
I T
683. G. glaiicnin Bl. (Pliyllauthus Kipareh Muell.Arg.). —
Tjetjerenehan, ? Ki-pare S. Java.
684. G. lucidum Bl. (Phyllanthus lucidiis Muell.Arg.). — Java.
Marèhmèh S. (Zie bij N°. 681.) S.g. 0.60.
685. G. molle Bl. — Plantentuin te Buitenzorg. S. g. 0.83.
686. G. moluccanum Bl. — Plantentuin te Buitenzorg. S. g.
0.73; 0.81.
687. G. ruhrnm Bl. — Ki-moeka S. Loso Rt. Java, Celebes.
S. g. 0.90.
688. Hevea hrasiliensis Muell. Arg. - Vaderland Brazilie. Levert
de P a r a -r u b b e r .
De boom wordt 18—24 M. hoog; kroon matig groot, niet hoog a an gezet.
Staat in den drogen tijd korten tijd kaal. Maakt dan zelfs in
den droogsten tijd weer jo n g groen en gaat bloeien. De jonge, drietallige
bladeren hangen eerst slap neer, maar gaan spoedig stijf
uitstaan. De rijpe vruchten hebben een zwarte sohil, en bevatten drie
vrij groote, fraai geteekende zaden, die op het oogenblik van rijpheid
der vruoht met groote kracht vele meters ver worden weggeslingerd.
Door het boschwezen op Jav a is de aanplant van dezen boom, die de
kostbaarste soort caoutchouc levert, ter hand genomen. De verwachting,
dat hij het best zou groeien op periodiek onder water staande, of althans
zeer voolitige terreinen (zooals aanvankelijk uit Brazilië gemeld werd),
heeft zieh niet bevestigd. Op nogal droge plaatsen, met goed door-
latenden bodem, op geheel sohoongekapte terreinen, in het volle lioht,
en tot 300 M. boven zee, krijgt men goede resultaten. De zaden ver-'
liezen spoedig hun kiemvermogen, langer dan 14 dagen mag men niet
met uitzaaiing wachten. Het is een sterke plant met groot herstellings-
vermogen. De zaden hebben in de kweekbedden veel te lijden van een
kleine soort mieren, die het endosperm der kiemende zaden opvreten.
Een bezwaar, aan deze cultuur verbonden, is, dat de boom, hoezeer
snel groeiend, zeer spichtig opschiet, en in de eerste jaren meestal
het beeid vertoont van een langen staak met een bladerenpluimpje als
kroon, zoodat de bodem niet wordt gedekt, en het onderhoud daardoor
kostbaar is. Op ult“ Maart 1904 bedroeg het aantal uitgeplante
boomen van het boschwezen 32000 stuks op 72 H.A.
Het oogsten van het product kan geschieden als dat van Ficus
elastica. In Brazilië evenwel vangt men het uitloopend sap ln schalen
op, en laat het Stollen door inwerking van rook. De wonden genezen
goed, veel beter dan bij Castilloa elastica. Zie verder Dr. P. van
Romburgh, Caoutchouc en Getah-pertja in Ned.-Indië, de Verslagen
over den dienst van het Boschwezen in Ned.-Indië sedert 1902, en
het belangrijke: „Report on Hevea brasiliensis in the Malay P eninsula”,
door Stanley Arden (eene Ned. vertaling verscheen in 1904), waaraan
hier nog wordt ontleend, dat het aantal geplante boomen ln Malaka
reeds IV2 millioen bedroeg op 5000 H.A. oppervlakte; dat het is gebleken,
dat de boom in B ra zilië op drogen doorlatenden grond het
best groeit, en dat witte mieren veel kwaad aan de boomen doen,
reden waarom het ontraden moet worden, bij het overplanten den pen-
wortel in te korten. De aanwezigheid toch van melksap in de beschüttende
weefsellaag sohijnt die indringcrs tegen te houden, en door dat
inkorten maakt men voor hen eene opening. Een andere vijand is
eene zwamsoort, waartegen men direct krachtige maatregelen moet
nemen.
In den laatsten tijd neemt de Hevea-cultuur vooral in Malaka, doch
ook op Ceylon, steeds grooter afmetingen aan. Het als doorschijnende
„bisquits” in den handel komend product is voortreffelijk, en behaalt
hooger prijzen dan de beste „wilde” Pani-soort.
689. Hippouiane Mglaudulosa Î AuM. — Braziliö. Te Buitenzorg
gekweekt. Hooge boom. S.g. 0.44.
690. Hoiualauthus Lescheuaultianus A.Juss. (Carumbiuiu po-
pulneum Muell.Arg. - C. populifolium Ruw.). — Kareumbi
S. Bodi Sum. Java. Sumatra.
Van de soort Krefnbi J . S., Kareumbi S., Tbtbplsiaà., Toetoep J. is
het hout voor pakkisten missohien bruikbaar. K. PI. TV. Pün, zacht
hout. V . H. S. g. 0.43. St. ? 0.98.
Houtkenmerken. Macaranga: Hout zaoht, sponsaohtig. Poriën matig
groot tot groot. Mergstralen eenvormig, zeer smal, dicht opeen gelegen.
O.
691. Macaranga bancana Muell.Arg. (Pachystemon bancaaus
Miq.). — Mengkrang, Mang, Banka, Billiton, Palembang.
Bast voor dakbedekking. Bll. S. g. 0.32.
692. M. hispida Muell.Arg. (Rottlera Mspida Krz.). — Haleke-
daun-besar Ambon. Wenang Tt. KajiU Tt. Kajoe-mahaive-
nang Tb. Menoang Tw. Tewa Tl. Lingkowoen Pk. Celebes.
Lage boom. S.g. 0.43.
693. M. javanica Muell.Arg. (Mappa javanica RI.). — Pareng-
peng S. Marengpeng S. ? Toetoep-rama J. ?Pasoengan J.
Mengkrang M. Mahang Billiton, Java, Malaka.
Hout onbruikbaar. K . PI. TV.
In Malaka heet hij Mahang-bayan, en is een kleine, kort levende
boom, die veel voorkomt in seoundair bosoh. Het hout is dof bruin
van kleur en tamelijk zwaar. Het is te klein om ergens anders voor
te dienen dan voor brandhout. S.g. 0.64. B. 0.45.
694. M. Mappa Muell.Arg. (Mappa inoluccaua Spr.). - Madang-
damar, Totara-palekong M. Mal.-Archipel.
S.g. 0.53.