
la Monarquía Indiana”, dat de Mexikaansche vorsten schoe-
nen droegen, gemaakt uit het sap van den ulequahuitl-boom,
en dat de Spaansche veroveraars hun mantels hiermee
waterdicht maakten. In Zuid-Âmerika, in het Amazonedal,
werd de massa reeds vóór de komst der Europeanen
onder meer tot het maken van fleschvormige spuiten
gebruikt, en naar den Portugeeschen naam hiervan (seringa)
heet de Pará-caoutchouc-boom in Brazilië thans nog
„seringueira”.
De eerste wetenschappelijke verhandeling over caoutchouc
verscheen in 1751 van de l a Condamine, die, gedurende
eene Fransche expeditie naar Ecuador met B o u g u e r in
1736, aan de „Académie des Sciences” te Parijs monsters
van eene „zwarte barsachtige massa” gezonden had, en
toen nader hierover mededeelde, dat de massa door de in-
woners van de provincie Esmeraldas en de Maïnas-Indianen
„cahuchu"’ of „caoutchouc" genoemd en uit een boom g e wonnen
werd, die onder den naam van „hhévé” bekend
was. F r e s n a u voegde aan dit bericht toe eene nauwkeu-
rige beschrijving en afbeelding van den boom. De Fransche
botanicus F u s e t -A u b le t reisde spoedig daarna naar Guyana
en noemde den caoutchoucboom in 1795 in zijn werk over
de flora van dat gewest Hevea guyanensis.
In de la a t s t e h e lf t de r 18® e e u w b ie ld e n z ie h v o o r n am e lijk
F r a n s c h e g e le e rd en b e z ig m e t h e t m e rk w a a r d ig e n ie u w e
p r od u k t. In 1761 ontdektengelijktijdigHÉRissANTenMACQUER
de op lo sb a a rh e id in a e th e r en te rp en tijn o lie , en e e n ig e n tijd
la te r m a a k te de la a t s te b u iz en , door e en k e rn v an w a s m e t
e e n e a e th e r is c h e c a o u tch o u c -o p lo s s in g te b e s tr ijk en , e n dan
de k e rn ia te r m e t w a rm w a t e r u it te sm e lte n . O m s tr e ek s
1775 w e e s M a g e l la n op d e e ig e n s c h a p v a n c a o u tch o u c ,
p o tlo o d str ep en te k u n n e n u itw is s c h e n , h e tg e e n P r i e s t l e y
o ok r e ed s o n td e k t h ad. Er w e r d e n op z ijn e a a n sp o r in g
k le in e b lo k je s v an d it m a te r ia a l a ls r a d e e rg om in d en h a n d e l
g eb r a ch t. In 1791 m a a k te G r o s s a r t o ok k o r te e in d je s b u is
door van gesneden plaatjes caoutchouc de randen met aether
aaneen te plakken.
De toepassingen van de caoutchouc bleven echter beperkt
; het wegwisschen van potloodstrepen en het dichten
en aaneenkitten van laboratorium-toestellen was wel het
eenige gebruik, dat men er van maakte. Omstreeks 1820
hielden zieh in Engeland Thomas H a n c o ck en C h a r le s
M a c in to sh bezig met het zoeken naar een goed oplosmiddel
voor de caoutchouc, met het doel om waterdichte w e e fsels
te vervaardigen, in den beginne zonder succès. De
compagnons scheidden en ieder zette zijne proefnemingen
voort. H a n c o ck konstrueerde weldra den z.g. w o lfo fm a s -
tikator, waarin de caoutchouc tot homogene blokken ge-
kneed werd; ook maakte hij mengsels van caoutchouc met
minerale stoffen. M a c in to sh vond in benzol een goed oplosmiddel
en maakte in 1823 de eerste, naar hem genoemde
waterdichte kleedingstukken. Omstreeks 1836 kwamen
ook de walswerktuigen meer in gebruik.
Doch de caoutchouc behield nog één groot gebrek; zij
was n.l. bij temperaturen van + 0° nagenoeg unelastisch en
hard, terwijl zij bij zonnewarmte kleverig werd, waardoor
de ermee doortrokken of belegde kleedingstukken aaneen
plakten. De fabrikatie van waterdichte schoenen, waar men
zieh in dien tijd in Amerika op toelegde, ging om dezelfde
redenen langzamerhand weer geheel te niet. Hei belangrijke
vraagstuk, dat op te lessen was, luidde dus: hoe maakt
men de caoutchouc tegen temperatuurinvloeden ongevoelig?
De oplossing van dit probleem hebben wij te danken aan
den Amerikaan G o o d y e a r (1800— 1860). Hij vond in 1840,
dat caoutchouc, gemengd met zwavel, na verhitting eene
massa opleverde, die door winterkoude hare elasticiteit
niet verloor, en die ook tegen hooge temperaturen bestand
was. ^ Het procédé leidde tot de fabrikatie van artikelen,
waann de gewenschte „verandering” was teweeggebracht.
Goodyear nam op zijne uitvinding geen patent. Er kwamen
W-
l i
4 ‘ '