
187.
188.
J. Kajoe-moni M. Kamoeni of ook Wanatah Sumatra, Celebes.
Ai-kasabar op Soemba. Waring Tl. Garing Tt. Kamuning
op Malaka. Java Z. I, Sumatra, N.-Guinea, Celebes, Philippijnen,
A^.- en A.-Indië, Ceylon, China, Australië, Malaka.
Hg. 7 M. Stam meest diep gegleufd. Schors grijs. Bloemen fraai wit,
welriekend, ter grootte van citroenbloemen. Bladeren gevind, met gaaf-
randige, onbehaarde blaadjes. Een altijdgroene, verstrooid groeiende,
nogal zeldzame boom, die voorkomt op periodiek zeer droge gronden
in loofverliezend, en in altijdgroen ijl bosch. Het hout is op Jav a zeer
gezocht voor fijn snijwerk, vooral voor wapengevesten en soheeden en
voor wandelstokken. Alléen in kleine afmetingen te krijgen. In Br.-
Indië is het hout bruikbaar gebleken voor houtgravure, mits zorgvuldig
gedroogd. Cultuur aan te bevelen om het uitmuntende hout, en om de
geringe eischen aan den grond gesteld. AVaarsohijnlijk met succès
tusschen djati te planten. Wordt reeds vrij algemeen door inlanders
in de dorpen gekweekt. K . en V.
In de Minahasa alléen geeultiveerd. Van dit hout maken de hoofden
in de Minahasa hunne stokken, waarop zij, n a ar gelang hunner
waardigheid, zilveren of gouden knoppen hebben, waarin het Gouver-
nementswapen gegraveerd is. K.
In de Philippijnen heet het camiming en wordt daar ook voor fljn
meubelwerk en krisgevesten hoog gesohat. Ph. W.
S.g. 0.98—1.01. G. 0.76; 0.91; 0.96; 0.97; 1.05; 1.12; ? 1.23.
Houtkenmerken. Zanthoxylum Budrunga Wall. : Hout matig hard,
dicht, wit. Poriën klein, gelijkmatig verspreid, vaak in korte radiale
lijntjes. Mergstralen smal, kort, talrijk. Q.
Zanthoxylum Budrung-a Wall. - Ki-tanah S. Kajoe-lemah J.
-Java Z. I, Voor-Indië.
Hg. 20 M. Stam meestal recht, steeds met groote, scherpe doornen
bezet, rolrond, zonder wortellijsten. Takken sterk gedoornd. Schors
bros, grauw. Bladeren gevind. Een loofverliezende, verstrooid groeiende,
nogal zeldzame boom, die bij voorkeur in loofverliezende bosschen op
periodiek zeer drogen grond voorkomt. Het hout wordt in M.-Java
door de inlanders geroemd om de fijnheid van draad en de gosohikt-
heid voor geweerkolven, krissoheeden en wapengevesten, voor klein
bouwhout en meubels. Het is effen wit met enkele zwartbruine aderen,
reukeloos, glanzend, fijndradig, en zou weinig onderhevig zijn aan
barsten en trekken, en onder dak duurzaam zijn. Het is in voldoende
afmetingen voor kleinen huisbouw te krijgen. De jonge vruchten zijn
gezooht voor specerij. Cultuur aan te bevelen, indien proeven het günstig
oordeel der inlanders over het hout bevestigen. K . en V. S. g. 0.82.
Overige monsters:
Clausena excavata B um . Plantentuin. - 2 Peltostigma
acidum. Plantentuin. S.g. 0.67. - Zanthoxylum g-landu-
losum T. et B. Plantentuin. — Ampat. Banka. Van weinig
waarde. C. S. g. 0.68. — Awal. Borneo. — Djerambong.
Banka. Yoor planken bruikbaar. C. S. g. 1.14. — Djeroek-
antoe. Billiton. Hooge boom. Hout voor krisgevesten. Vrucht
als medicijn, uitwendig, op het hoofd tegen koorts. Bll, —
? Kanoenang-baoe. Celebes. Timmerhout. G. S. g. 0.58. —
Kasaih. Borneo. S. g. 0.93. — Kasei. Sum. Geschikt voor
prauwen; bladen en bast als medicijn. v.H. — Katakoeti.
(2 Zanthoxylum sp.). Menado. — Lemek. Java. Brandhout.
C. S.g. 0.66. — Limo-poeroet. (Citrus sp.). Sumatra. Het
hout heeft weinig waarde; vruchten eetbaar. C. S.g. 0.84. —
Limo-soendei. (Clti-us sp.). Sumatra. Als voren. C. S. g.
0.94. - Maritjo. Sum. - Moeloe. (Evodia sp.). Sum. Voor
huishouw. G. S. g. 0.97. — Gesing. Halmaheira. — Padjar.
Borneo. — Remba.ngoen. (Evodia sp.). Banka. Geschikt
voor zolderingen. C. S. g. 0.55. — Telor. Tondano.
S im a e u b a c e a b . K.enV. 4 ; B. I. 1.
Bast bijna altijd bitter, en vaak geneeskrachtig.
Houtkenmerken. Eurycoma longifolia Ja c k : Hout grijsaohtig wit,
zacht tot matig hard. Poriën matig groot, sohaarsch, met harsachtigen
inhoud. Mergstralen smal, duidelijk, talrijk, ophoudend bij de poriën. G.
18 9 . Eurycoma longifolia Jack. — Poenowoer (Panawar)-pait,
Kajoe-kabal (kebel, keboel), Babi-koeroes, Bati-koeroe, Rabong-
rabong, Toengkoe-ali,Paken-goenjoeSum.Bidara-poetih, Mem-
poleh Banka. Bidara-laut, Widara-laut M. Sumatra, Banka,
Pinang, Borneo, Timor, A.-Indië, Malaka, Philippijnen.
Een boom waarvan alle deelen zeer bitter smaken. De moederplant
van de als geneesmiddel voor maaglijders bekende Bidara-laut. Zie
Teysmannia, 1890, p. 813. K .e n V . Verder Dr. M. GresÄo^: Nuttige
indische planten.
Goed timmerhout. C. S.g. 0.73.
19 0 . Overige monsters:
Harrisonia sp. (Lasioicpis mnltijuga Benn.). Plantentuin.
In Index Kewensis hij Rutaceae gebracht. — ? Kajoe-krebet.
Java. - Si-toengkè. Palembang. Voor planken. v. H. -
Raboeng. Sumatra. Zwaar, hard, fijn hout, bruinachtig
geel; voor stijlen, planken enz., ook voor meubels. Een
der beste houtsoorten van Sum. AY.-k. C.