
Reeds sedert 1871 door ’s Lands Plantentuin op Jav a ingevoerd
A a n p p la n t als schaduwboom in koffietuinen. Daarvow algemeen gebruikt,
hoewel het weerstandsvermogen tegen wind niet groot is. Bij
B u itep o rg gekweekt om het hout, dat daar voor theekisten dient.
Groeit bijzonder snel. Een 10-jarige boom, die onder zeer günstige
omstandigheden was opgegroeid, had 35 M. tophoogte en 53 oM.
middellijn. Hij sterft op Jav a meest tusschen het lOe en 20e levens-
j a p en plant zieh daar spontaan hoogst zeld-n voort. Daarom ouffe-
sehikt voor homogene herbewoudingen m. h. o. op irrigatie, tenzij als
voorbereidmg voor herbewouding met andere soorten. Voor dat doel
uitmuntend, en ook voor grondverbetering, mits op iongen
leei^tijd n jk vermengd m»t langer levende, sohaduw-verdragende, altijdgroene
boomsoorten; zoowel in de laagvlakte als op 1100 M zeehoogte.
Aan de wortels zitten talrijke kleine knolletjes. K . en V. Zie
® ""*‘ige boomsoort in Teijsmannia dl. V. pag.
liof I ®“ 419—426. In Teysm. staat nog vermeld, dat
hot hout weinig duurzaam is en zwak. Het spint is wit en riekt
sterk naar kuoflook, duidelijk kernhout ontbreekt, maar n a ar het hart
toe wordt het hout roodachtig getint.
Wordt in p l a p r e streken sterk aangetast door de larve van een
boktor, waardoor de stam geperforeerd wordt, de bast afvalt, en hij dan
door wiudbreuk beschadigd wordt en afsterft. In hoogere streken
treedt deze schade minder intensief op. Houto. v. Schravendijk.
Sculpt. S.g. 0.50.
338. A. montana Benth. (A. Bentliamiana B l.), - Kemlandin-
gan-goenoeng J. Kemlandingan J. Poeloengan J. Belong J
Haroeman S. Nijing, Bali, Java Z. II. III. IV, Sumatra.
Hg. 15 M., dikwijls veel minder. Stam meest krom, laag vertakt. meest
ronder gleuven, zonder wortellijsten. Schors grauwbruin. Fijn gevind
loof en fraai gele bloemaren. Een vooral in de 3o zone algemeen voor-
I groeiend, voorkomt op periodiek
of OOTstant droge berghellingen. Bij voorkeur opschietend op afge-
brande alang-alangvelden. Het hout wordt als te klein, krom en weinig
duurzaam met anders gebruikt dan voor brandliout. Daarvoor is
het evenwel z p r gezocht, en werd het zelfs op den Dièng door inlanders
geheel ui eigen beweging in het groot voor dit doel aangeplant.
B f t J T T riekeu, worden op den
ftft f gebruikt. Cultuur verdient aanbeveling
op kale berghel ingen, zoowel m .h .o . op grondverbetering als irri-
p .tie , tusschen 1100 en 1600 M. zeehoogte. In het laatste geval moet
men evenwel langer levende soorten in grooten getale bijmfngen v6or
t a h a f tL iT f ‘^® D^ngbewoners worden uitgeputte
tabaksakkers na 6-jarige begroeiing met deze boomsoort, mits in zeer
p s lo te n stand, weer voldoende vruohtbaar. Op zulk een veld wordt
door de Javanen het droge onkruid eenvoudig in brand gestoken
7 " ’' e®" groote hoeveelheid kemlandin-
^a«-p tten gestrooid. De grond wordt niet bewerkt. Deze eenvoudige
t i Ä T .T . 'g o T o fo .e ffi'" ' “P wijze praeh-
339. A. procera Benth. - Weroe J. Wangkal J. Beroe Mad.
Bangkal Mad. Ki-hiang S. Java Z. I. II, Mal-Archipel,
Philippijnen, Australië, Voor-Indië.
Hg. 25 M. Stara meest slank, nogal recht, vaak met ondiepe gleuven,
en bijna zonder wortellijsten, hoog veriakt. Schors bros, hleek-
grijsgeel, nogal glad, onderaan soms in groote stukken afschilferend.
Een algemeen voorkomende boom, die in het eind der Oost moesson
nagenoeg bladerloos wordt, en, vaak gezellig groeiend, voorkomt op
peiiodiek waterarme gronden in loofverliezende hopschen. Ontbreekt
op vruchtbaren grond in altijdgroen oerwoud. Het hout wordt om
de duuizaamheid, groote sterkte en fraai uiterlijk door de inlanders
geroemd, en is voor meubels, huis- en bruggenbouw, landbouwwerktuigen
enz. gezooht. Kernhout fraai donkerrood bruin, en donker gevlamd.
Volgens Brandis wordt het hout in Eng.-Indië ook hoog geschat.
Het hout verliest bij het drogen bijna de helft aan gewioht.
De sohors wordt in de Preanger, met andere stoffen vermengd, soms
als visohvergift (toeba) gebezigd, en met zout inwendig als medicijn
voor karbouwen (in Samarang). In Eng.-Indië volgens Brandts-wei eens
voor_ leerlooierij gebezigd. Cultuur m .h .o . op het hout aan te bevelen
in streken waar djati niet thuis behoort. Voor wegenbeplanting
ongeschikt Voor herbossohing m .h .o . op irrigatie en grondverbetering
weinig aan te bevelen, tenzij als bijmengsel tussolien meer soha-
duwgevende soorten. K. en V.
Hout geelbruin, tamelijk vast, goed te bewerken. Sculpt. S. g. 0.61
-0 .9 6 . P. 6 9 5 -7 5 0 . G. 0.48; 0.57; 0.63.
340. A. s t i p u l a t a Boiv. — Sèngòn J. Sèngòn-djawa J. Djeung-
djing S. Djeungdjing-soenda S. Java Z. I. II, Mal-Archipel,
V.- en A.-Indië.
Hg. 35 M. Stam zuilvormig, zwak gebogen, hoog vertakt, zuiver
rolrond, zelden met gleuven, zonder of met kleine wortellijsten. Sohors
dik, bros, donker asohgrijs, met weinig gom. Peulen grauwbruin. Een
in M.- en O.-Java loofverliezende boom, die vooral in M.-Java zeer
algemeen is, niet zelden gezellig groeit, en voorkomt op droge steenachtige
gronden, in ijlgroeiende bosschen. Nooit op drassig terrein. Het
kernhout wordt, ofschoon niet zeer sterk en duurzaam, dikwijls door de
inlanders voor kano’s, huis- en bruggenbouw gebezigd. Kernhout
donkerbruin tot zwartbruin, nogal glanzend, reohtdradig. Als schaduwboom
in koffietuinen aan te bevelen {Kievits in Teysmannia). Voor
herbossohing m. h. o. op irrigatie en grondverbetering, mits met veel
altijdgroene soorten gemengd, zeer geschikt. Aan de meeste wortels
zijn veel „knolletjes” , dus waarschijnlijk vermeerdert hij het stikstof-
gehalte van den grond. Voor wegenbeplanting niet aan te raden.
K .e n V. Sculpt. S.g . 0.46 — 0.64. 6 . 0.37; 0.39; 0.46; 0.52; 0.60.
Houtkenmerken. DichrostacTiys cinerea RU Ae«. : Kernhout rood,
met zwarte strepen, uiterst hard. Poriön sohaarsch, matig groot, omgeven
door ringen van zacht weefsel. Mei-gstralen kort, smal, schaarsch,
op onderling gelijke afstanden. G.
341. D i c h r o s t a c h y s c i n e r e a W . e t A r n . Peu-eimg S. Poeng J.
Pong J. W.- en M.-Java Z. I. trop.-Azië.