van Ginneken, gcdeeltelijk gem. Mphen-en-Riel, | Z. ten W. van
Alphen , gedeeltelijk gem. en £ u. N. van Baarle-Nassau; met 13 h.
en 100 inw.
BOSGHHU1S, voorname herberg, prov. Friesland, griet. Tietjerk-
steradeel, onder bet d. Bergum , ten Z• aan den straatweg van Leeu*-
warden naar de Groninger grenzen.
BOSCHHUIZEN , voorm. add!, b. in de Langestraat , prov. Noord-
Braband, Tweede d is tr., arr. en 4 u. 0 . van 's Herlogenbosch, kant.
en i u. Z. W. van Waalwijk, gem. en in het dorp Sprang.
Het was cen omwalerd kasteel t jemet eene ophaalbrug , dat v<5or
omtrent 60 of 70 jaren reeds is afgebroken, en waarvan de grachten
later gedempt zijn.
Be daartoe beboorende gronden besloegeneene oppervlakte van 3 bund.
Twee gezusters, voormalige bezitsters van dit goed, bebben vroeger
twee kampen (ongeveer 1 bund.) van bet daartoe behoord hebbende
land , aan den Molenaar te Sprang gescbonken, onder voorwaarde, van
daarvoor jaarlijks twee oude mudden graan , aan de algemcene armen
van Sprang nit te kecren.
BOSCHHUIZEN , voorm. adell. huis, in Rijnland, prov. Zuid-
Holland , onder Zoeterwoude, digt onder de stad Leyden, buiten de
Wittcpoort.
Het werd door A l b r ec h t Hertog van Beijeren , ter gunste van zijnen
Meesterknaap, H erman W il lem s zo o n , van een regtleen veranderd in
een pnversterüijk erfleen. Bij de belegering der stad Leyden, in de
jaren 1373 en 1874, is het verbrand , ten gronde gesiecht en nict
weder opgebouwd.
De grond, waarop het gestaan beeft, met andere landerijen , bepol-
derd zijnde , wordt tbans Boschhuizerpolder, geheeten. Zie dat woord.
BOSCHHUIZEN, buitengoed in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr.,.
kant. en | u. O. van Leydenr gem. en 1 u. N. ten 0 . van Zoeterwoude.
Het was vroeger eene bofstede of boerderij , maar is, eene eeuw gele-
den, door een der vorige eigenaars , Mr. J ohan van d e r M aersch e (zie het
art. B o sc h h u iz e r s lu is ) tot een woonhuis, met plantsoen , ingerigt, hetwelk
thans in eigendom bezeten wordt, door de twee docbters van wijlen
den Leydschen Hoogleeraar S eea ld cs J dst in o s B rü gm a n s , wiens aanver-
wanten bet van de erven van den Burgemeester van d e r M aer sch e sre-
kocbt bebben.
BOSCHHUIZERPOLDER, pold. in Rijnland, prov. Zuid-Hollandr
arr. en kant. Leyden, gem. Zoeterwoude ; palende N. aan den Rijn ,.
O. aan de stad Leyden en den Roomburgerpolder , Z. aan den Gast-'
huispolder , W. aan de Oude Vliet.
De eigenaars der landerijen , die voorheen tot het adcll. huis Bosch-
huizen behoord hadden , vonden omtrent het jaar 1664 oorbaar , om
deze gronden en die er naast gelegen waren in eenen polder te begrij-
p en , waarvan zij mei de regering der stad Leyden een verdrag aan-
gingen, om die door den watermolen der stad te doen bemalen, ter-
wij 1 zij van de Hoogheemraden van Rijnland , vergunning tot de in-
poldering bekwamen, Hierdoor nu ontstond de B o sc h h u iz e r po ld er , die
eene oppervlakte van 210 bund. 40 v. r. beslaat en met den Gas t-
h u i s p ol d e r een dijksbcstuur heeft, bestaande uit den Burgemeester
en vier Polder- of Molenmeesters. Er staan geen huizen in dien polder
; zelf het builengoed B o schhu izen ligt nog buiten de kade van
dezen polder.
BÖSCHHÜIZERSCHANS , voorm. schans m Ibjnland
Holland, nabij Leyden, door de burgers dier stad, in July 1374, op-
geworpen , om de Spanjaarden, die destyds Leyden belegerden en aan
de Wadding eene schans opgeworpen hadden daaruit te bestoken ,
en de doorgravingen in den dijk , welke gemaakt waren om den vy-
and het naderen te beletten , te beschermen. Ook hebben daaromstreeks
onderseheidene schermutselingen plaats gehad. Na het beleg is echter
deze schans vervallen en gesiecht, zoodat er thans mets meer van te
^BOSCHHUIZERSLUIS, sluis in den Rijndijk, in Rijnland, prov.
Zuid-Holland, onder Zoeterwoude , dienende om het water van destadsververschingsloot
in den Rijn te ontlasten.
In het faar 1382 verkreeg Jonker F r a n c o is van L an dsk roon , dm
toen bezitter was van de hofstede Boschhuizen, vrijhe.d om deze
sluis met eenen boom te mögen sluiten. Daarentegen was ook
de eigenaar dier hofstede van oude tijden af verpligt, ten zynen
bijzondere laste die sluis te onderhouden , zoo als zy ook in het
iaar 1742 door J ohan van d e r M a er sch e , Raad en Oud Burgemeester
der stad Leyden, destyds bezitter der hofstede, van den grond al,
met groote kosten geheel en al uit steen is yermeuwd; waartegen de
stad Leyden ook wederom gehenden was ten hären koste te leggen en
altiid in goede orde te onderhouden , twee groote honten bruggen op
het land van de gezegde hofstede , over de watering door hare landerijen
loopende , welke bruggen den eigenaar dier landerijen met alleen tot
overpad en drijving van vee dienden , maar ook om daarover , met wagen
en paarden, zijn hooi , mest en wat hij verder noodig oordeelde
van het eene gedeelte zijner landerijen naar het andere te vervoeren.
Doch in het begin der vorige eeuw is de B o sc h h ü iz e r s l iiis , by verdrag,
in vollen eigendom overgegaan aan de stad Leyden , zoodat de eigenaars
dier landerijen voor altijd van het onderhoud der sluis ontslagen
zijn ; waartegen de stad Leyden ook wederom outheven is van het
onderhoud der twee houten bruggen en de eigenaar der hofstede die
tot zijn eigen last heeft genomen. Sedert is ook een van die twee
bruggen, als legenwoordig overtollig, tot den grond toe afgebroken,
zoo dat men thans geen de minste overblijfsels meer daarvan
vindt. ■
BOSCHHUURNE, buurs. in het graafs. Zutplien, prov. Gelderland.
Zie B o sc h ed r n e .
BOSCHKAMP, voorm. hav. in Zalland, prov. Overijssel, arr., kant.
en 2 u. N. van Deventer, gem. en u. Z. 0 . van Olst.
Deze liavezathe is voor ongeveer 18 of 20 jaren in percelen verkocht
en het huis toen afgebroken. Yervolgens zijn op die plaatsen eene
R. K. kerk en pastorij onder een dak gebonwd ; terwijl er tevens nog
een gedeelte van een bouwkuis bestaat, dat thans tot boerenwoning
dient.
BOSCHKAMPBRUG, brug, over de Smildervaart, ln Dieverder-
dinqspil, prov. Drentlie, gem. en u. Z. W. van Havelte.
BOSCHKANTSROT, buurs. in het Rijk van Nijmegen, prov. Gelderland,
kw., distr., arr. en 2 u. Z. ten W. van Nijmegen, kant.,
gem. Wychcn ; met eene school, en 680 inw.
BOSCHKAPPELLE, gem. in Staats-Vlaanderen, in het Land van Ilulst,
prov. Zeeland, arr. Goes, kant. en distr. H ulst, in den Polder van
Stoppeldijk (Sk.d. , 12 m. k., 3 s. d.) ; palende N. aan de gem. Osse-
nisse , 0. en Z. aan Stoppeldijk , W. aan het Hellegat.