
m m
I !
i j
i :
Hooge boom. De stam is gelijk aan dien van A . rigida , het spint
wit, het hout rood en grof, en wordt door witte mieren aangetast;
dient echter voor bouwhout. v .E . S. g. 0.61; 0.73.
717. A. Grouiezlana Wall. (A. pomiformis T .e tB .) — Tiwoe-
landak S. Java.
Hooge boom. Hout voor huisbouw, zeldzame boom. K . PI. W. S. g. 0.69-
718. A. iucisa L. f. — Kloewih J. Soekoen J. S. Kaleuwih S.
Timhoel S. Kòlòr Mad. Koka Tt. Gomoe M. Tarok M. Bakah
M. Sum. Br oodbo om. Molukken, Celebes, Soenda-
eilanden, Eilanden der Stille Zuidzee.
Hout voor pakkisten. Om de eetbare vruchten zelden gekapt. K . PI. W-
In de Minahasa wordt het hout bruikbaar geacht voor huisbouw. A-
Hooge boom. Ben vrij grove, niet harde houtsoort, die weinig waarde
heeft. De boom levert een kleverig sap, dat als vogellijm gebruikt
wordt. Uit den hast wordt een roodachtig, sterk en duurzaam touw
vervaardigd. De bladen zijn hard en ruw, en worden gebruikt om
hout te poljjsten. v. H.
De vruchten worden bij de rijst gegeten. Het hout is grijs en wit
met zwarte strepen en vlammen, eenigszins fijner van vezel dan de
A . Blumei, echter meer tot soheuren geneigd. Het wordt, bij gebrek
aan beter, gebruikt, en komt in middelmatige afmetingen voor. v. M.
S.g. ?0.52; 0.55.
719. A. iucisa L .f. var. lacvls Miq. — Soekoen J. Koeroer Tt.
Ämoe M. Java, Celebes.
Een varieteit van de voorgaande soort zonder zaden. K . PI. W.
S.g . 0.43.
Houtkenmerken. Artocarpus integrifoUa L in n . f.: Hout matig hard,
spint bleek, kernhout helder geel, op den duur donkerder wordend.
Poriën matig groot tot groot, vaak ovaal en als door overlangsche
schotten verdeeld, duidelijk op overlangsche doorsnede, soms gevuld
met een witte stof, geplaatst in onregelmatige plekjes zacht weefsel,
die soms zieh concentrisch uitbreiden en samenvloeien. Mergstralen
duidelijk, matig breed, niet talrijk. G.
720. 4. iiitcgrifolia L .f. (A. pubcsccns Willd.). - Nangka S.
J. Tt. Tl. Ts. Tb. M. Nangka-ioeboer S. J. Nangka-tjèlèng
J: Nangka-salak S. Nangka-tjangkoeivang S. Tjdebadak-
kampong M. S. Nangka-beurit S. Rapo-tjedo Gel. In geheel
Oost-Indië veel gekweekt. Oorspronkelijk in bergwouden
van Britsch-Indië.
Het hout is duurzaam, voor huisbouw uitmuntend, voor meubels
bruikbaar. Om de eetbare vruchten zelden gekapt. K . PI. W.
724.
L
Ben boom van 15 M. hoogte met korten, reohten stam en breede,
zware kroon. Het bevallig geel gekleurde hout is tamelijk vast van
weefsel, golvend van draad, en dient voor meubelen en huisbouw. De
bladen, hast en vruchtsohil leveren vogellijm. De vruoht is een he-
langrijk voedingsartikel in Britsch-Indië ; de zaden worden geroosterd
gegeten. Brandis.
Het hout wordt o. a. gebezigd voor buffetbellen (Jctotok heho) en de
houten in de waohthuisjes, waarop men door slaan de Signalen geeft ;
deze geven een ver te hooren geluid. Het hout wordt niet door de
witte mieren aangetast. De bladen dienen voor het afwrijven en po-
lijsten van fijne voorwerpen, en zijn fijner dan die van Ficus ampelos.
De vruchten worden rauw gegeten, men onderscheidt : Nanglca-gede,
N.-beurit of hertau, N.-boeboer, N.-tjampedak, N.-boegang. Het hout
komt in groote hoeveelheden voor. v. E .
In Malaka heet hij Jack of Nangka, en is er een welbekende vruoht-
boom, waarvan het kernhout in den aanvang geel is, en later bruin
wordt. Hij heeft veel wit, zacht en onbruikbaar spint. Het is eon goed
meubelmakershout, dat ook voor booten wordt gebruikt. R.
Bast dik, zwartachtig, bij oude boomen met diepe barsten. S. g.
0.48—0.70. P. 562—788. G. S.g. 0.56—0.61 A. 0.49; 0.59 ; 0.60; 0.62 ;
0.65; 0.68; 0.76; 0.83. Hout hooggeel, tamelijk zaoht en zeer vezelig.
Sculpt.
721. A. lacTÌs Hassk. Java.
722. A. moUis Miq. — Tampang Sumatra.
Voor huisbouw geschikt. C. S. g. 0.88.
723. A. Polyphcma Pers. — Tjempedak S. M, Nakan-nakan, Aka-
nakan Sumatra. Towada Tons. Java, Sumatra, Celebes,
Malaka.
Hout voor pakkisten. Om de eetbare vruchten zelden gekapt. K. PI. W.
In Malaka Champedak geheeten, en aldaar een bekende vruehtboom
met gladden, witten, oylindervormigen stam. Het is goed hout voor
woningbouw, en wordt ook wel voor booten gebruikt. S.g. 0.59—0.75.
R. 0.73.
A. rigida Bl. — Tempang Java. Tampoeni Born. Poesar,
? Mandalika Boeroe. Tampang en Tampoeniek Sum. Java.
Sumatra, Borneo, Malaka.
Hooge boom. Het hout is zeer hard, uiterst sterk, taai en d uurzaam;
voor stijlen van hooge waarde. Het kleverig sap (getah) wordt
met was vermengd en tot het verven van kleedjes gebruikt; het spint
is wit, het kernhout rood ; witte mieren tasten dit niet aan ; de zuur-
aohtig-zoete vruchten zijn aangenaam om te eten. C.
In Malaka heet hij Tampunei of Monkey-Jack, en is een welbekende
vruehtboom, met gele, bolvormige vruchten, overdekt met stompe
uitwasj'es. Het zaad is omhuld door een zoete, gele, smakelijke
zaadhuid. Het kernhout is lichtbruin of oranjerood, tamelijk zwaar, en
wordt - gebruikt voor bouwwerken en meubelen. S. g. 0.64—0.86. B.
0.66; 0.68; 0.82.