
stoffen, zooals creosoot, sublimaat (kyaniseeren), kopersuliaat,
zinkcliloried, enz. Het aankoolen, teeren en verven, zÿn ook
niaatregelen met dezelfde strekking.
Degenen, die over de structuur en de technische eigenschappen
van hont meer mochten w'enschen te weten, worden verder
verwezen naar: Dr. H. N ö r d l i n g e r , Die technischen Eigenschaften
der Hölzer; G. J. S t am , Het hout; Dr. K a r l W i l h e lm ,
Hölzer (Sonderabdruck aus die Rohstoffe des Pflanzenreichs
von Dr. J. W i e s n e r ) ; C i i k v a n d i e r e t W e r t h e im , Mémoire sur
les propriétés mécaniques du bois; P o w k e , Tables of results
of a series of experiments on the strength of British colonial
and other woods, en voor de anatomische en physiologische
bÿzonderheden vooral naar het bekende Lehrbuch der Botanik
für Hochschulen, von Dr. E. S t r a s b u r g e r , Dr. F . N o l l , Dr.
H. S c h e n c k , und Dr. G. K a r s t e n (ed. 1904).
Bovenstaande gegevens over de technische eigenschappen dei-
houtsoorten, werden voornamelÿk ontleend aan het genoemd
werk van wÿlen den Delftschen technoloog S tam .
HOUTSOORTEN
VAN N E D E R L A N D S C H INDIË.
D i l l e n i a c e a e . k . enV. 1; B. L 1.
Iloutkenmorkon. Dillenia: Hout liclit rood of roodachtig bruin, matig
hard. Poriën matig groot, gelijkmatig verspreid, vaak gevuld met oeue
witte zelfstandigheid. Mergstralen van twee soorten, talrjjke breede of
matig breede, met weinige zeer smallo er tusschen. Op radiale doorsnede
fraaie glans van de morgstraalvlokjos. G. *)
]. Dillenia cloiigata Miq. — Ampale. Ampaloe. Ampalo. Sum.
Groote boom. Pjjn cn dicht bout, zeer geschikt voor workbout. v. 11.
2. D. cxiinla Miq. — Ranggang-hako. Sumatra.
Voor stijlon bij liuisbouw. C. S. g. 0.8G. (Waar daarbij niets naders
vermeld Staat, hebben do s. g. betrekking oj) do monsters uit liet Haarlomsob
museum, en op de bepalingen, gedaan in liet laboratorium dier instelling.)
3. D. indica Linn. (D. speciosa Tliuub.). — Sempor-tjqj S. Seni-
poei' S. Kòsar J. Simpol J. ? Samhoeta J. Sonipoer-ajer,
Sipoer Mandh. Menanipa Cel. Ai-lasalinoe, Ai-makaniitoe
Amb. Songo M. Midden en West Java Z. I., Mal.-Archipel,
Britsch-Indi6, Malaka.
h g - (= Hoogte) 15 M. Stam nogal krom, laag vertakt, zonder, of met
kleine wortellijsten, ondiop gosleufd on met vele knoesten. Sobers bros,
typisch koperkleurig on papiordun nfscbilferond. Buitendien to berken-
') De houtstriictiiur-bescbrijvingon der geslachten en families zijn oiit-
leond aan bet in de inleiding genoemde werk van Gamble, en gelden dus
strikt genomen slechts voor de soorton van Britsob-Indië. Xu komen vele
soorten van Ked.-Indië daar niet voor, en aangezien nauw'o familieverwant-
sebap niet steeds gelijkvormigbeid van houtstructuur ten gevolge beeft, zoo
is bet wol mogelijk, dat men soorton zal aantreifen, waarop bedoeldo be-
scbrijvingen niet geheel toepasselijk zijn.
n a