bevingen onderhevig. De. St; P i e t e r s b e r g op de Noordooslkust
wordt voor de hoogste van het geheele eiland gehouden.
Er zijn op dit eiland meren van meerdere of mindere uitgestrektheid ;
zoo heeft men aan den voet van het gebergte , aan bet noordoostelijke
gedeelte van B o r n e o , het groote rneer K i n i Baloe, dat ruim 100
m. in omtrek heeft en waaruit de onderscheidene rivieren ontspringen,
en naar de läge stranden alloopen.
Onder de talrijke rivieren en, stroomen r welke het land in allerlei
jigtingen doorlaopen, zijn er die eene groote uitgestrektheid
lands bevochtigen en de binnenlandscbe gemeenschap van bet . Westen
naar het Oosten en Zuidoosteu. bevorderen. De merkwaardigste dier
rivieren zijn de Banj ermas ing , de B a r a l o , de B e n a r , de Bil-
li papa 11 , de B o e ki 1 , de K a 1 k o , de Kama l a , de J famo n t i ,
de Kapouat , de Mamp awa , ; de Mandawai , de Ma t i t a , de
P a s i r , de P as i r-B ra w a , de P a s s a r a , de P emb o ewa n g , de
P o n t i a n a k , de S a l a t , de S am b a s , de S amp i t , de San-
d a n a o n , de S e d a n g , de B n k a d a n a , de Ta b a n j o e en de
Ve r s e h e r ivier .
. Eigenlijk gezegde havens heeft men er niet. Hetgeen men meestal
als zoodanig opgeeft, zijn slechls ankcrgronden in de rivieren , waar-
Tan men de voornaamste heeft te B a n j e rm a s i n g , te Bo r n e o ,
te Mamp aw a , te P o n t i a n a k en, te Sa mb a s ; van deze zyn die
te B a n j e rm a s i n g , t e P o n t i a n a k en te S amb a s tot vrije havens
verklaart.
- Hoewel B orn eo onder de evenacbtslijn lig t, is er de hitte niet zoo hevig,
dat zij onverdragelijk kan genoemd worden , daar zij door de koele zee-,
winden, de menigvuldige regens en de bijna gestadige gelijklleid van dag
en n a c h t, zeer gematigd wordt. De darapkring is er yochtig, hetwelk
yoornamelijk toegeschreven wordt aan de binnenwateren en rivieren , die
jaarlijks de zeer vlakke en moerassige kusten: overstroomen , welke laätste
daarom ook als ongezond beschouwd worden, , hoewel de, lucht door
de nitwasemingan. der moerassen niet dermate besmet wordt', dat, zij
verderfelijke zickten doet ontstaan;,; en, het bewezen is dat zelfs, Eurö-
peanen er zeer gezond kunnen blijven.
Men kent er slechts twee jaargetijden , het drooge en den regenlljd.
De drooge moeson duurt er van Mei tot November, ln den! regentijd kan
het op de westknst hevig waai jen, zwaar regenen en sterk donderen.
De binnen deelen van dit eiland zijn opjverre na nog niet volkomen ■
aan de Europeaneh bckcnd, die z i e h o p de meeste plaatsen, .'niet
verder dan 10 of, 12 mijleri landwaarts, in begeven hebben. De bos-:
s,chen en wildernissen , , gebrek aan wegen, en de woeste aard van de
bewoners der binnenlanden hebben dit tot dus verre verhjnderd, Het
eiland wordt als het rijkste land van den geheelen aardbodem aan-
gemerkt; makende de vruchtbaarheid van den grond en de over-
vloed van goud-, en diamantmijnen het tot eene onuitputbare. bron-
van kostbare schatten. De uitvoer van goud over de geheele west-
k u s t van B orneo wordt begroot op eene jaarlijksche hoeveellieid van
tweehonderd pikols , ter waarde van dertig duizend piasters de pikol,
hetwelk voor den geheelen uitvoer eene som van zes millioen piasters
geeft. Wijders berekent men, dat door de Chinezen , ter on-
dersteuning hunner nabestaanden in hun geboorteland , jaarlijks door
elkander wordt uitgevoerd eene waarde van zeshonderd twaalf duizend
piasters; dat de jaarlijks naar China terugkeerende Chinezen met zieh
voeren ongeveer vijf honderd duizend piasters; dat voor opium en lijnwaden
wordt besteed eene som van een millioen piasters, zoodat de
hoeveelheid gouds, die jaarlijks wordt uitgevoerd, in het geheel op
eene waarde van 8,000,000 piasters geschat wordt. De jaar i|k
sehe opbrengst der diamantmijnen, is vecl moeijelijker te bepalen ,
door het souvereine regt van den Vorst , volgens hetwelk alle steenen
die de zwaarte van vijf karaat en daarboven hebben , aan hem aigele-
verd nioeten worden , als ook door liet gemak , waarmede het gevoii-
dene gesteente kan verdonkerd worden. Onder de diamanten welke
de grond oplevert, zijn er sommigen van 20 , 30 en 40 karaten ; zelfs
heeft men er vroeger een gevonden , welke drie honderd zeven en zes-,
tig karaat woog. Het bewerken der diamantmijnen is door de veelvul-
dige instortingen zeer gevaarlijk , alhoewel zij met zeer diep zijn. De Boegi-
sche kooplieden van Celebes, welke hier hun verblijf hebben , koopenge-
woonlijk van de mijnwerkers den ruwen diamant van een karaat tegen den
prijsvan '6 tot 10 piasters. De diamant is het eenigste edclgesteente , dat
bij de inboorlingcn geacht is. Ook vindt men te Banjermasing dia-
mantslijpers ,. die echter alleen in Staat zijn, om de groote en nnd-
delmatig p*roote steenen te veredelen. Yoorts geeft nog h£t mineraal-
rijk zilvcr , gekleurd edelgesteente, krislal, koper , ljzer en Im. ■
Het plantenrijk brengt hier eenen overvloed van peper voort, als-
mede muskaatnoten , kruidnagelen , grove kaneel, suiker' , rijst.
De Borneosche sago is beroemd en de sagopalm (cycas circinalis) groeit
er veelvuldig. Voorts heeft men er kokosnoten , bananen , mangis-
tan ramboetan , citroeuen, katoen , benzoin , dammar en het beste
drakenbloed. De kamfer , die men er wint , is de koslbaarste uit geheel
Azie en er wordt daarvan jaarlijks 4500 pond uitgevoerd. Ook aan
houtsoorten is er geen gebrek. De voornaamste zijn ijzerhout,
bamboes , ; sandelbout en zulk een overvloed vam allerlei timmerhout,
dat de Chinezen, inet liunne werklieden, derwaarts komen om liunne
schepen te bouwen. Ook vindt men op dit eiland geheele rottingbos-
schen en de grond der uitgestrekte wouden en wildernissen is er met
ontelbare planten en hcesters bedekt.
Het dierenrijk levert de meestgezoehte eetbare vogelnestjes , besoar
en! was. Men treft er slechts weinige paarden aan , en alleen op som-
m i g e plaatsen buffels, schapen , ■ geiten en honden ; varkens worden
er echter veel door de Chinezen aangefokt. Voorts heeft men er
tijgers, panters, zeer groote wilde ossen, wilde zwijnen, stekel-
varkens, het zoogenaamde waterhcrt en allerlei apcn , waaronder de
orangoetan \ die nergens elders dan op dit eiland gevonden wordt.
Ook heeft men op B o r n e o de zoogenaamde vfiegende honden , zijnde
de allergrootste soort van vledertnuizen , die door de uitgestrekte hooge
bosschen fladderen en in de scliemering op even reusachtige motten
en kevers jagt maken. In de zeeen die de kusten bespoeleii, vangt men
groote schildpadden , cachelotten, walvisschen , robben, ontelbare visch-
soorten, en de stranden leveren agar-agar, tripang en zelfs paarlen
op welke laatste men hier ook vindt in de schulpen der reusenmös-
sels (chama gigas) , wier schalen somtijds 500 pond wegen; maar
de schoonste treft men aan in de paarloesters, die omtrent vier duim
middellijn hebben en kapis genoemd worden , welke paarlen doorschij-
nend en geelachtig van kleur zijn.
De bevolking wordt volgens sommigen op drie , volgens anderen op
vijf millioenen begroot. Zij kan gevoegelijk verdeeld worden in drie lioofd-
klassen • te weten : de strandbewoners, voor het meerendeel uit het
sltchtsle zamenraapsel van de nabnrige cilanden bestaande; de Chine