
rata), eu de fraaie, oranjegele bloemen worden gebruikt tot temnel-
versiering. S.g. 0.58—0.93. G. 0.62.
322. Sindora snmatrana Miq. - Sindoor, Sindoer, Tampa-
rantoe Sumatra,
Hooge boom. Het hout komt in groote hoeveelheid voor; het wordt
veelvuldig voor meubels gebruikt, vooral om de schoone vlammen. C.
De harsaohtige olie, uit de stammen verkregen, wordt bij het breeu-
wen van schepen gebruikt. De vrucht [saparantoe) wordt als genees-
Kiacntig middel n a ar Jav a uitgevoerd. Miq. S.g . 0.71; 0.79.
Houtkenmerken. Tamarindus indica L .: Hout hard, dicht van bouw.
Spint geelachtig wit, soms met roode strepen. Kernhout zeer smal,
donker purperbruin, met onregelmatige grenzen en straalvormige uitloopers,
zeer duurzaam. Jaarringen onduidelijk. Poriën matig groot,
gelijkmatig verdeeld, iedere porie of groep van poriën omringd door
ronde plekken zacht weefsel, die soms samenvloeien. Mergstralen zeer
smal, zeer talrijk, éénvormig en op onderling gelÿke afstanden. G.
323. Tamarindns indica L. - Asem M. J. Mad. ? Kemal of Kamal
J. ^ Aseum S. Asam-inanis M. Tsjamba Mak. Tjamba Mak.
Ai-kamaroe op Soemba. Tama r i n d e . Waarschijnlijk oorspronkelijk
in trop. Afrika; thans in trop. Azië en Amerika
overal aangeplant.
stam^tdikftffis stam (dikwijls 8 MM . m omvang)f t“e n een prächtige, breede,‘^ ‘s'Hchreanf
v T \ f t t z p f tr ' ®" Hehtgeel met bruine vlammen
a f l begrensde kernhout). Het dient tot verschillende
doeleinden, vooral voor heiblokken, wielspaken, houten
hameis, oliepersen, suikerkneuzers enz. Het laat zieh goed draaien
en polpsten. Het kernhout is donkerbruin of zwart en zeer duurzaam
’‘'001’ insectenvraat. De vrucht is gekonfijt zeer'
h m S f t “ “ versehen staat tot geneesmiddel en ook bij de
d f h lijft ''a v om m ig e spijzen. Bij gebrek aan vruchten worden ook
de bladen gebruikt om aan de groenten een zuren smaak te geven.
He Pulpa tamarmdorum wordt ook in de apotheken gebruikt. De
zziijinn ^sfcthcoLonf en groei wordt deze boom* ^0^z®e evr ruvcehetl gaeamnaeaekntl.a n"tW ieLgoen-ss
p a T ^ O - J s ' “ oHige boom. Zie vorder Bisschop Grevelinh,
S ^oo* bobtgeelachtig, vast en taai, en niet fraai te bewerken. Sculpt.
0 69; 0 82; a 9 2 . 6 1 4 - 8 1 5 . G. S^g.
324. Overige monsters:
Bauhinia aculeata Linn. (Bauhinia pubescens DC.) Plantentuin.
S.g. 1.05. - Bauhinia elongata Krth. Borneo
(? heester) — Bauhinia maculata Bich. Plantentuin. —
Bauhinia pyrrhaneura Erth. Sumatra. ("? heester). — Caesalpinia
Bonducella Fleming. — Caesalpinia Cinclidocar-
pns Miq. — Caesalpinia digyna Botti. (Caesalpinia gracilis
Miq.) — Caesalpinia sepiaria Boxh. — Caesalpinia ve-
Inliua Br. - Alle uit ’s Lands Plantentuin; waarsch.
meest heesteraclitig. — Cassia mnltijnga Bich. (Cassia
Calliantha G. F. W. Mey.) Plantentuin. (Vaderl. Guiana.)
— Cassia Parahyha Arrab. (3Yell.). Plantentuin. S.g.
0.29. — Dialium guineënse Willd. (Dialium nitidum Guill.
Perr.) Plantentuin. (Vaderl. Trop. Afrika). — Schizolo-
Mum excelsnm Yog. Plantentuin. (Vaderland Brazilië). ~
Anglai. Mal. Hir. Daj. Ipil. Daj. Afzelia sp. Borneo. De
boom wordt hoog en zeer zwaar; de bladen zijn klein
en groen van kleur; het hout is licht hruin en wordt
gebruikt om er djoekoengs (prauwen) van te maken.
Het laat zich öjn bewerken. lent. Hout zeer hard, en
moeielÿk te bewerken, en daarom slechts voor ribhout en
djoekoengs benut. In den grond zeer duurzaam en tamelijk
bestand tegen witte mieren. Getah rood-zwart,
hlijft vloeibaar. Gout. S.g. 0.98. — HesLpapoea, Menado. —
Büalang-basi. Celebes. Geschikt voor balken, huisstijlen
enz. G. S. g. 0.74. - Boebon-bini. Billiton. Kleine boom
zonder nut. BU. — Dowora. Afzelia sp. (lutsia 2 hor-
neënsis). Batjan. — Dowora-batoe. Batjan. — Dowora-
komi. Batjan, — Kajoe-radja. (Cassia sp.). Sculpt. —
Kindjmgan. Java. Goed voor huisbouw, meubelen en
snijwerk. C. S.g. 0.60. - Koelim. Sum. Veel voor huisbouw.
V. H. - Koelim-betina. Sumatra. Keurig werkhout,
eetbare vruchten. v. H. — Koelim-lanang. Sumatra. Weinig
gebruikt. v. H. — Koepoe-ketek. Borneo. - Koerandji.
Sumatra. Het wortelhout is zeer sterk en taai. v. H.
- Lolang-papoesa. Batjan. — Meraboelan. Eiouw. —
Merbou-ajer. Sum. 0. K. S. g. 1.10. — Merbou-boeng. Palembang.
— Merbou-ipil. Sumatra. Hard en duurzaam,
doch niet fijn; wel geschikt voor timmerhout. v.H. -
Merbou-itam. Sum. O.K. S.g. 1.08. - Merbou-koening. Sun