
matra. Fÿn van vezel, hard en duurzaam, goed werkhout.
V. H. - Merhou-koenjü. Palembang. - Merbou-landak. S. g
0.97. - Merbou-merah. Sum. 0. K. S. g. 0.88. - Merbou-regis.
Palembang. - Merbou-sepang. Sumatra. Fÿn van vezel
hard en duurzaam, goed werkhout. v. H. — Merbou-sin-
tang. M. Englei. Daj. Sintang, Borneo. Een zeer goede houtsoort,
aïs scheepstimmerhout aanbevolen; echter moeielijk
te zagen en te spijkeren. Zij laat zieh echter goed zwa-
luwstaarten, en is ook voor draaiwerk geschikt. S. g. 1 11
Z. - Merbou-tagan. Borneo W. K. Vrÿ hard en donker-
brum van kleur, als timmerhout zeer aanbevelenswaardig,
laat zieh goed kloven en spijkeren, en is duurzaam ook
m water. Door eene zekere eigenaardige vettigheid is het.
niet gemakkelijk te zagen. Het wordt voor scheepsbouw
gebruikt, komt veelvuldig voor en in vrij aanmerkelijke
afmetingen. S.g. 1.03. - Merbou-tandoek. Pontianak
Palembang enz. Een fraai gesloten hout, voor scheepsbouw
goed. Duurzaamheid in water, flinke afmetingen, sterkte en
veerkracht, bevelen het bijzonder aan. Als gebrek geeft men
een slecht hart op, hetgeen mogelijk bezwaar kan geven
in het gebruik. Het komt veelvuldig voor. S. g. 0.92. Z.
1.01. - Merbou-tekoejoeng. Sumatra. Grofvezehg, doch hard
^ duurzaam. v. H. - Merkadjang. Borneo. - Namo-namo
Halmaheira. - NgeliUng. Java, S. g. 0.77. - Oetang-oetang
Celebes. Timmerhout. G. S. g. 0.91. - Petar-petar M. Sumatra.
Het hout heeft weinig waarde. G. S. g. 1.02. - Rendean.
Gleditschia spec. Celebes. Voor huisbouw geschikt. C. S. g.
0.35, 0.42. Sapan-dahan. Sum. Voor huisbouw v H _
Sasoendoer.goenoeng. Borneo. Voor planken geschikt,'en
zou met door witte mieren worden aangetast. Uit dezen
boom wordt ^ eene olie verkregen, die als geneesmiddel
wordt gebruikt. C. S. g. 0.69. — Sasoendoer-ilir. Borneo
Voor huis- en bruggenbouw. G. S. g. 0.82. - Sepang. Daj.’
Sumatra. Voor prauwen. v.H. — Siboesoek. Sumatra.
ijn, doch niet hard. v. H. — Sindoer-kemiling. Palembang.
— Smdoerpoetat. Sumatra. Hout niet hard, niet fijn,
doch geschikt voor bewerking. Het wordt voor planken
a a B L
gebruikt. v. H. — Sindoer-ragis. Sumatra. Hout niet fijn,
vrij hard, voor planken geschikt. v. H. —■ Tangoei Riouw.
— Trembalo-kapas. 2 Cassia glauca Lam. Java.
Onder-familie III. M im o s e a e . K.enV. 1 ; B. I. 2.
Houtkenmerken. Mimoseae: Poriën nogal sohaarsch, alleenstaand
of la groepen of gordels, maar steeds omringd door eenig los weefsel,
al is het alleen in den vorm van een dunnen ring. Wanneer er con-
oentrische banden zijn, dan zijn ze evenals bij de Caesalpinieae regel-
matiger dan bij de Papilionaceae, waar zij steeds golvend zijn. G.
Id. van Acacia: Mergstralen in het oog vallend, kort in A . Catechu,
en lang hij de andere soorten. Op radiale doorsnede zijn zij
onduidelijk, behalve bij A . arabica en A . leucophloea. De poriën zijn
eenvormig. Wat hun verspreiding betreft, kan men twee groepen onderscheiden:
le groep: Poriën afzonderlijk en ingesloten in zeer smalle
ringen van zaoht weefsel (A. arabica en enkele andere) 2e groep:
Vaten omringd door langwerpige plekjes zaoht weefsel, die vaak In-
eenvloeien en duidelijke, maar vaak onregelmatige concentrische rin gen
vormen. (A. leucophloea, A . suma, A . Catechu en eenige andere.) G.
325. Acacia arabica WilM. — Oorspronkelijk in Arabie, Afrika
en Britsch-Indië. Op Java gekweekt te Buitenzorg. Ar ab
i s c h e g om boom.
Op Jav a ingevoerd door de Hort. Bogor., en in gering aantal door
Europeanen aangeplant. Evenwel met weinig succès. K .e n V .
Een gedoornde boom van 20 M. hoogte, met korten, onregelmatigen
stam en breede, sohaduwrijke kroon. Sohors dik, donkerbruin met
diepe, regelmatige spleten; gehinderte fijn gevind, bloemen goudgeel;
kernhout roodbruin, taai en fljnvezelig, zeer duurzaam, mits uitg e loogd.
Het wordt gebruikt voor wielspaken en vellingen, suiker- en
oliepersen, rijststampers en landbouwgereedschap; als kniehout voor
vaartuigen en als spoorwegliggers; ook levert het een uitstekende
brandstof.
Uit Insnijdingen in den hast vloeit rijkelijk een gom, die met Arabische
gom overeenkomt en in Britsch-Indië door de inlanders tot
vele doeleinden wordt aangewend. Ook wordt van dezen boom veel
stoldak verzameld, bepaaldelijk op de kleine, halfdroge takken. Als
eenmaal het insect den boom heeft aangetast, breidt het zieh snel
uit en doodt de kleinere takjes, waaraan het lak zieh vormt. De hast
wordt gebruikt om te looien, en ook als samentrekkend geneesmiddel;
u it de onrijpe vruchten bereidt men inkt. De boom wordt op groote-
sohaal in Britsoh-Indië gekweekt. Brandis.
fâ. if tu ....