. BLIJKZIGT , adeli. h., op het eil. Schouwen, prov. Zeeland, arr.
en, iS u. N. ten 0. van Zierikzee, kant. en 2 u. 0 . ten Z. van Brou-
wershaven, gem. Dreischor.
; BLUM, \erkorte naam van den tuin B l e in h e im op Curasao. Zie;
B l e in h e im .
BLIJRUST , plant, in iFest-lndie, eil. Curacao , in de West-Divisie,
t_e;n.N., van Blaauwbaai.
, BLIJ.SWIJK, d. in liet balj. van Schieland, prov, Zuid-Holland.
Zie B l e i s w i j k .
, BLIJT (TER) , voorm. heerl. prov. Limburg, arr. Maastricht, kant.
Meerssen ; palende Z., W. en N. aan het Land van Valkenburg , 0.
aan, de lieerl. ’s Hertogenrade.
, Zij bevalte de tegenwoordige gem. B e r g - e n - T e r - B l i j t (zie dat woord).
Tbans echter bestaat deze heerl. niel meer, werdende de vroeger daar-
toe behoord hebbende gronden door onderscheidene personen bezeten.
BLIJT (TER-), geh. in de heerl. Ter-Blijt, prov. Limburg, arr.
en 2 u. ten N. van Maastricht, kant. en l f u. 0 . Z. 0 . van Meerssen
, gem. en 1 u. O. van Berg. Men telt er 128 inw.
BLIJVERPOLDER, noordwestelijk gedeelte van de gezamenlijk be-
dijkte en in den jare 1814 drooggemaakte Akkersloot-Hertogs-en-Blij-
verspolders, in het hoogh. van Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr.
Leyden , kant. Woubrugge,, gem. Alkemade, welke droogmaking in
het geheel 130 bund. 69 v. r. 34 v. ell. groot is.
BLIJWERVEN, heerenhuis in de Neder-Betuwe, prov. Gelderland,
distr. en 6 U. 0 . N. 0 . van Nijmegen, kw., arr., kant. en 2£ u.
N. van Tiel, gem. en 1 u. W. ten N. van Lienden, j u. Z. van
Ingen, waartoe het behoort.
Waarschijnlijk is het vroeger H e t K a s t e e l t e In g e n geweest,
BLIKi n ham der Schelde in Staats-Vlaanderen , in het Vrije van
S luis, prov. Zeeland, distr. Sluis. Voorheen werd de stad IJzendijke
door dezen inham bespoeld , die sedert door verlanding aanmerkelijk
verkleind is,
BLIKKENBURG , B l i j c k e n b e r g of B l i jk e n b u r g , voorm. riddermatig h.
in het Overkwartier der prov. Utrecht, onder Zeist.
Er zijn aanteekeningen , die melden , dat het huis te Blikkenburg ,
in het jaar 1340 door eenen Heer uit het oud en vruchtbaar geslacht
der W u l v e n , gebouwd zij, eene zijner dochteren zoude met F r e d e r i k v a n
Z u i l e n getrouwd, en diens nakomelingschap v a n B i i j c k e n b b r g genoemd
zijn. Zekerder gaat het , dal de Heer v a n G a a s b e e k , als Leenheer,
regt op dit liuis had , en dat regt aan D a v id v a n B o d rg o n d ie , den vijf
en twintigsten Bisschop van Utrecht, ten behoeve van het Bisdom , heeft
overgedragen. ln het jaar 1487 heeft J a c o b v a n Z u i le n v a n B l ik k e n b u r g
het ter leen ontvangen. Hij stond het den 18 Maart 1489 af aan A n n a
v a n Z b i le n , Heer E g b e r t s dochter, die liet na het overlijden van hären
man, B a r e n d v a n G r o e n e v e ld , den 24 Maart, overdroeg aan hären
neef, F r e d e r i k d e V o o g t v a n R i j n e v e l t , welke erden 18 Mei 1303 med^
beleend werdt. Deze was er bezitter, van , toen het, in het jaar 1837,
door de Staten der Provincie voor een Ridderhofstad werd verklaard,
en stierf in 1344, wordende in het bezit van dit huis denSJ ulij 1843
opgevplgd door zijnen zoon H e n d r ik d e V o o g t v a n R i j n e v e l d t , die weder
tot öpvolger had J o o s t d e V o o g t v a n R h n e v e l d t , welke den 6 October
1379 dit leen verhief. Na den dood van B e a t r ix d e V o o g t v a n R i j n e v e l d t
werd Zw e d e r v a n B r a k e l , den 7 Februarij 1629 hiermede verlijd,; en
Z w e d e r W i l l e m v a n B r a k e l den 1 December 1638, Diens zuster Gasp
a r in a Van B r a k e l , noch A n n a J b liaN a v a n R e n e s s e v a n B a a r , die beide
dit hiiis geerfd hadden, hebben ooit dit leen verheven , zoo als blijkt
uit de beleening, die Z w e d e r v a n V o o r s t , Heer ran Schooiiderbeeh ', den
9 April 1680, daarvän erlangde , uithoofde van zijn huwelijk met M aV ild a
v a n R e n e s s e v a n B a a r . De beer v a n S c r o o n d e r b e e k , daarover eert yer,-
gelijk getroffen hebbende met den Heer v a n S p a n g e n , die mede däarop
regt meende te hebben, en alzoo in het bezit van dit 'huis geraakt
zijnde , verkocht het , in het jaar 1687, aan W i l l e m Grave v a n N a s S a b ,
Vrijheer van Zeist. De Staten van Utrecht verklaarden toeii , dät het
onder het hooge regtsgebied van Zeist begrepen was. L o ö e w i jk A d r i a a n ',
o.udste zoon van dezen Grave W i l l e m v a n N a s s a u ,’ werd er in het jaar
1709 mede verlijd; maar zijn zoon, de Heer v a n B e r g e n verkocht-liet,,
in het jaar 1746, voor tien duizend gülden., aan den, Hefep CokisiLis
S c h e l l i n g e r ; en deze, 22 jaren daarna, weder aan M a r i a A g n e s . Grftyinne
v a n Z in z e n d o rp en P o t t e n d o r f , Vrouwe vdn Zeist, getrouwd met M a c r i t s
W i l l e m , Burggrave en Grave t o t D o h n a , welke'Gravin er, den 12 Oktober
1768, mede verlijd werdt. Dit huis , ,dat., als feen Gaasbeeks
Teen, leenroerig was aan het Sticht van Utrecht, is reeds sedert jaren
gesloopt; ook de vierkante poort, met het koepeltorentje, die nog Jang
daarna gestaan heeft, is verdwenen. 0p de plaats , waar vtoegfer het
huis’ stond , ziet men thans eene boerenwöning,' van, welke , eVen
als van de overige gronden , de tegenwoordige eigenaar is Jonkhöer
J. E. H b td e c o p e r , Heer van Zeist.
BLIRVAART. vaart, prov. Friesland, kw. Wes'tergooj ¡¡rieii heiBitdi,
die uit de Wierzijl komt, eerst noordelijk gabt, vervolgens* in eene
oostelijke rigling door het Oude-ßildt loopt, en zieh eindelijk, behöör-
den Beetgum, noordwaarts naar de Leije en ‘Oude-Bildtzijl kromt,: na
versfehillende zijtakken naar de Bildt-parochieh tot aart en längs den
Oudendijk te hebben afgegeven. Het iS de hoofdvaart van het Bildt.
BLTLING, koningrijk en stad in Oost-lndie, op het eiland Bali. Zie
B o l e l e n g .
BLIMSBINGBAAI, baai in Oost-lndie, in de Indische Zee, aan het
Zuidelijkfe uiteinde der Westkust van het Sundasche eil. Sumaträ.
BLINJOE of B lin g o , distr. in Oost-lndie, op het Sundasche eil.
Banglca, waarva'n het het Noordelijke gedeelte uitmaakt.
De Inboörlingen komen in karakter en hoedanigheden veel met die
van Palembahg overeen,
BLINJOE of B lin g o , riv. in Oost-lndie, op het Sundasche eil. Barigka , .
distr. Blinjoe, dat van haar zijnen naam ontleent.
BLINJOE of B lin g o , st. in Oost-lndie, op het Sundasche eil. Bangka,
distr. Blinjoe, aan de riv. Blinjoe.
Zij telt 170 inwoners, Chinezeu en Maleijers , en i s ; de residenlie
van eenen Inspecteur der tinmijnen.
BLINK (DE), boerenplaats, prov. Groningen, Westeliik van en
onder Uithuizen.
BLINKEN (DE) , voorm. konvent in het balj. van Kenvemerland\
prov. Noord-Holland, bij Heilo. Zie W i l l e b r o r d S k o n v e n t (St).
BLINKERT (DE) of H o o g e -B l in k e r t , hooge duin in het balj. van
Brederode, prov. Noord-Holland, £ u. W. van Overveen, 1 u. Z. 0 .
van Zandvoort „ met een overschoon land- , zee- en Stadgezigt, daar
men e r, zoo wel over de Noordzee en het TJ, als op Haarlem en de
fraaije onistreken dier stad , heen ziet. Aan den voet ligt de herberg
het Kraantjelek, waar de mindere klasse der bevolking van Amsterdam
veelal hunne uitspanningen neemt.