
îïi,’
l i
f i;
549. Oroxylou iiidicum Vent. (C.T,losautlies indica Bl.). - Pong-
porrang S. Moengli of Woengli J. Kajoe-lanang J. Pohon-
pedang, Kajoe-sabel M. Java Z. I, Mal.-Archipel, V.- en
A.-Indië, Malaka.
Ilg . 9 12 M. Stam meest krom, laag vorksgewijze verdeeld, zonder
gleuven, knoesten ot wortellijsten. Weinig takken. Sohors grauw.
Kenbaar aan de meterlange, op peulen gelijkende, platte doosvruch-
ten met gevleugelde zaden, groote twee lot driemaal gevinde bladen,
weinig vertakten, vorksgewijze verdeelden stam, en stinkende, groote,
vuilpaarsche bloemen. Bladerloos in den oostmoesson. Groeit nooit
gezellig. Niet zeldzaam. Aanpassingsvermogen groot. Nooit in sohaduwrijk,
hoogstammig oerwoud. Het hout wordt als te klein en weinig
duurzaam niet gebruikt. Bladeren als inlandsche medicijn. Voor wegenbeplanting
ongeschikt. In gemengde herbosschingen, waar snelle en
g-oedkoope bedekking met houtgewas hoofdzaak is, wellicht bruikbaar.
Dan evenwel naast langer levende soorten. K. en V.
Ook op Celebes is het hout onbruikbaar, doch wordt het zachte
deel tusschen bast en hout gebruikt om bloed te stelpen. X .
S.g. 0.48. G, 0.48.
550. Spathodea macroloba Miq. - Soengkai, ? Koengkai Sumatra.
Hout hard en vast, voor huisbouw en ploegen zeer geschikt. De
bladen dienen als geneesmiddel. Behoort tot de hoogste bosohboomen,
en kan balken van aanzienlijke afmetingen leveren. C. S. g. ? 0.48; 0.64.
551. S. serratnia DC. - Br.-Indië, Siam. In den Plantentuin
te Buitenzorg gekweekt. Hooge boom.
Houtkenmerken. Stereospermum : Hout grijsaohtig bruin ; kernhout,
waar dit voorkomt, geelachtig bruin. Poriën klein tot groot, verschillend
van grootte, schaarsch, omringd door los weefsel, dat uitvloeit
in tangentiale richting tot min of meer concentrische lijnen. Mergstralen
smal tot matig breed, niet zeer talrijk. G.
Stereospermum chelonoides DC. - Voor- en Achter-Indië,
Malaka, te Buitenzorg gekweekt.
Ben groote boom met gele bloemen in groote pluimen. Het hout
wordt voor huisbouw en meubelen gebruikt, en de hast, bladen, bloemen
en vruchten door de inlanders als geneesmiddelen gebezigd. De
bloemen dienen tot versiering der Hindoe-tempels in Bengalen. Brandis.
Schors bruin, van buiten kurkachtig; hout hard, grÿs, zonder k e rn hout.
S.g . 0.64—0.94. P. 642—772. G. S.g. 0.67. B. 0.84.
S. flmbriatum DC. — Voor-Indië, Malaka, te Buitenzorg
gekweekt.
Hg. 25—30 M. Hout duurzaam, wordt bÿ bouwwerken gebruikt
en geeft balken van 15—20 cM. vierkant. B. Hout zeer hard, kernhout
bruin. S.g. 0.86. G. 0.70; 0.88.
552.
553.
554. S. glandulosum Miq. (Lagaropyxis glandulosa Miq.). — Inl.
namen op Java locaal en van weinig waarde. Ki-hapit, Ki-
padali S. Kedali, Ambal J. Sekar-poteh Mad. Toetvi-gadang
Sum. Java Z. I, Burma.
Hg. 10—12 M. Stam zelden recht, meest met knoesten, zonder gleuven
of wortellÿsten, laag vertakt. Schors lioht grauw. Ben altÿdgroene
boom met nogal groote, bleekrose, reuklocze bloemen en lang gevleugelde
zaden, die voorkomt op vruchtbaren grond, die niet lang
droog is. Niet op zouthoudenden grond. Is zeldzaam, en groeit niet
gezellig. Het hout wordt zeer zelden gebruikt. In gemengde herbosschingen
wellicht bruikbaar in de lagere bergstreken. K. en V.
Het hout is vrij fijn en goed te bewerken, voor planken en stÿlen
geschikt. De hast wordt voor omwanding van rijstschuren, en de boom
als leiboom voor de betelrank gebruikt. v. H.
555. S. hypostictum Miq. (Spathodea gigantea Bl.). — Ki-padali
S. Pedali J. Kedali J. Pedali J. Dali J. Karpoteh en Potian
Mad. Kajoe-maàtoes, Maätoes-rintek Tl. Wowohen, Koetoe-
koetoe Tt. Java Z. I. II, Mal.-Archipel, A.-Indië, Malaka.
Hg. 40 M. Stam recht, rolrond, met ondiepe gleuven, weinig knoesten,
hoog vertakt. Sohors ruw, afschilferend, donkergrauw, met diepe
overlangsche en dwarse barsten. In den bloeitÿd kenbaar aan de fraaie,
rose bloemen, die spoedig afvallen en dan rondom op den grond
liggen. Ook aan de vele, slap neerhangende, lange, dunne, rolronde,
openspringende vruchten, en gevleugelde zaden, de dubbel gevinde
bladen en de bitter smakende, melksaplooze sohors te herkennen. De
boom is altÿdgroen en groeit niet gezellig. Komt op zouthoudende
gronden niet voor, doch verder op allerlei grond, en onder zeer verschillende
omstandigheden. In vele streken algemeen. Het hout is
sterk en duurzaam, voor huis- en bruggenbouw locaal gebruikt. Er
zou nog veel van dit hout op Java kunnen worden verkregen. Cultuur
aan te bevelen voor herbossohing van kale berghellingen m. h. o.
op grondverbetering en irrigatie. Ook voor wegenbeplanting. Op den
Sendara reeds aangeplant. K. en V.
In Malaka heet deze boom Lumpoyan, is er van kleine afmeting,
en komt er veel voor. Hout inférieur. S. g. 0.46—0.54. B . 0.53.
556. Overige monsters:
Bignonia incarnata Auhl. (Guiana). Plantentuin. Pleester.
— B. venusta Ker. Gawl. (Brazilie). Plantentuin. — Spathodea
campanulata Fenzl. Vaderland Afrika. Sierboom,
längs wegen en in tuinen. Groote roode bloemen. Snelle
groeier. K. en V. — Stereospermum xylocarpnm Benth.
(Bignonia xylocarpa Eoxb.). Plantentuin. Boom. — Tecoma
ceramensis T, et B. Ceram. ? Heester. — Kapoeng-kapoeng.
Spathodea sp. Sumatra. Yoor huisbouw geschikt. G. S. g.