
m
Menhalong. Billiton. Alleen de bast wordt gebruikt als
koelit voor bet dekken van buizen. B/Z. — Niri-soendong.
Borneo. S. g. 0.71. — Pantjal-kidang. (2 Aglaia sp.). Java.
Voor dakwerk, weinig duurzaam. C. S.g. 0.60. — Parak.
Banka. Goed timmerbout. G. S. g. 0.57. — Parak. Billiton.
Groote boom, bout slecbt, niet gebruikt. Bll. — Santoe-
hodi. Sumatra. Voor stijlen van buizen. G. S. g. 0.70. —
Silan, Sum. Niet gebruikt. v. H. — Soeria. Tondano —
Soerian M. Garsioeng M. Mansioeng Daj. Borneo. Nogal
booge boom, langwerpige bladeren. Hout licbt, licbt-
bruin, gewild voor buisbouw, meubels enz. Jent. S.g.
0.75. — Soerian-hitam, S.-merah. Borneo. Hooge boomen
uit bet laagland. Hout zeer licbt; voor drijvers, djoekoengs
en timmerbout. Niet bestand tegen witte mieren, en rot
spoedig in den grond. Gout. — Soerian-ingoe. Sumatra.
Het bout van dezen woudreus is harder en fijner van
vezel dan bet gewone soerianhoat, doch wordt minder
boog geschat, hoewel het tot dezelfde doeleinden gebruikt
wordt. V. H. — Soerian-kokoeroe. Batjan. — Tamboelimat.
Menado. — Wole. (Aglala sp.). Celebes. Voor huisbouw.
G. S.g. 0.57; 0.69.
O l a c a c e a e . K.enV . 5; B. I. 1.
(Bij K. e n V. g e s p l i t s t in O l a c a c e a e e n I c a c i n a c e a e . )
: f
229. Laslanthera macrophylla Miq. — ? Ki-meong S. Java, Sumatra.
Lage boom met goed timmerhout. C. S.g. 0.50; 0.52; 0.73.
230. Strombosla javanica Bl. — Ki-katjang S. ? Ki-kenjep, ? Ka-
jop, ? Ki-lahoet S. W.-Java Z. I, Mal.-Arcbipel, Burma.
Hg. 20 M. Stam meest recht, met nogal veel knoesten. Schors glad,
grauwgrijs. Vrij algemeene boom, groeit min of meer gezellig in altijdgroen
oerwoud. Hout duurzaam en voor huisbouw gebezigd. Cultuur
aan te bevelen. K . en V. S. g. 0.67. St. 0.89.
231. Overige monsters:
Sarcostlgma Horsfleldii B.Br. Plantentuin. Klimmende
heester. — Petaling. Sumatra, Banka. Eene harde, zware
! ■
houtsoort, fijn van vezel, zeer geschikt voor meubelen. De
vruchten gegeten; het bout voor balkjes bij den huisbouw
gebruikt. v.H. S.g. 0.73; 0.77. - Petaling-broewang. Palembang.
- Petaling-padi. Sum. Hout hard en vrij fijn,
wel geschikt voor timmerhout. Vrucbten eetbaar en smakelijk.
V . H . - Petanang. Sum. Timmerhout, smakelijke
vruchten v. H.
I l i c a c e a e . B. I. 1.
282. Ilex (Prlnos) sp. - Ki-sekel S. W.-Java. Zeldzaam. Hout
misschien voor pakkisten bruikbaar. K .P l.W ,
C e l a s t r a c e a e . K.enV. 7; B. I. 1.
283. De volgende monsters:
Celastrus alpestrls Bl. — C. paulculatus Willd. (C. depen-
densWall.). - C. sp. Sumatra. - Salacla Buddlnghll Scheff.
— S. macrophylla Bl. — S. Radula 2 Dtr. — S. reticulata
Wight. — S. verrucosa Wight. — S. sp. Banka. — Alle
uit ’s Lands Plantentuin, waarschijnlijk klimmende heesters.
— ? Djadjamboen. Borneo.
R h a m n a c b a b . K .enV . 5; B. I. 1.
Houtkenmerken. Z izy p h u s: Hout roodachtig, matig hard of hard,
zonder kernhout. Poriën klein tot matig groot, vaak als door overlangsche
schotten verdeeld, gelegen tusschen talrijke, smalle of zeer
smalle mergstralen. G.
284. Zizyphus Jujuha Lam. - Bidara M. Bara J. Widara J.
Boekol Mad. Kajoe-kom Timor. Balis-boekol Mak. M.- en
O.-Java Z. I, Mal.-Arcbipel, Voor-Indië.
Hg. 15 M. Stam meestal krom, laag vertakt, zonder wortellijsten en
met knoesten. Schors bros, grauw, niet zeer ruw, maar met veel barsten.
Kenbaar aan de kleine, onder wollig grijze of grijswitte, stompe,
eivormige of ronde, afwisselende bladen, welke min of meer tweerijig
aan de gedoornde twijgen zitten. Dit boompje groeit verstrooid, uit