
HM r a n
Hoewel het gelukt is verscheidene edelgesteenten kunstmatig
te verkrijgen, hebben de talrijke onderzoekingen om
diamant te maken slechts twijfelachtige uitkomsten opgeleverd
De diamant kristalliseert in het regelmatige stelsel, duidelijk
octaëdrisch ; de diamanten zijn meest kleurloos, doch er komen
ook gele en bruine, zelden zwarte, blauwe en i;ozenroode
voor. Vele vertoonen donkere vlekken, veroorzaakt door de
aanwezigheid van kleine kristallen, die minder lichtbrekend
zijn dan de diamant.
De diamant bezit den sterksten glans en is sterk lichtbrekend
; aan de laatste eigenschap is hij zijn -»vuur” ver-
schuldigd ; de doorzichtigheid van den diamant noemt men
zijn y>ivater.’’ Het spec. gew. bedraagt 3,5 tot 3,55, zijn
hrekingsexponent 2,487, zijne hardheid 10. Hij geleidt de
electriciteit niet en de warmte slecht.
Bij de verbranding tot koolzuur laten de meeste diamanten
een spoor asch (0,05 tot 0,20 pCt.) achter, voornamelijk bestaande
uit kiezelzuur en ijzer.
G E S C H I E D E N I S .
Langen tijd leverde uitsluitend 0 . Indië en wel voornamelijk
Borneo diamanten op, totdat in 1727 in Brazilië en
in 1867 aan de Kaap (waar de Kimberleymijnen de beroemdste
zijn) groote diamantmijnen werden gevonden. De diamant-
mijnen van Brazilië hebben zulk een groote hoeveelheid opgeleverd,
dat men tot 1850 de waarde der aldaar gevonden
diamanten schatte op de waarde van 105 millioen Thaler. De
Zuid-Afrikaansche diamanten bezitten een geelachtigen tint
en daardoor een mindere waarde dan die van Borneo, maar
de quantiteit is veel grooter en evenzoo worden er veel meer
groote diamanten gevonden dan op Borneo. Men schat de
quantiteit in 1886 verkregen op 3,047,639 karaat ter waarde
van £, 3,261,570, in 1887 op 3,646,899 karaat, ter waarde
van S 4,033,582 en de totale quantiteit van 1878 to ten met
4887 gedolven op 27,878,587 karaat ter waarde van de kolossale
som van H 31,717,341. Een steen van 100 karaat
(2OV2 Gram) verwekt nauwelijks zooveel opgewondenheid
als een steen van | van deze grootte in Brazilië. Ongeveer
*90 pCt. der totale opbrengst wordt door Zuid-Afrika geleverd.
Volgens V. S. Aubert ’ ) is er bepaaldelijk in de Transvaal geen
diamant op heden gevonden ; als dit zoo is, dan zou de diamant
van het Museum niet van de Transvaal, maar van de Kaap
afkomstig zijn.
Men vindt thans ook diamanten aan den Oeral, in N.-Zuid-
wales, in Californiê en in Georgië.
Het ligt het mee.st op onzen weg de producten onzer Koloniën
te bespreken, zoodat wij ons tot de diamanten van
Borneo zullen bepalen.
Op Borneo waren de diamanten vroeger het voornaamste
product, en men mag wel aannemen, dat in vorige eeuwen
bijna ieder inboorling zich met het zoeken van diamanten
bezig hield. De voortreffelijke eigenschappen dezer edelgesteenten
en de hoeveelheid lokten echter ook vreemdelingen,
■en het waren hoofdzakelijk Chineezen, die zich voornamelijk
op West-Borneo kwamen vestigen. In het begin dezer eeuw
waren de Chineezen nagenoeg de eenige, die zich met de
exploitatie bezig hielden, maar ook deze scheidden daarmede
spoedig uit en wel voornamelijk omdat de opbrengst niet
meer zoo belangrijk was als vroeger. In den tijd der 0 . Indische
compagnie was de diaraanthandel zeer belangrijk en Batavia
de eenige markt ; met het verval der compagnie nam ook de
diamanthandel af. Wel trachtte de Indische regeering in 1823
den handel weder op te wekken en in 1831 werd daartoe
een tweede poging beproefd, maar te vergeefs, zoodat het
monopolie der diamantgraverij werd opgeheven en ieder vrij-
') La République Sud-Africaine, uitgegeven bij gelegenheid der Parijscbe
tentoonstelling in 1889.