
gekweekt De W.-lnd. vorm vertoont onregelmatige buikvormige zwel-
lingen in den stam. De kleppige doosvrucbt bevat talrijke zaden en is
verder opgovuld met liet kortharige zaadpluis, do bekende kapok. De
znden bebben een zwnrtc scbil, dio ongeveer 45 “/o van hun gewioht
uitmaakt. Duizend gesoliilde zaden wegen ongeveer 45 gram. De zaadkernen
bevatten ongeveer 25 “/o kapok- of randoe-oKe. Deze kapok-olie
wordt zeer verschillend beschreven. Meestal als een bij gewone temperatuur
vloeibare olie, dio licbtgeel of groonaohtig geel van kleur is, met
zwakken, niet onanngonnmon reuk en smaak, bij langer staan eenig
vast vet afsclieidend ; deze olio is zwak drogend (joodgetal tot 129).
Andere besohrijven liaar als niet drogend (joodgetal 92). Woor andere
als een bij gewone temperatuur vast vet (joodgetal G8). Deze verschillen
kunnen niet alleen uit de boreidingswijzo verklaard worden. De olie
dient voor de zeepziederij. De perskoek doot in Indië dienst als meststof;
zij bovat 2 7o phosphorzuur, 1.6% kali en 4 .3% stikstof. In Europa
geperste koek (waarsolnjnlijk uit geheel of gedeeltelijk geschild zaad)
wordt ook als veevooder in den bandel gebracht, zij bevat +28 % eiwit-
stolfen, 7 % vot, 18 % koolhydraten (zonder de oelstof) en 6.5 "/„ minerale
bestanddeelen, waarvan 2 "/o kali en 2.8 % phosphorzuur.
Olie: Soortelijk gewioht bij 15“ 0.920—0.921, Vriespunt —10“, Verzeepingsgetal
181 — 190, .loodgetal 92—129, Smoltpunt der vetzuren
29“ —32“, Vriespunt der vetzuren 23“—28".
Vet: Soortelijk gewioht bij 15" 0.924, Vriespunt 29", Verzeepingsgetal
196—205, Joodgetal 68—75, Reichert-Meissl-getal 3.3, Smeltpunt der
vetzuren 36", Vriespunt der vetzuren 32".
In het iiiuseiim: Zaden, olie en vet.
Oossypinm spec. div.
Verschillende soorten van dit geslocbt zijn als katocnplanten bekend.
Het meest algemeen is G. herhacenni L., die in Amerika de grootste
hoeveelheid katoen levert. De Wost-Indisobe katoenjilant is G. harha-
dense L. ; deze levert een zeer fijne katoen. In China beboort de variëteit
thuis, dio de gele z. g. Nanking-katoen geeft. Alle zijn struiken, waarvan
G. barbadonse bet grootst wordt (tot 5 M.), de anderen veel kleiner
blijven (tot D/s M.).
In ieder der 3—5 hokjes van de openspringendo doosvruch ( liggen
3—8 zaden, omgeven door een wit zaadpluis, het katoen. De zaden zijn
onregebnatig eivormig, 6—9 mM. bij 4 — 5 mM., en hebben een dunne,
vrij brooze scliil, die ongeveer 42 —50"/o van liet gewicbt van bet zaad
zonder liet katoen uitmaakt. In de zaadkern kan men op de doorsnede
met bet bloote oog vele donkerbruine of zwarte puntjes waarnemen ;
dat zijn klieren, die een donkerbruine bars bevatten. Bij het uitpersen
der olie lost deze de hars op en wordt daardoor donkerrood gekleurd.
De zaden bevatten 15—25 "/„ katoen-olie.
De verwerking van bet zaad heeft twee bezwaren te overwinnen gehad:
ten eerste de geheele verwijdering van de katoenpluis en ten
tweede de afscheiding van de roode hars uit de olie. Beide moeilijk-
beden zijn opgelost; voor het eerste is een goed werktuig geoonstrueerd,
voor het tweede is een zuiveringsprocédé met bijtende soda ingevoerd.
Het zaad wordt soms geschild, soms ongesebild vermalen, en 1 of 2
malen, meestal eenigszins verwarmd, geperst. Do perskoek, vooral die
van geschild zaad, is een goed veevoeder, raits zij geheel vrij is van
katoenpluis.
T
Katoenolie is weinig drogend, ongezuiverd donkerrood, gezuiverd geel
van kleur. Bij + 12" begint zij vast vet af te zetten. Door afkoeling
en filtratio van bet afgescheiden vaste vet, maakt men er zoogenaamde
„winteroil” van, in tegenstelling met de gewone of „suinmeroil” ; liet
vaste vet komt als katoonstoarine in den handel. De olie bestaat voor
ongeveer "A—% uit trioleïne en trilinoleïne en voor ongeveer V«—Va uit
vaste vetten, hoofdzakelijk tristearine. Zij wordt op groote schaal gebruikt
als spijsolie en als grondstof voor kunstboter, verder voor de
zeepbereiding. In Europa wordt vrij wel uitsluitend Egyptisch, Klein-
Aziatisoh en Engelsoh-Indisoh zaad gebruikt; het laatste bevat de minsto
hoeveelheid olie, slechts 15 —18 "/o, en deze is ook van minder goede
qualiteit. In Amerika wordt bet daar geproduceerde zaad nog slechts
gedeeltelijk, maar in snel toenemende hoeveelheid vorwerkt. De olie
wordt in groote hoeveelheden n a a r Europa verzoïiden. ')
In den laatsten tijd zijn er op Jav a en Sumatra en vooral ook in West-
Indië nieuwe pogingen aangewend, om tot eene geregelde katoenoultuur
te komen. Bij deze proeven is natuurlijk van een verwerken van het
zaad op olie nog geen sprake.
De volgende cijfers gelden voor gerafflneerde olie. Soortelijk gewicbt
bij 15" 0.922—0.930, Vriespunt 0", Verzeepingsgetal 191 —198, Joodgetal
105 — 113, in Zeiss’ refraotometer 67.6—69.4 bij 25", Smeltpunt
der vetzuren 34“—38", Vriespunt der vetzuren 30"—36".
I n het muséum: Zaden, olie.
Hibiscus spec. div.
Ilihiscus Ahelmoschus L. Een kruid van Oost- en West-Indie. De
zaden, Muskuszaad (Semen abelmosobi) genoemd, bevatten een welriekende
olie. Op Java heet het zaad Waronzaad, en is de olie bekend als z.g.
Gandapoera-olie.
I n het museum: Zaden en olie.
De zaden van Hibiscus cannahinus L. bevatten 15—20 "/o eener licht-
gekleurde olie, die wel als smeermiddel en als lampolie diende ; Soortelijk
gewicbt 0.926.
Hetzelfde kan gezegd worden van H. esculentus L., die gekweekt
wordt om de eetbare vruchten.
Ook van H. ficulneus L. en II. Sabdariffa L. is het bekend, dat zij
oliehoudende zaden leveren.
Fam. Meliaceae.
'Aglaya Teysmaiiiiiana Miq.
Boom uit de Lampongscbe distrioten. De zaadkern bevat 35 "/o van een
roodbruine, drogende olie.
Een onderzocht monster uit Eng.-Indië gaf: Soortelijk gewioht bij 15"
0.939, Verzeepingsgetal 189.7, Joodgetal 134.9, in Zeiss’ refraotometer
64.5 bij 40".
*) De productie aan katoenolie in de Vereenigde Staten werd over 1901
gesohat op 90 millioen gallons = 375 millioen KG.; ongeveer de helft dezer
olie werd uitgevoerd. Voor het ja a r oindigend 1 Sept. 1905 werd die productie
op 500 millioen en de uitvoer op 215 millioen KG. gesohat.
Do uitvoer van katoenzaad uit Engelsoh-Indië bedroeg in 1903 3.975190
owt. = 202 millioen KG.
i -
îM
i “!"•
; '^1
; ' vS.
s ■
r i
;f Hil
• t ' '
‘'i-.'
■V'i.
' -H'.
l'.i
•ri,*'