
T "
526. Dyera Lowii Hook. fil. — DJeloetoeng, Djoeloetoeng W. Afd
Borneo.
Levert een caoutcliouc-achtig product, dat dezelfde namen draagt als
de boom, en in chemische geaardheid eigenlijk weinio- op caoutchouc
gehjkt (m alcohol oplosbaar). Men wint het product d lo r f t ë n l a T
hast a f te snijden; het sap blijft op de snÿvlakte kleven en wordt er
h ë Æ r H e t n r o r c T ‘ gemengd met water en wat petroleum, waarna
het stolt. Het product gaat vooral n a ar Amerika, waar men het met
caoutchouc mengt, en er goedkoope rubberartikelen, o. a. kindersneel
goed, yan maakt. Het is bekend als B r e s k , D e a d B o r n e o
L ? i ë z e e ? T „ T r ‘^®'"°®T Göttingen’ 1901)?
De boom hoeveelheden aan de mark t.
S k t Z t kaarsrecht.takt. Bast grysachtig. Op plaatsen, waar de grond van t iihdo otogt vteiirdhebben
de wortels bovenaardsohe verdikkingen ter
die rhk l ë T a n T T l ? 7 geelachtig bruinfn hast,
527.
528.
529.
530.
Kickxia arborea Bl. (? Steud.). - Santen J. Ki-benteli S.
Java Z. I.
adeer? wwoo ltteeim lyi sstfecnn,“ ' hho' ro^g ‘’ vertakt. Schors donkerg^ranudwe,r gklnaode smtenet, zvoenc-i
wit melksap De rolronde, bijna 1 M. lange v r i c Z T f n het rio cM
ifhldTlT^ «ft gelijkende, zaadpluis, zijn gemakkelijke herkennings?
iT d e i b i o S T T f tL ^ r T ’ Deze zeldzftme boom 3 t
j rr « ’ ®" •'e™* '‘'00'' ih altijdgroen, heterogeen ocrwoud.
Het hout wordt als niet duurzaam niet gebruikt. Het melksan is
gezocht als middel tegen ingewandswormen. K .e n V . S.g. 0.43; 0 48.
Ochrosia acuminata Trimen - Sangkongan Tl. Tb. Sam-
Tt. Sasangkongan-Tintek TI. Sasangkongan-rindem
il. Celebes.
Hout voor planken, soms voor prauwen. K.
0 . salubris Bl. (Lactaria salubris Eumph. - Gerbera
oppositifolia Lam.). - Sangga-langit J. Java Z. I. II Andamanen,
Singapore, Ceylon. ’
,T^8r-.13 M Herinnert door vertakking en blad aan Retavano T
{Terminaha Calappa). Zeldzame boom. Gebruik onbekend. K ^en V .
Plumería acutifolia Poir. — Semhodja S. J. Kembodja J.
Kambodja M. Kalon-tjoetjoe Tt. Tl. Tb. Ts. M. Kembang-
gading.tsjoe-tsjoe Amb. Trop.-Amerika, op Java en in vele
streken van Indiö gekweekt.
? °?rorliezende boom, die op Jav a vooral op de inlandsche
begraafplaatsen wordt gekweekt. In de Minahasa eveneens. Het hout
heeft oen fijne dooh korte vezel, is dikwerf schoon gevlamd met
fraaien weerschÿn, dooh het is zelden gaaf te bekomen, en lästig in het
bewerken. Het wordt gebruikt voor fijiie meubelen, doosjes en inleg-
werk, maar wordt weinig gekapt en is zeldzaam te krijgen, daar de
boomen op de Javaansche begraafplaatsen staan, en de Javanen
zulke boomen niet gaarne vellen, en nimmer zonder een sedekah als
zoenoffer te geven. Het witte melksap wordt gebezigd om gezwellen
spoedig tot rijpheid te brengen. v. M.
De aangenaam riekende witte bloemen worden als reukmiddel gebezigd
en tusschen kleederen enz. gelegd. Hssk.
in V.- en A.-Indië en Ceylon als sierboom g-ekweekt en ook gaarne
bij tempels geplant. Pogingen om caoutchouc uit het melksap te
maken zijn mislukt. Bast dik, glad, grijs, afschilferend in kleine
stukjes. S.g. 0.59. G. 0.68. Zie voor eene afbeelding en beschrijving
der eigenschappen van dit bekend javaansoh gewas £>r. M. Greshoff's
Nuttige Indische planten.
531. Tabernaemoutaua spbaerocarpa Bl. — Djembirit J. Gem-
birit J. Tjempirit J. ? Ler-kamphing Mad. 0.- en M.-Java
Z. I. II.
Hg. 10 M. Stam krom, laag vertakt, zonder wortellijsten, soms met
ondiepe gleuven. üiterste twijgen donkergroen. Sohors dik, grauw,
afschilferend, met kJeverig wit melksap. Ben altijdgroen boompje met
dichte, donkergroene kroon, talrijke, witte, welriekende bloemen, en
prächtig oranje gekleurde, openspringende vruchten. Komt nooit gezellig
voor, doch is in vele streken algemeen, en groeit uitsluitend
op constant vochtigen, vruchtbaren grond. Het hout wordt als te klein
en te weinig duurzaam niet gebruikt. Als sierboom aan te bevelen,
voor wegenbeplanting te klein, voor herbosschingen waarschijnlijk
meestal te kieskeurig. K. en V. S. g. ? 0.44.
Houtkenmerken. WriyhUa: Hout wit, matig hard. Poriën klein,
schaarsch, in korte, radiale lijnen. Mergstralen zeer smal, talrijk. G.
532. Wrighlia javanica A.DC. — Bintaös, Mentaos S. J. Dja-
litri S. AV.- en M.-Java Z. I, Br.-Indiö.
Hg. 18 M. Meest laag en krom, soms nogal hoog. Stam tamelijk
recht, met talrijke smalle en diepe gleuven, zonder wortellijsten, herhaaldelijk
vorksgewijze vertakt. Kroon laag aangezet, dicht. Schors
taai, ruw, met vele diepe, overlangsche barsten. Veel wit, kleverig
melksap. Een boom met witte, welriekende.bloemen, die in den vruoht-
tijd dadelijk te herkeunen is aan de vingerdikke, spoelvormige,
openspringende vruchten, en de talrijke, met lange haarkuif voor-
ziene zaden. Groeit niet gezellig, maar komt toch soms in groot aantal
voor, en wel uitsluitend op periodiek of constant droge, en vooral op
Steenachtig:e, gronden, in ijl, loofverliezend oerwoud. Het hout is nielk-
wit, fijn, licht, reukeloos en duurzaam, en daarom gezocht voor snijwerk.
Echter slechts in kleine afmetingen te krijgen. Chltuur m. h. o.
op het hout aan te bevelen. Voor wegenbeplanting en herbewouding
ongeschikt. K . en V.
Het hout wordt gebruikt tot het inleggen van fijn huisraad en tot