in hpt jaar 1607 ten dtenstc der bezetting gebouwd. Ten zellfien jare
werd j a deze gem. tot eerslcn Prcdikant beroepen J ohannes R in g e l iu s , die
er in bet jaar 1612 overleed. Het beroep is eene koninklijke collatie.
Men heeft er eene school van de tweede klasse, die door ruim 60 Iper-
lingep bezocbt wordt.
B ou rta nge , i s de geboortepl. van den Generaal-JVfajoor J oachim va n
A mama ; geb. 14 November 1657 f 5 Julij 1730.
Niet zoodra was de schans B odrtange tot stand gebragt, of de
Spaansche Gouverneur V e r d u g o , de aangelegenheid van dezen post
inziende , vorinde eenen aanslag, om dien te vermeesteren j welke
echter , door de dappere tegenweer van den Commandeur d e J orge ,
verijdeld werd. C h r is t o ph B e rn h a rd van G a ie n , Bisschop van Munster,
m hpt jaar 1672, het onlwerp gevormd hebbende , om Groningen le
belegeren, beproefde insgelijks, zieh meester van de B od rta nge te
mähen, doch vreezeude, dpor geweld niet te zullen slagen, zocht
hij den kapitein P ro t , die daar hinnen het gebied voerde, door aanbie-
ding van 200,000 gulden of van een der beste adellijke gestichten in
Westphalen, tot de oyergave te bewegen. Toen dit verzock door den
braven ßeyelhebber met verontwaardiging werd van de hand gewesen,
deed de Bisschop eenige toebereidselen tot een beleg maken , en het ge-
schut dadelijk voor de schans planten. Hij werd echter uit de vesting zoo
Wel begropt, dat hij het raadzaam oordeelde , na , door eenen nitval
der bezelting , sommigen , aan dooden en gevangenen, verloren te heb-
ben , terstond weder terug te trekken.
In het jaar 1807 heeft men ter dezer plaatse eenige koperen pennin-
gen van den Romeinschen Keizer G alba uitgedolven.
BOURTANGER-MOERAS, ook wel de B od rta nger- h e id e genaamd,
grootc moerassige beide en veenen op de grenzen der prov. Groningenf
gedecltelijk in die prov. gedeellelijk in het kon. Hannover gelegen.
Het is 12 u. gaans lang, en dekte vroeger bijna de geheele Oostelijke
zijde der prov. Groningen tegen eenen vijandelijken aanval, daardegrond
na.anwelijks voor eenen voetganger bruikbaar was, dus nog veel minder
bekwaam, om een leger , met geschut, pakkaadjewagens en allerlei
oorlogsgereedschappen , te dragen. Sedert een aantul jaren is het echter
langzamerhand opgedroogd, en bestaat thans meest liit weiland.
Op deze heide viel, den 5 September 1580, ten N. W. van de Bour-
tange een scherp gevecht voor tusschen de Staatschen, onder den Graaf
van H o b e n l o , en de Spaanschen, onder R ennenberg , waarin omtrent
duizend der Staatschen sneu-velden en de overigen op de vlugt geslagen
werden.
BOUS, gem. in het balj. van Remich-en-Grevenmacher, regtsg. Re-
mich , grooth. Luxemburg , kw. Grevenmacher , arr. Luxemburg , kant.
Remich; palende N. aan de gem. Stadtbredimus, O. aan Remich,
Z. aan Bech, W. aan Wald-Brediinus.
Zij bevat het d. Bons, benevens de geh. As sel , Emme r i n g e n ,
E r p e l d i n g e n , He r d erm u h l , Hesbour en Rol l ingen.
Men telt er ongeveer 1300 inw., allen R. K., die eene par. uitma-
ken, welke tot het bisd. Namen, dek. Remich, behoort, en door eenen
Pastoor bediend wordt.
Deze gern* heeft wijnbergen , die goeden moezelwijn opleveren.
Het d. B ods of B des ligt 3£ u. Z. W. van GreveDmacher, 3 u. O.
ten Z; van Luxemburg, 1 u. N. W. van Remich.
ROUSSOA of B odssoda , st. in Afrika, in Opper-Guinea, aan de
Goudkust. Zie B os su a .
- BOUT (DEN-), geh. in den Albhsscrwaard, prov. Zmd-Holland,
4rr.', kant. en 1 u. W, Van Gorinchem, gem. en * u. O. van Har-
^ Ilet ontleent zijnen naam van eene herberg aldaar , waar vroeger den
Rout (d. i. de eendvogel) uithing. Men telt er 28 h. en 200 mw.
BQIJTENSTEIN of B o d t en s tb in sc u e vvf.t e r in g , water in den iieier
waard, prov. Gelderland, dat uit de GeUicumsche en Rumptscbe ml-
wRtering voortkomt, in eene noordelijke ngting de gem. Deil door-
loopl, en zieh door de Boutensteinsche sluis in de Lmge ontlast.
Het i s , in dep winter, voor kleine schulten tot vervoer van menschen
en granen, bevaarbaar. . . . . , j i r„l
BOUTENSTEINSCHE SLUIS , sluis in den Tielerwaard, prov, i*el-
derland, liggende in den Lingendijk, H , Z. O. van Rumpt , en dienende
om het overtollige water uit de Boutensteinsche wetering op de
Linge te onllasten. . , ,
BOUTENSTEINSCHE WETERING , water in den Tielerwaard, prov.
Gelderland. Zie B o o t e n s t e in .
BOUTON, eil. in Oost-Indie, tot de Saletjer-cilanden behooronde.
Zie B o e t o r . . . . , ROUTRY, B o t r o e of B u t t e r t , vrij groot en volknjk negerdorp in
Afrika, in Opper-Guinea, aan de Goudkust, door het Nederlandsche
fort Batestcin bestreken. } s _
Hier werden, in het jaar 1837, de Bevelhebbers van de forten St.
Jago en St. Antonv, de Heeren M aesen en C r e b e r , die door den Gouverneur
van St. George d’Elmina , T o n n e b o e u e r , met eenige Soldaten
derwaarts gezonden waren , om een geschil, over het invorderen van
eene boete gerezen, te vereffenen , met hunne bijhehbende manschap
door de Negers doodgeschoten , met uitzondering van eenige weinigen,
die met de lijken der gesneuvelden naar St. George-del-Mma tcrug-
keerden. Hierop trok de Gouverneur T o n n e b o e u e r , met een aantal troe-
pen, tegen de opslandelingen o p , doch met dit ongelukkig gevolg,
dat hem en de met hem uitgetrokken manschap , betzelfde ongeliikkige
lot te beurt viel. De oproerlingen hieuwen hem en een aantal Nf*gers
het hoofd af. Later ontvingen zij lqon naaF werk, ten gevolge yan
eene welgelukle expeditie, onder het bevel van den Generaal-Majoor
V e r v e e r , uit Nederland derwaarts gezonden.
BOUTRY, riv. in Afrika , in Opper-Guinea. Zie A n t e r .
BOUYENJE of B o d v ig s e , kast. in de bar. van Breda, prov. Noord-
Rraband. Zie B o r v en je n . '
BOUWE (R00-) , adelig, h. in het Land,van Altena, prov. Noord-
Braband. Zie Roo-Roowp.
BOUWERSCHAP, geh. in Fivelgo, prov. Groningen, arr., kant.
en 3 u. W. teil Z. van Appingedam, gem. en \ u. 0 . van Ten-Boer,
ten 0 . van het Damsterdiep en teu N. van den weg naar Woltersuin.
Het bestaat uit 3 boerderijen, met ongeveer 30 inw.
BOUWVEENEN , pold. in Gooiland, prov, Noord-Holland, apr.
Amsterdam, kaut Naarden, gem. Blaricum.
BOUXHORN, d. in de heerl. Rulland, grooth. Luxemburg, Zie
B o x h o rn .
BOUZIGT, buitengoed in Gooiland, prov. Noord-Holland, arr. en
5 u. Z. W. van Amsterdam, kant. en 1 | u, Z. van Naarden, gem.
’s Graveland•
Het is 3 bund. groot, en wordt thans in eigendom bezeten en be-
woond door den Heer J. Corver H ooet.