
aehtig strand, en komt verstrooid voor. Het hout is van weinig waarde.
De boom wordt hier en daar om de fraaie bloemen en bladeren o-e-
0.92 s / Greshoff, Nutt. Ind. PJanten. S?g.
385. Decaspermnm paniculatum Kurz (2 Nelitris pallescens Miq.).
- Ipis-koelit J. ? Tembagan J. Tipis-koelü S. Vaak verward
met Ki-beusi S.; Kajoe-meha Tl. Roepet-in-taloen Tt.
Demang Banka, Sum. W.- en M.-Java Z. I. II, Celebes
Malaka. ’
Hg. lo M Meest veel kleiner. Stam laag vertakt, schors grauw.
Bladeren met dnenervig (zooals de echte ki-heusi (RhodamniA. Verstrooid
groeiend, vooral in seoundair bosoh. Altijdgroen. Hout niet
gebruikt. Voor reboisaties op drogere plaatsen aan te bevelen. K .e n V.
In ila la k a heet hij Kelhitek-nijamok, en levert er een vuilwit hout,
o T ”7 1 Ao® ’ ’ ™ aan splijten. S.g . 0.80— '-'.o i). Ix, i . 0 2 .
386. Eucaiyptus. Hoofdzakelijk in Australië. Eenige soorten in
den Mal.-Archipel. Cp Java alleen gekweekt.
7 “ ’'«'■fci’îllende soorten aangeplant. Voor reboisatie van
va e berghellingen bezitten ze met die goede eigenschappen, welke aan
vele inbeemsche boomen eigen zijn. Vele groeien op Jav a goed en
worden hooge boomen, maar zij bezitten niet het vermögen om erzieh
spontaan voort te planten, K. en V.
Uit verschillende soorten worden in Australië aetherische oliën ver-
kregen die daar een aanzienlijken tak van handel vormen. Zie de
gesoliriften van BaJcer-Smith en Maiden
Volgens het boschverslag van 1903 zijn de, op Jav a in de bergstreken
ter voorziening m de behoeften van timmerhout aangeplante
soorten : Æ. tereUcorms, E. rostraia, E . pilularis en E . crehra.
in %-.-Indie werden de L^Hca/i/p/i/s-soorten ook ingevoerd, maar
Gamble raadt aan, geen verdere moeite daarvoor to doen, voor men
eene soort heeft gevonden, die met weinig moeite op armen grond
kan worden geplant, en die beter voldoet dan de inlandsche Qom-
soorten.
Zie voor de houtbeschrijving der verschillende soorten het werk
van btone p 114—129; voorts de aanzienlijke Austr. literatuur over
p f tT r iX i fM r ; ,komt als Mallethast in den handel. Eucalyptus-looibast
Houtkenmerken. Eucalyptus diversicolor F . von Mueller: Zeer hard,
spint lichtbruin, kernhout donkerrood. Gelijkt in structuur op E .
marginata Sm. Stone.
386a, E. diversicolor F. vou .Mueller. K a r r i. W e st-Australië.
Veel gebruikt voor straatplaveiïng, is daarvoor beter dan J a r r a h
maar splyt meer en is iets minder duurzaam. S .g . 0.85—1.01. Stoiiel
Houtkenmerken. Eucalyptus Glohulus Lab.: In Australië is het hout
bruin, hard en duurzaam. In Zuid-Voor-Indië gegroeid hout is grijs,
met donkerder strepen en matig- hard. Poriën klein tot matig groot,
rond, in groepen of in radiale of schuinsche lijnen ; dicht opecnge-
legen in concentrische gordels in de jaarringen. Mergstralen smal,
zeer talrijk, de afstand tusschen de stralen kleiner dan de diameter
der poriën. Poriën duidelijk op overlangsche doorsnede. G.
3865. E. Globulus Lab. — B lu e Gum (van Tasmanie). Victoria,
Nieuw-Zuid-Wales, Zuid-Tasmanië. Cp Java geplant.
Ill Australie is deze boom een middel tegen koortsen. Ook in de
Europeesche apotheken zijn Folia Eucalypti voorhanden. In de nabijheid
van Euoalyptus-wouden schijnt malaria onbekend, en men tracht
daarom den aanplant van deze boomen in moerassige streken te bevor-
dereu. De ondervinding heeft evenwel geieerd, dat deze soort op Jav a
slechts in hooge streken kan worden gekweekt. Bisschop Grevelink.
Een (wat het bout betreft) van de minst waardevolle EucalypUis-
soorten. IF. In Br.-Indië in het groot geplant, maar dâar bleek het
hout slechts geschikt voor brandhout en houtskool. In Australië is het
ook bruikbaar voor huis- en bruggenbouw, en dwarsliggers. G. S. g.
van het hout uit Australië 1.02. Van hout uit Br.-Indië 0.69—0.80.
P. 534. G. S.g. 0.99.
Houtkenmerken. E ucalyptus marginata Sm .: Spint lichtbruin, kernhout
donker chocoladebruin, zeer hard. Poriën matig groot tot groot,
talrijk, onregelmatig verspreid, vaak tot schuinsche lijntjes vereenigd,
veelal hars of gom bevattend, duidelijk op overlangsche doorsnede.
Mergstralen smal, zeer talrijk, gelijkvormig en op onderling gelijke
afstanden, afstand veel kleiner dan de diameter der grootste vaten,
op radiale doorsnede nauwelijks zichtbaar. Banden met meer en minder
poriën wisselen met elkaar af. Stone.
386c. E. marginata Sm. J a r r a h . Wfost-Australie, Nieuw-Zee-
land, Victoria;
Gebruikt voor straatplaveii'ng, dwarsliggers, scheepsbouw en voor
doeleinden, waarbij het hout is blootgesteld aan den paalworm, of
aan witte mieren. Zeer duurzaam. S. g. 0.80 — 1.02. Stone. Voor Europa
het belangrijkste der Eucalyptus-aoorten. Invoer steeds toenemend.
Ook geschikt voor meubels. IF.
Houtkenmerken. Eugenia: Hout matig hard tot zeer hard, meest
roodachtig of grijsaohtig bruin. Poriën klein tot matig groot, meer of
minder gerangschikt tot concentrische handen, soms verbonden door
lioht weefsel van groote houtcellen. Mergstralen meest smal, talrijk. G.
(E. malaccensis heeft matig groote en groote vaten en breede of
matig breede mergstralen. G.).
Dit geslaoht is zeer rijk aan soorten. Voor de buitenbezittingen zijn