1:
ü ;¡i
34
f 1.800.000 in kas, waarvan naar schatting ongeveer
/ 800.000 zal overblijven, als pijpleiding, pompstation en
rafflnaderij geheel voltooid zijn.
De N. Rott. courant van 30 Dec. j.l. vermeldt, dat de
Dir. der Maatsch. Moeara Emin eene overeenkomst heeft
gesloten met de Schell Transport and Trading Company
(limited), krachtens welke deze optreedt als agent voor den
verkoop der producten van Moeara Enim.
In de op 11 Mei 1899 te Amsterdam gehouden algemeene
vergadering van aandeelhouders der Petroleum-Maatschappij
„Moeara Enim” is het verslag van den directeur aan den
raad van Commissarissen over 1898 medegedeeld. Dat verslag
vangt aan met eene herinnering aan de uitgifte van
nog f A millioen aandeelen, tegen den koers van 118 pCt.,
van het Maatschappelijk kapitaal groot f lO millioen, krachten
s het besluit der algem. verg. van 27 Cet., waarbij het
bestuur tevens werd gemachtigd het avans door de uitgifte
dier aandeelen boven pari te verkrijgen, te besteden tot
geheele of gedeeltelijke betaling der koopsom van het recht
van vergunning tot mijnbouwkundig onderzoek op een
terrein, gelegen in de residentie Palembang op den linkeroever
der Moesi-rivier, groot 57.804 bouws en bekend onder
den naam van Babat.
De vergunning „Babat” is den 16®" Januari ten name
der Mij. overgeschreven ; op bet verzoek aan de regeering
om de indiening van het request tot verkrijging van concessie
voor de exploitatie van dat terrein, welke namens
het Palembang-Syndicaat had plaats gehad, als door de Mij.
gedaan te willen beschouwen, is, blijkens na het afdrukken
van het verslag ontvangen telegrafisch bericht, günstig beschikt;
de concessie is op dezelfde voorwaarden verleend
als de concessie Moeara Enim.
De vergunning tot het doen van mijnbouwkundige opsporingen
in vier terreinen, gelegen in de onder-afdeeling
Lemating Ilir, is voor den tijd van 3 jaren door de regee-
35
ring verlengd; terwijl de Mij. voor den tijd van 75 jaren
concessie heeft verkregen tot het ontginnen van petroleum
en andere bitumineuse stoffen op een terrein, deel uitma-
kende van tw e e der bovengenoemde vergunningen en groot
31.200 bouws. Het jaarlijks verschuldigde vast recht is
gesteld op 25 cent per bouw, en de cijns op 7 pet. van de
netto-opbrengst.
Ten behoeve van de marga’s Soengei Lengi, Moeara Enim,
Karang Radja en Darmo werd een bedrag van f 15,000 in
’s lands kas te Palembang gestört, waarvoor de bevolking
afstand doet van aile rechten op de in het concessieterrein
voorkomende oliebronnen Minjak Lengi en Minjak Kern-
boeroe.
Het verzoek tot verkrijging van erfpachtsrecht op het
terrein beoosten de Peladjoe rivier is door de regeering
van de hand gewezen, terwijl omtrent het terrein op den
linkeroever der Pangkalan Baiei rivier nog geene beslissing
werd genomen.
„ln het begin van 1898”, zegt de directeur, „werden
onderhandelingen geopend met de Standard Cil Company
van New-York, de eenige, welke zich tot dat tijdstip tot
samenwerking met onze Maatschappij bereid had verklaard.
„Inmiddels had het bestuur der Koninklijke Nederl. Mij
tot expl. van petroleumbronnen in Ned.-Indie in algemeene
bewoordingen hare tusschenkomst aangeboden, om de
producten onzer rafflnaderij aan de markt ie brengen. Het
daarop gevolgde mondeling en schriftelijk overleg vestigde
echter de overtuiging, dat een contract op voor onze Mij
aannemelijke voorwaarden niet zou zijn te bereiken, zoodat in
Cctober 1898 besloten werd tot de uitgifte van nog / ’4,000,000
aandeelen. In de toelichting tot het prospectus dier emissie
werd verklaard, dat het noodig voorkwam door meerdere
kasmiddelen der Mij. in staat te stellen zoo noodig haar
eigen weg te gaan, hoewel daarmede samenwerking met
andere maatschappijen in beginsel niet werd afgewezen.
m ■: