
Bangkiraî-poetih M. Bangkanaî-lampong Daj. Borneo.
Hooge boom, groeit bÿ voorkeur aan den oever der rivieren.
De bladeren zÿn klein, van boven groen, van onderen wit.
Het hout is licht, witgeel van kleur en wordt alleen bÿ
huisbouw gebruikt, doch is niet duurzaam. Van de schors
maakt men sirappen voor dakbedekking. Jeiit. - Bang-
kiraï-tambaga M. BangkanaUambaga Daj. Borneo. Hooge
boom; groeit in het gebergte; de bladen zÿn klein. van
boven groen, van onder roodachtig. Heeft donker en hard
hout, en wordt voor velerlei doeleinden gebruikt. Jent. —
Bangkirai-warik. Borneo. — Baroewas. Riouw. — Basaer-
goenoeng M. Basoeî Daj. Borneo. Hooge boom; groeit zoowel
in het gebergte, als in lagere streken. De bladen
zÿn vrÿ groot, rond, groen van boven en wit aan den
onderkant. Blet hout is wit met licht rose tint en wordt
voor huis- en scheepsbouw en voor planken gebruikt.
Jent. - Blangiran-goening. Borneo. Goed timmerhout.
geschikt voor djoekoengs. In den grond vrÿ duurzaam,
maar niet bestand tegen witte mieren. Boomen groot, maar
zelden mooi recht. Gout. - B.-hitam. Borneo. - Brenti,
Beranti. (Hopea sp.). Sumatra. Voor planken en prauwen.'
levert een zwarte hars of damar. G. S.g. 0.44. - ? Bama-
dama. Sumatra. Goed werkhout. v .H . - ? Damar. Menado.
S.g. 0.63; Sum. 0. K. S.g. 0.94. — ? Damar-angi. Borneo.
Groote boom. Veelvuldig voorkomend in bergstreken. Hout
voor vaartuigen en huisbouw, maar niet duurzaam. De
boom levert per jaar ongeveer een pikol damar, die evenwel
niet holder is, en niet wordt uitgevoerd. Schors voor
omwanding. Gout. — ? Damar-laut. Deli. S.g. 0.63; 0.87. —
? Damar-merah. Sum. 0. K. S. g. 0.97. - ? Damar-podih.
Borneo. Hooge boom. Groeit in lage, moerassige streken.
Hout zeer gewild, goed te bewerken, gebruikt voor vaartuigen,
huis en bruggenbouw. Jent. Hout duurzaam. De
witte hars, waaraan het zijn naam ontleent, komt er in
aders in voor. Gout. - ? Damar-selonbeho. Menado. —
Damar-sipoet. Borneo. - Malebekan. Uit de vruchten wordt
olie geperst. v. H. - Mandirawan. (Hopea sp.). Sumatra.
Levert een goed timmerhout, fijn van vezel, zwaar en
sterk. — Mangrawan.NLoxitràùo. S.g. 0.67. — Maramboeëng.
Palembang. Goed voor planken. v.H. — Maranti. (Hopea
sp.). Sum. Voor planken en muurplaten. C. S.g. 0.61. —
M.-katoeko. Sumatra (Baro's). Een veel en in groote afme-
tingen voorkomende houtsoort. Zij heeft de kleur van
mahonie, en wordt in lengten van 14 M. op 1 M. dikte
geleverd. Het hout is zeer licht en niet duurzaam. S.g.
0.42. H. 0.48. - M.-limo-manis. Sumatra. Voor planken
en kano’s. G. S. g. 0.59. - M.-saga. Sumatra. Voor planken,
staanders enz. G. S. g. 0.51. — M.-sarang-poeni. Sum.
Voor planken, ook bij scheepsbouw, meubelen enz. C.
S. g. 0.67. — Melabakan. Borneo. — Melaban. Borneo. —
Melabekan-abang. Sum. Goed werkhout; de vruchten geven
olie. V . H . - M.-akar. Sum. Voor prauwen; de vruchten
geven olie. v. H. — Melangir. (Hopea sp.). Banka. Goed
timmerhout. G. S.g. 0.92. - Mengrawan-batoe. (Hopea
sp.). Banka. Goed timmerhout. G. S. g. 0.89. — M.-boenga.
Banka. Als 91, doch minder duurzaam. S.g. 0.63. St. 0.72.
— M.-djangoet Sumatra. Voor planken en huisbouw. C.
S.g. 0.58. - M.-telor. Sumatra. Voor huisbouw. G. S.g.
0.58. — Mensaraja. (Hopea sp.). Voor planken. G. S.g.
0.52. - Merangsi Daj. Sum. Vruchten zoet; bladen als
medicijn. v.H. — Meranti. (Hopea s]>.). Sumatra, Borneo.
Zacht en grof. Uit de vruchten wordt de zoogenaamde
lango-olie geperst. Het hout wordt gebruikt
voor prauvien, drÿfhout en huisbouw. De bast voor oin-
wanding van kleine woningen en als vezelstof. De gëtah
die uit de stam druppelt dient als stopmiddel bij diarrhée.
V. H. S. g. 0.34. H. 0.44; 0.57. - Meranti. (Shorea sp.).
Hout geelachtig van kleur, zeer slecht te bewerken, omdat
het zoo vezelig en zacht is. Sculpt. - Meranti-anggoeng.
Sumatra. Grof en zacht. Beter voor planken dan voor stijlen.
V. H. - M.-asap. Sumatra. Vrÿ hard, nog al fijn, wel geschikt
voor werkhout. v.E. — M.-batoe. Banka, Sum.
Duurzaam in water, geschikt voor stijlen en planken. C.
S. g. 0.79. - M.-betina. Sumatra. Niet hard, fijn, wel ge