
m w .
!
t ; i
in glazen retorten, voornamelijk met het doel om eene olie
te verkrijgen, die geschikt zou zijn om kalium en natrium
in te bewaren. Eerst omstreeks 1860 is men meer in het
groot de destillatie gaan toepassen. De destilleerketel, in
Amerika „siiU” genoemd, wordt voor •% tot % deel met ruwe
olie gevuld; de quantiteit hangt hier voornamelijk af van het
watergehalte, dat bij geheel gevulde ketels aanleiding tot
overschuiming kan geven. Het vuur moet dan ook nauwkeurig
worden geregeld en de warmte gelijkmatig onder
den ketel verdeeld. Sommige rafflnaderijen hebben daartoe
thermometers aangebracht en wel één onder in den ketel,
één boven en dikwijls nog één bij het punt, waar de dampen
de afvoerbuis binnen treden. In de meeste fabrieken
stelt men zich echter tevreden met eene beoordeeling van
den loop der destillatie naar het spec, gewicht der uit den
condensator afvloeiende producten. Daartoe is voortdurend
een araeometer en thermometer in gebruik en een te spoedig
stijgen van de temperatuur in den ketel wordt door deze
hulpmiddelen terstond verraden. Maar uit de waarnemingen
van Biel is gebleken, dat er een groot verschil bestaat in
het spec, gewicht tusschen de producten, die bij dezelfde
temperatuur uit Amerikaansche en uit Russische petroleum
worden verkregen. Volgens zijne meening beslist dus de
temperatuur en niet de dichtheid over de bruikbaarheid
voor bepaalde doeleinden. Men ziet in onderstaande tabel
het verschil voor enkele temperaturen:
T e m p e r a t u u r in
DEN KETEL.
Sp e c , g e w ic h t v a n h e t d e s t i l l a a t .
I n A m e r ik a . I n R u s l a n d .
75° C. — 64°,5 B.
76°,7. 80° B.
115° 70° 56°,7
125° 65° 54°,3
218° 50° _
220° — 38°,4
De oorzaak van dit verschil schijnt gelegen te zijn in
een gehalte van koolwaterstoffen der benzolreeks, die de
Russische van de Amerikaansche petroleum onderscheidt.
Toch is voor eene bepaalde petroleumsoort de beoordeeling
van den gang der destillatie naar het speciflek gewicbt der
destillatie producten, een goede en gemakkelijke, vooral daar
men bij een enkele destillatie slechts mengsels verkrijgt,
waarvan de hoofdmassa tusschen de waargenomen temperaturen
ligt.
Bij de destillatie moet men steeds zorg dragen, dat geen
oververhitting plaats grijpt; daarom wordt in Amerika meermalen
destillatie toegepast bij een gedeeltelijk vacuum, door
gebruik te maken van een luchtpomp, die de dampen zoo
spoedig mogelijk uit den destilleerketel wegzulgt.
Een voorbeeld van een volledig destillatie-proces met de
verschillende producten wordt door Stoop aldus beschreven;
(Dit is dus ontleend aan de practijk, in tegenoverstelling van
het voorbeeld op bl. 44, dat slechts een type is.) Het geldt
voor petroleum van Pennsylvanie van 45° B. spec. gew.
„Nadat zich in de reservoirs der rafflnaderij 1 à 2 pCt.
water uit de ruwe petroleum heeft afgezet, wordt zij over-
gepompt in een destilleerketel van + 300 vaten inhoud. In
de vloeistof wordt, uit een geperforeerde pijp, stoom van
100° 0. toegelaten en later ook de ketel door directe warmte
verhit, totdat het destillaat 60° B. aanwijst.
Er is dan van 12 tot 15 pCt. van den geheelen inhoud
overgegaan, die te zamen als destillaat A zal worden aangeduid
en zich aldus laat verdeelen:
A 1 = ruwe gasoline, tot ± 80° B. % pCt.
A 2 = 0 naphta, van ± 80 — 68° B. 10 pOt.
^ 8 = B „ „ „ 6 8 - 6 4 ° B. 2 à 2/2 pCt.
A „ „ „ 6 4 - 6 0 ° B. 2 à 2V2
„
A 1 wordt opnieuw gedestilleerd, zonder stoom, en geeft
gasoline van 9 0 - 8 3 ° B., die geen zuivering behoeft. Wat
zwaarder is dan 83° B. gaat naar A 1 terug.