
u
I I
Hoe hooger de temperatuur en van hoe laoger duur de
hooge temperatuur is, des te minder aethyleen en des te meer
moerasgas en waterstof treft men aan, een verschijnsel dat
ook in de gasfabrieken bekend is, en waaraan de gaskool aan
den bovenwand der retorten haar ontstaan te danken heeft.
Verhit men echter de vloeibare koolwaterstoffen gedurende
langen tijd slechts even boven haar kookpunt, dan gaat de
ontleding niet zoover, maar er ontstaan dan koolwaterstoffen
met een minder koolstofgehalte en een deel der koolstof
zet zich af.
Bij het toepassen van dit procès maakt men gebruik van
groote ketels van 1200 tot 1500 vaten inhoud, waarbij men
eerst de lichtste oliën afdestilleert en daarna het restant
oververhit. Sommige rafdnaderijen doen niets anders dan
op deze wijze lichtpetroleum maken en verzonden hunne
naphta en teer naar andere fabrieken om daar verder te
worden verwerkt.
Volgens Stoop verkrijgt de Standard oil Company bij
Pittsburg op deze wijze:
gasoline en naphta 16.5 pCt.
lichtpetroleum 7 5 . -
teer 5 . - '/
«
cokes 1. -
verlies 2.5 77
100.— pCt.
ZUIVERING DER DESTILLATIE-PRODUCTEN.
liclitpetroleum. - Tot aan het jaar 1860 kwam de petroleum
in den handel voor als een sterk citroengele, zelfs
donkerrood gekleurde vloeistof; deze kleur werd gedeeltelijk
door ijzerzouten veroorzaakt, door de werking der vrije zuren
van de petroleum op de ijzeren vaten ontstaan; voor een
ander deel was dit toe te schrijven aan de aanwezigheid van
teerachtige stoffen. Men trachtte dit aanvankelijk te verbeteren
door natronloog en ook door kalkoplossing; een bezwaar
daartegen was het afzetten eener vaste korst op het kousje,
die de opstijging der olie verhinderde; daarom werd de basis
later weder weggenomen door zoutzuur, maar ook dan
brandde de olie slecht. Eerst in 1860 gelukte het den scheikundige
Eichler te Bakoe, door de behandeling met zwavelzuur
en bijtende natron de petroleum zoodanig te zuiveren,
dat zijne methode thans nog onveranderd wordt toegepast!
De werking van het zwavelzuur op de bestanddeelen der
petroleum is nog niet volkomen opgehelderd.
Het zwavelzuur, dat men gebruikt, is sterk en wel van
66° B en bedraagt in fabrieken met cracking procès 2 pCt.
in gewicht, doch in Rusland slechts 1 à 1% pCt. van het
gewicht der te zuiveren petroleum. Daarna spoelt men met
water uit, dat als een regen over de oppervlakte wordt verdeeld,
dan gebruikt men ongeveer 4,5 gewichtsprocenten
natronloog van een sterkte van 12° B (d. i. 6/2 pCt. gehalte
van Na 0 H). Ten slotte wordt de vloeistof opnieuw door een
regen van water uitgewasschen. Het geheele procès duurt
7 tot 10 uren en heeft plaats in een toestel, de agitator
genoemd.