Tomaat, 104.
Tonkaboonenolie, 76.
'J'ooroopalm, 92.
Touloucoumavet, 82.
Trichilia, 83
Trichosanthes, 59.
Troeliepalm, 91.
I ’ropaeolum, 68.
Tuinkersolie, 57.
Tungolie, 63.
Turkscbe noot, 60.
Ucububavet, 85.
Umbelliferae, 106.
Vngnaäia, 99.
Urtica, 107.
Urticaceae, 107, 110.
Vateria, 63.
Verbenaceae, 107.
Vernisolie, 63.
Viburnum, 52.
Virola, 114.
Virolavet, 85.
Viiis, 46.
Vlas, 78, 108.
Vlier, 52.
Walnotenolie, 72.
Wangala-olie, 94.
Waroiizaad, 81.
Wasvijgenbooin, 110.
Waterkers, 57.
Watormeloen, 58.
Way-del-olie, 107.
Widjenolic, 94.
Winteroil, 81.
Wolfsklauw, 79.
Wolfsmelk, 65.
Wonderolie, 67.
Wouw, 95.
Wrightia, 49.
Wijnpalm, 92.
Wijnruit, 98.
Xantliium, 55.
Ximenia, 114.
X y lia , 77.
IJzerboutboora, 71.
Zandkokerboom, 65.
Zanonia, 60.
Zea, 89.
Zeepboom, 99.
Zonnebloemolie, 54.
De gehruikers der Beschrijvende Gatalogi van het Koloniaal
Museum worden uitgenoodigd, verbeteringen en aanvullingen van
dit deel {vooral over het gebruik in Indie; inlandsche namen
enz.) op dit blad te vermelden, en het te zenden aan den Directeur
van het museum.
Voor de afd. vetten, oliën en loassen, worden gaarne monsters
Van oliezaden is voor onderzoek
f —A Kix. noodig.
(f)
0
<
DC
b l
: yüv:
>r;;
•• • •
: iit
; f ' :
y- r i -