd. Ook bÿ mÿnhouw. K . De sohors bevat veel
roodbruin of purper sap. Bladeren drietallig, blaadjes gezaagd. Besachtige
steenvrucht. Boomhoogte 30—40 M. Kd.
Een prächtige boom met gladden stam, donkergroene bladen en
groengele bloemen. Het loof is rood als het afvalt. Het hout is tegen
de witte mieren bestand. Het wordt voor meubels gebruikt. De zure
vruchten worden niet gegeten. Hsslc.
In V.-Indië een loofverliezende boom met ruwe, donkerbruinachtig-
grijze hast, die in rechthoekige platen afschilfert, en goed hout. S. g.