
si )■ ;i '
I
lì'
l:Ti'
/,■
>\' niK
V I
u
INLEIDI Ì ÌG.
De petroleum behoort tot de zoogenaamde bitumineuse
lichamen; deze kan men verdeelen in ‘):
I. Gassen.
II. Vloeistoffen.
(aardoliën).
III. Vaste stoffen.
1. Natuurlijke brandbare gassen.
2. Steenolie en naphta (dunvloeibaar,
zeer vluchtig, waterhelder).
3. Aardolie en petroleum (vloeibaar,
vluchtig, gekleurd).
4. Aardteer, bergteer (taai vloeibaar,
bruinzwart).
5. Aardwas (kneedbaar, geel tot bruin).
6. Aardpek (kneedbaar, bijna zwart).
7. Asphalt (bros, zwart).
Voor ons doel is de petroleum onder 3 aangegeven het
belangrijkst, doch deze hangt in de natuur zoo nauw met de
andere stoffen te zamen, dat wij ook die nader m oeten leeren
kennen. De aardoliën zijn in staat het aardwas, aardpek en
asphalt op te lossen en in de natuur heeft dit ook plaats
gehad; verdampen de vluchtige bestanddeelen in- de natuur,
dan heeft het omgekeerde plaats en blijven de vaste stoffen
achter.
*) Hans Hofer, Das Erdöl, (Petroleum) und seine Verwandten.
Tot goed begrip is het noodig de verschillende benamingen
nader te verklären.
De benaming petroleum (afgeleid van néiQa = rots en
oleum = olie) wordt in vele talen als synoniem met aardolie
gebruikt; in het dagelijksch leven verstaat men onder
petroleum meer bepaaldelijk de brandolie, door destillatie
der natuurlijke aardolie verkregen.
Iets dergelijks is het geval met naphta, waarmede o.a.
in Gralicie en in Rusland zoowel de gewone aardolie als de
waterheldere soorten worden bedoeld, terwijl in Amerika
en ook hier te lande daaronder een van de destillatie-pro-
ducten der aardolie verstaan wordt.
Bergteer of aardteer is een taai vloeibaar lichaam, dat door
verdamping van de vluchtigste bestanddeelen der aardolie
is ontstaan. Als men bergteer in natuurlijke bronnen aantreft,
dan wijst dit op de aanwezigheid van petroleum op
grootere diepten.
Zijn er nog meer vluchtige bestanddeelen verdwenen,
dan ontstaat aardwas; het draagt in Galicië, waar het bij
Boryslaw wordt aangetroffen, den naam van ozokeriet; aan
de oevers der Caspische zee, voornamelijk bij Bakoe, dien
van Naphtgil of Neftgil.
Wordt bergteer in de lucht geoxydeerd dan ontstaat het
asphalt, een zwart glimmende harde en brooze massa; een
tusschenproduct, dat nog kneedbaar is, draagt den naam
van aardpek.
Sedert de oudste tijden is de petroleum reeds bekend,
maar men gebruikte het voor andere doeleinden dan tegenwoordig.
In den bijbel vindt men er het eerst melding van
gemaakt in het eerste hoofdstuk van het tweede boek der
Maccabeën, waar men lee st van eene olie, die op gloeiende
offersteenen gegoten, met vlam verbrandde. De plaats, waar
men die olie aantrof, werd omheind en als heilig beschouwd,
en verzoeningsplaats, „nephtar", genaamd; daarvan wordt de
oorsprong van het woord naphta afgeleid. Herodotus (4%