
+ 21 millioen KG. is uitgevoerd, waarschijnlijk slechts voor een klein
deel naar Europa *) ; de beste olie komt uit Canton. Er worden in China
velerlei variëteiten van deze soort gekweekt, wat de verschillen verklaart,
die men bij bot onderzoek der olie heeft gevonden. De verwerking door
de Cbineozen is primitief. Drie typon worden ondorscbeiden : Pai Yu,
Ilsin Yu en Ilu n g Yu. Een parti) noten, in Europa onderzocht, gaf
48 % scbillen (zeer hard) en 52 % kernen, waarin 58 % olie. De eerste,
koude persing gaf een lichtere en dünnere olie, dan de tweede warme.
Verseil bereid, heeft de olie nog niet den reuzelgoiir, dien zÿ later onder den
invloed der lucht aanneemt. Tracht men door zuivering dien reuk te
verwijderen, dan keert zij toob later bij staan aan do luoht terug. Verwarmt
men de olie gedurende een paar uur op 200—250", dan wordt
zjj, na afkoeling, vast. De versch geperste olie, vooral bet zieh emit
afzettcnde bezinksel, en ook de perskoek zijn giftig. Deze laatste is een
goede meststof, waarvoor zij dan ook in China wordt aangewend; zÿ
bevat ongeveer 8 % stikstof. Omtrent de samenstelling en den aard der
vetzuren van deze olie bestant nog geen voldoende zekerheid; een der
voornaamste ia bet elaoomargarinezuur ; 11 % van de vetzuren zijn vast.
De olie wordt gebruikt voor bet maken van vernissen en lakken, en
voor het waterdiolit maken van liout er. andere stolfen.
Soortelijk gewicbt bij 15" 0.934—0.943, Vriespunt onder —17", Verzeepingsgetal
191—197, .loodgetal 150—16 , Hehnergetal 96—96.7,
Smeltpunt der vetzuren 30°—50°.
In het museum: Zaden.
Aleurites iiioluccaua Willd. (Syn. Aleurites triloba Forst.)
Boomen van 12 —18 M. hoog, waarvan de vruchten + 5 — 7 oM. in
doorsnede, rondachtig, vleezig, glad en olijfkleurig zÿn; zij bevatten
1 of 2 zaden, die + 2—3 oM. breed, 10—14 gr. zwaar, bard, gespitst
en met een gevoerde zaadhuid voorzien zijn. 1 HL. zaad weegt 47 KG.
De bardo zaadhuid, die 3—5 mM. dik is, niaakt 65—70 % van h?t gewicbt
der zaden uit. De kernen bevatten 60—66 % olie, in O.-Indie bekend
als hemiri-oUe. In Europa draagt zÿ de naam van banhulnotenolie of
candlenutoil. De inlanders scheiden de olie af door bet zaad te schillen,
fijn te stampen, aan den damp van kokend water bloot te stellen en
dan uit te persen. In Europa wordt hot zaad of één maal en dan warm
geperst of twee maal, oerst koud en daarna warm. De koudgeperste olie
is licbtgeel, aangenaam van reuk en smaak ; de warm geperste daarentegen
bruinachtig gekleurd, tevens walgelijk van reuk en smaak. De
perskoek is onbruikbaar als veevoeder. Zij levert evenwel een uitstekende
meststof op met ongeveer 8 % stikstof en 3.6 % phosphorzuur.
De olie, die bij gewone temperatuur een weinig vast vet afscheidt, is
sterk drogend, zij kan de lijnolie vervangen als scliildersolie en bij de
vernisfabrioatie, evenzoo bij de zeepziederij. In Indië wordt zij als
drogende olie gebruikt en ook als lampolie; ook worden wel de zaadkernen
aan een stok geregen als fakkol gebruikt.
Soortelijk gewicbt bij 15" 0.920—0.926, Vriespunt o n d e r—18“, Verzeepingsgetal
184—193, Joodgetal 136—164, Hehnergetal 95.5, in Zeiss’
1) Bovendien is nog + 9 millioen KG. uitgevoerd uit andere Cbineesohe havens.
Het eigen gebruik in China wordt op ongeveer 60 millioen KG. gesohat.
refraotometer 76—78.5 bij 20", Smeltpunt der vetzuren 20“—21", Vriespunt
dor vetzuren 13“.
Een monster uit Kameroen g af eenigszins afwijkende cijfers: Vriespunt
—15“, Joodgetal 114.2, Smeltpunt der vetzuren 18".
I n het mus mm : Vruobten, znden, olie.
Croton Tiglliini L.
Een kleine boom. De zaden zijn 1 cM. lang, V2 cM. breed, bijna Vierkant,
vuilgrauwbruin of geelbruin van kleur. Zÿ hebben oen ge-
makkohjk breekbaro schil, die Vs van het gewicbt uitmaakt. De kerneu
bevatten 30—40 % crotonolie, in Ned.-Indië ook wel als Idmalalcian-olie
bekend. Do dikke olie is oranje tot bruingeol van kleur, heeft een
eigenaardigen onaangenamen reuk en smaakt eerst zacbt, daarna brandend.
Zÿ is bÿna niet drogend, trekt blaren op de huid en werkt
bijzonder sterk purgeerend (drastisch). Do vaste vetzuren, die aan de
samenstelling dezor olie deelnemen, zÿn Stearine-, palmitine-, myristine-
en laurinezuur; over de vloeibare vetzuren bestaat geen eenstemmigheid;
bultendien komen er eenige vluchtige vetzuren in voor. De olie wordt
in de apotheek gebruikt. Do verwante soort C. oblongifoUus Roxb.
geeft een olie, die op crotonolie gelijkt. De zaden ervan komen wel
gemengd met die vau C. Tiglinm in den handel voor. Op Curaçao komt
C. corylifiorns veelvuldig in het wild voor.
Soortelijk gewicbt bij 15“ 0.938—0.943, Vriespunt —7“, Verzeepingsgetal
193—215, Joodgetal 102—109, in Zeiss’ refraotometer 68 bij 40“,
Vriespunt der vetzuren 18.6"—19".
In het mnsenm: Zaden en olie.
Elateriosperiniim Tapos Bl.
Eon boom uit Ned. Oost-Indië; de zaden leveren eene olie, die zoowel
voor spijs- als voor lampolie kan worden gebruikt.
Euphorbia dramiiiciilo'ides Lam. en E. Lathyris L.
Eénjarige planten (wolfsmelk) met oliehoudende zaden (25 % resp.
44 7o).
Hevea hrasiliensis Müll.
De Parâcaoutohouc leverende boom, n it Zuid-Amerika overgebraoht n a ar
Eng.- en Ned. O.-Ind. De donkerbruine gevlekte zadon zÿn langwerpig
rond en afgeplat, gemiddeld gewicbt + 2 gr. De schll, die 1 — IV2 mM.
dik is, omsluit een bruine holle zaadkern, die + 50 % van het zaadge-
wicht uitmaakt. De kern bevat + 40 % lichtgele drogende olie. Zÿ kan
in de zeepziederÿ gebruikt worden.
De perskoek bevat 13.4% water, 27% eiwitachtige stof, 44% koolhydraten
on 6 % vet.
Soortelÿk gewioht bÿ 15“ 0.930, Verzeepingsgetal 198—206, Joodgetal
117—128.
In het mnseum: Zaden. Zie voorts den beschr. catalogus „Caoutchouc
en getab pertja.”
Hiira crepitans Linn.
Een in Suriname algemeene boom, daar postentrie (d. i. poisontree)
genoemd, ook bekend als zandkokerboom; n a ar Eng.- en Ned. Oost-Indië