
de Bo d j o -Ne g a r a , de P a y o u g , de T a n g k i l , de P i n a n g ,
de Ka d o e h i n g k i n g , de M e s i g i t en de Po e l a s s a r i e . Ile
geegte dezer bergen behooren tot de vuurspuwende, zoo als uit de
zwavelbronnen en heete wellen blijkt, terwijl de zwart gebrande
steenen , die alom in de valeijen gevonden worden , duidclijk aantoonen ,
flat Pr vroeger uitbarstingen hebben plaats gehad. Vele bergen zijn
tot op hunne kruinen digt bewasschen, en sommige bevatten vogel-
nestklippen.
De Zuidkant Tan het land is door hoog rotsachtig Strand bepaald.
De kust is op vele plaatsen mocijelijk te naderen, maar zeer viscbrijk.
De Noordzijde is laag, en op sommige plaatsen moerassig, op an-
dere zandig, en op vele plaatsen niet gezond. Het Zuiderzeestrand is
door de lievige winden , die , uit de Indische zee waaijende , schraal
en schroeijcnd zijn, mede nadeelig voor de gezondheid. De binnenlanden
zijn daarentegen door de frissche, zuivere lucht, en door de
verkoelende regens zeer gezond. In de läge streken rijst de thermo-
meter binnen 'shuis van zes en tachtig tot zeven en negentig gradenj
in de bovenlanden teekent kij van zes en zestig tot tachtig graden.
De spoedige verandering van het luchtgestel, waardoor de thermo-
meter aan de stranden, binnen een n ur , zestien en meer graden kan
dalen, wanneer de koudc bij regenvlagen van het gebergte komt,
wordt, door kundige geneesheeren , als zeer gevaarlijk voor de gezondheid
gehouden , dewijl daardoor de uitwaseming belcmmerd, en
niet zelden kramp en verstramming geboren worden. Wanneer men
de stranden verlaat, alwaar de dampkring vochtig of sehraal is, verändert
het luchtgestel trapswijze, en wordt het van uur tot uur gezon-
der. De grond is aan de noorderstranden vlak en laag > maar verheft
zieh langzaam, en wordt «.erst heuvel- en daarna bergachtig, waardoor
de schoonste valeijen gevormd worden.
In de nabijheid van L a b a k worden groeven gevonden, die steen-
kolen opleveren, welke bij proefneming goed bevonden zijn , om er
kooltcer van te stoken. Ook wordt er ijzer aangetroffen , wicr bewer-
king echter de moeite niet zou beloonen. In de nabijheid van Pa n-
deglang, en boven L a b a k , heeft men warme en koude zwavelbronnen
, welke niet zelden dienen, om ziekten te genezen, welke de ge -
volgen van zedeloosheid zijn.
De landstreek is vrucktbaar, ofschoon minder dan in de omstre-
ken van Batavia en Buitenzorg, waarvan de oorzaak wel gelegen mag
zijn in den bij vergelijking achterlijken Staat van den landbouw r Pe-
pcr was altijd het voorname voortbrcngsel van B antam , zoo wel als
van de onderhoorige Sumatrasche provincie L a m p o n g. Er wordt
echter ook veel, en jaarlijks hoe langer hoe meer, rijst aangebouwd. Djagong
maiz groeit er overvloedig. Men plant in deze residentie voorname-
j , katoen cn in de laatste jaren suikerriet en indigo, maar de
voornaamste bron van bestaan is thans wel de rijstbouw. Er zijn echter
nog onderscheidene moerassen, vöoral in het dist r iktPanimban-
g a n , in het regentschap T j e r i n g i n , dat te weinig bcvölkt is , om
die moerassen tot rijstvelden aan te leggen; in meer bcvolkte streken
is zulks rceds mct goed gevolg ten uitvoer gebragt. Allerlei
vruchlen zijn er ook in menigte voorhanden , doch vcelal minder sap-
pig en geurig dan elders op Java , cn het is hierbij opmerkelijk, dat
vele soorten van vruchten, voor zoo veel de gelieele Noordkust van
Java betreft, aan het Weslclijke gedeeltc van dit ciland van minder
goedc hoedatiigheid schijnen te zijn dan verder oostwaarls. B a n t am
brengt voorts nog patata’s , arkcapalmen , en kokosnoten mv n j groote
memgte voort: ook tabak doch in geringe hoeveelheid. De bescüa-
vinp en landbouw hebben e r, sedert omtrent vijf en twintig jaren,
dat dit land met de districten van het Gouvernement bepaaldelijlc
vereenigd is , verbazende vorderingen gemaakt. Vöör dien tijd regeerde
hier een Sultan ,j die, ofschoon een boudgenoot, of liever een vassaal
v a n de Nederlandsche Compagnie, nogtans magt genoegbehouden liad,
om de uitbreiding van volksnijverheid en landbouw te belemmeren.
Sedert de bevolking van B aktam niet meer aan wiilekeurige be-^
lasting ten prooi i s , en vooral sedert het stelsel der landrenten m-
gevoerd is, heeft de landbouwer van zijnen arbeid voordeelen getrok-
ken, die zijne nijverheid opgebeurd, en zijne werklust aangevuurd
hebben. Van toen af is deze provincie geheel van gedaante veran-
derd. De bevolking, en derhalve ook de inkomsten van het gouver-
nement, zijn trapsgewijze vermeerderd.
Na den rijstbouw is een der voornaamste bronnen yan bestaan in
de residentie B antam, deveeteelt. De weilanden zijn hier uitmuntend,
en de buffel, die den Javaan zoo nuttig voor den landbouw is ,
verkrijgt liier eene buitengewone grootte en kracht. Men treit hem
hier dan ook in menigte aan. Men wil zelfs dat het getal wel 40,000
bedraagt. Men kweekt er ook eene groote menigte gelten , die door
de inwoners van Bantam regelmatig naar de markten, omstreeks Batavia
gebragt en met goede winst verkocht worden, omdat de Inländers
zeer gaarne het vleesch van geiten eten , liever zelfsj dan dat
van schapen, die hier over het algemeen klein en mager zijn.
In de wildernissen van de residentie Bantam vindt men tijgers, en
tussclien de gebergten en heuvelen eene menigte rhinocerossen ; kroko-
dillen , slangen , leguanen en apen worden in menigte aangetrotlen.
De tijger, en vooral de zoogenaamde koninklijke tijger is eene onwel-
kome gast, die dikwijls aan de inwoners, zelfs in de nabijheid vap
de stad , een bezoek komt geven. Hetgebeurt ook niet zelden , dat dit
dier den grooten weg van B antam naar B a t a v i a , maar lnzonder-
heid van B antam naar A n j e r bezoekt. De inwoners zijn zeer stout-
moedig in het opsporen en aanlasten van den tijger, cn schijnen
zelfs in deze gevaarlijke jagt vermaak te vinden. Wilde varkens zijn
hier mede in overvloed. Zij zijn niet zeer groot, doch kunnen
gevaarlijk zijn, wanneer men, op deze dicren ter jagt gaande, hen
inet schietgeweer, of in het geheel niet, treft, o f , wat nog erger is ,
hun slechts eene ligte wond toebrengt.
Grove katoenen lijnwaden, gestreept en geruit, die in groote menigte
te B antam geweven worden, zijn onder de inlanders, omstreeks
Batavia , zoowel als bij de bewoners der andere deelen van het eiland,
zeer gewild, en maken een belangrijk voorwerp van handel uit. Ook
vervaardigt men er garen van ananas-vezelen, pottenwerk, fraaije
matten van biezen en van bamboes, en eene soort van fijne kalk, die
in den geheelen Oost-Indisehen Archipel een groot vertier vindt>,
en tot het pleisteren en wilten der huizen van Europeanen gebruikt
wordt, terwijl de inlanders er zieh bij de toebereiding van hunne' ge-
liefkoosde siri van bedienen. ‘
Wanneer men in de nabijheid van Serang komt , wordt de Weg“,
die tot dus verre door laag eil vrij moerassig land geloopen heeft ; al-
lengs fraaijer en aangenamer. Links en regts liggen welbeboUwae
rijstvelden, en op eenigen afstand liggen Javaausche kampongs eii huizen
, onder eene groep van lominerrijke boomen verholen. Een aantal