« alzoo de smetstof van de melaatschen op de gezonden zouden kunnen
« overbrengen, zoo dat men best doet, de opperhuid zoo veel mogelijk
« te bedekken, waardoor men tevens voor de zoo verschrikkelijke aan-
« vallen en ontstckende beet der hier zoo veelvuldig zijnde muskieten
« gedekt is ; velen nemen eene brandende sigaar in den mond, terwijl
o zij door dit établissement wandelen. ” Op den 18 October 1857 ,
heeft wijlen den Gouverneur-Generaal van Heeckeben, met zijne echtge-
noot, dit établissement bezocht, en alstoen , op de ondubbelziunigste
wijze, zijne tevredenheid aan den Heer G roof te kennen gegeven voor
de zorgen , welke hij aan de ongelukkige melaatschen alhier, bÿ
voortduring, besteedde en waarvan de vrucbten allezins zigtbaar waren
in den goeden geest, welke de lijders aan de boassie-kwaal kenmerktc.
De Heer G roof , om zijne verdraagzaamheid en menschenmin algemeen
geacbt, is onder anderen deswege, in 1856, door Z. M. met het llid-
derkruis vereerd.
Men rekent de sterfte en aanvoer op 10 pcrsonen per maand, dat
is meer dan de helft der bevolking in het jaar. Aan den oever der
rivier Staat, bij de landingplaats, een zwart krnis , om te waarschu-
wen , dat hier de besmetten gehuisvest zijn.
BATAVIA, kostgrond in Nederlandsch Gutana, kol. Suriname, aan
de noordzijde van de Jonkermanskreek, palende W. aan de koflijplant.
Pomona en 0. en Z. aan moerassige boschgronden. Deze kostgrond
behoort aan de suikerplantaadje de Resolutie, en wordt door de
siaven van die plantaadje bewerkt.
BATAVIA-EN-VOORSTEDEN, onderafd. in Oost-Indie, op bet Sundasche
eil. Java, resid. Batavia. A l, wat tot deze onderafdeeling behoort
, wordt thans meestal tot de stad B atavia gerckend en is alzoo op
dat art. beschreven. Zie hicrboven.
BATAVIASCHE OMMELANDEN, onderafd. in Oost-Indie, op het
Sundasche eil. Java, resid. Batavia.
Zij is verdeeld in de volgende acht kwartieren : het W e s t e r -
kw a r t i e r of T a n g e r a n g ; h e tO o s t e r kw a r t i e r o fB e k a s i ;
het Zui de r k wa r t ie r of Meester C 0 rnel is ; het Noord-Wes-
t er -kwar t ier of Tandjo ng-Ka ik ; het Noord-Ooster-kwart ier of
Tjabang-Boengin ; het Zuid-Oos ter -kwar t ier of Jat inagara
en het Z u i d -W e s t e r - k w a r t i e r of- Ka b a y o r a n .
BATAVIER, bätterij , in Oost-Indië, op bet Bandasche eil. Randa-
Neira, op de Oostkust van het eiland.
BATAVIER , klein forlje, in West-Indiè, op het eil. Curaçao,
aan de Oostzijde van Willemstad.
BATAVIEREN, naam, dien men aan de oudste bewoners van een
gedeelte dezer landen geeft. Zie B atten.
BATAVIEREN (EILAND DER), dus noemde men dat gedeelte van
het oude Batavia (zie hierboven), hetwelk een eiland uitmaakte, dat
door den Middel -Ri jnde Waal en de Noordzee gevormd werd ; dit
eiland werd echter niet gehetl door de Batavieren bewoond, want
aan de kust längs de Noordzee woonden de Kaninefaten.
Het bevatte een gedeelte van de tegenwoordige provineiën Gelder
land en Zuid-Hol land ; als in Gelderland: de Betuwe, den
Tielerwaard, het graafschap Buuren en het graafschap Culem-
horg; in Zuid-Holland: het graafschap Leerdam, het Land van
Vianen, den Alblasserwaard, den Cr impenrewaard , het Land
van IJsselmonde, Put t e n cn den Grooten Zuid-Hol landschen
of Dordrechtschenwaard,
BATAVIEREN (LAND DER), voorm. naam van een gedeelte der
Niederlanden. Zie B atavia. ,*
BATAVIEREN (STAD DER), vermeende plaats in het Land der
Batavieren. Zie B atavorum (O ppidum).
BATAVODURUM, oude stad , m het Land der Batavieren. r>om-
miiren meenen , dat dit het tegenwoordige W ijk b i j D uubstede anderen
dat het B atenburg geweest zij; ons komt het meer waarsehynlijk
voor dat men daarvoor N ijmegen te houden hebbe. De overblijlsels
toch ’van Romeinsehe oudhedeo , in grooten getale bij deze laatste stad
o-evonden en opgedolven , bevestigen len volle , dat hier eene aanzien-
liike standplaats der Romeinen geweest zij. De Bürgt zeit, wiens
oorsprong zieh in de grijze oudheid verliest, maar die wij in onze
dairen schier geheel hcbbcn moeten zien verdwijnen, was mede een
blijk van het aanzien, waarin N ijmegen vroeger bij de Romeinen moet
gestaan hebben.
BATAVORUM (ARX) , Latijnsche naam van het stadje B atenburg.
Zie dat woord.
BATAVORUM (OPPIDUM), de S tad d er B atavieren , eene stad ,
welke men wil , dat door T acitus vermeld wordt, als door C iv il is in
brand gestoken te zijn, en omtrent welker standplaats men ondcr-
scheidene gissingen geopperd heeit. Het is echter zeer waarschijnlijk,
dat men ter bedoelder plaatse, in stede van oppidum (de stad) ,
moet lezen oppida (de steden), als wanneer men daardoor zal moeten
verstaan Arenacum, Vada, Grinnes, Batavodurum en misschien
nog andere plaatsen , wier namen niet tot ons zijn overgekomen.
BATCHEM, plaats in het graafs. Egmond, pro v. Noord-Holland.
Zie B athem.
BATCHIAN, eil. in Oost-Indie, een der Moluksche eil. ZieB atjan.
BATEKAMI, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Pangesane,
in het Binnenland.
BATEMELO, oud d. in Oost-Indie, op de Noord-Oostkust van het
eil. Timor, een der Zuidwestereilanden van Banda , 2 m. N. W. van
Batoe , 2 m. 0. van Toerier.
BATENBORGH, st., prov. Gelderland. Zie B atenburg.
BATENBORG, geh. in Fivelgo, prov. Groningen, arr., kant.,
gem. en £ u. N. W. van Appingedam, tusschen Tjamsweer en
Jukwert.
BATENBORG of B aatjeborg , voorm. adell. h. in Hunsingo, prov.
Groningen, arr. en 5 u. W. van Appingedam, kant. en t j u. W“.
van Onderdendam, gem. en J u. W. ten N. van Winsum, Z. Z. 0 .
van Maarhuizen, waaronder het behoort , aan den weg van Obergum
naar Maarsslagt. Thans is het eene boerderij..
BATENBURG, kerk. ring., prov. Gelderland, klass. van Nijmegen ,
Zij bevat de volgende 10 gem. A f f e r d e n - D r u t e n - e n - D e e s t T
A l t f o r t - e n - A p p e l t e r n , B a t e n b u r g - e n - N i f t r i k , Burg-
h a r e n - e n - H e r n e n , Ho r s s e n , Ma a s -B om m c l - e n -A l -
p h e n , P u y f l i j k - e n - L e e u w e n , Wame l - e n - D r e u m e l ,
Wi j c h e n - e n - L e u r en Wi n s sen. In dezen ring zijn 14 ker-
ken , die door 10 Predikanten bediend worden.
Men telt er ongeveer 1800 zielen.
BATENBURG, gern, in het Land tusschen Maas en Waal, prov.
Gelderland, kw., distr. en arr. Nijmegen, kant. Bruten, (7 k. d.,
20 111. k ., 6 s. d. ) ; palende N. aan de gem. Horssen en Burgharen ,
0 . aan Wijchen, Z. aan de Maas en W. aau Appeltern.