der riviertjes de Mark en de Äa, de läge landen overstroomd en daar-
door ’s Prinsen legcrplaats voor den vijand ontoegankelijk geinaakt was.
Dit beleg had dan zulk een goeden voortgang, dat de Spaansehe Gouverneur
, Gomab F odrdin , voor eenen algemeenen storm beginnende
bedacht te worden, den 6 October, verzoeht, wegens de over-
gave der stad in onderhandeling te treden : waarna het verdrag, des
anderen daags, genoegzaam op dezelfde voorwaarden , als welke in 1625
door den Staatschen Gouverneur bedongen waren, geteekend werd , en de
Spaansehe bezetting, den 10 daaraanvolgende, met alle krijgseer uittoog.
Toen L o d ew ijk XIV, Koning van F r a n k r ijk , in het jaar 1672, zeo on-
verhoeds in ons land gevallen was, en binnen' weinige weken drie pro-
vineien, benevens een gedeelte .van Holland, had ingenomen , heeft hij
echter B r e d a niet aangedaan; boewel die vesting toen zoo weinig tot
het afslaan van eenen vljandelijkon aanval bestand was, dat zelfs de
palisaden in de graohten ontbraken , eh er in de dooroen heggen, die
rondom de wallen groeiden , groote openingen gevonden werden.
Nadat de Graaf van Löwenthal de stad Bergen-op-Zoom , den 16
September 1747 , veroverd had, w;as Bkeda, in den volgenden veld-
togt van het jaar 1748, in geen gering gevaar van een vijandelijk be-
zoek te ontvaogen ; men verzuimdo daarom niet , alle voorbereidselen van
tegenweer aan te wenden. De veslingwerken werden verboterd , de- inun-
datien in gereedheid gebragt, en de batterijen niet slechts van geschut
vOorzien, maar ook de schanskorven op de borstwering geplaatst.
Nabij en om de stad waren onderseheidene builenplaatsjes met fraaije
tuinen aangeiegd; van diegenen, welke binnen een kanonschot van
de stad waren gelegen , werden de huizen afgebroken , en bet geboomte
afgehakt. Doch, vermits de Franschen, in het voorjaar van 1748 ,
zieh naar Maastricht wendden, en kort daarna de voorafgaande vredes-
artikelen te Aken geteekend werden, is Breda daardoor verschoond
gehle ven. •
Nadat, in Februarij 1795, door de Nationale conventie der Fran-
sche republiek, de oorlog aan den Stadhouder van Holland verklaard
en, den 17 dier maand, de voorhoede van het Fransche leger, onder
de bevelen van den Generaal Ddjboüribr, op bet Nederlandsehe grond-
gebied was gelrokken , kwam een gedeelte van dat leger voor Breda
aan, in welke stad destijds 1355 man voetvolk, 175 dragonders en
155 artilleristen in bezetting lagen. De vesting werd , den 23 dier
maand, nit naam van den Generaal Ddmodrier opgeeeisebt. Dan , de
Kolonßl Duvaux, Aide de Camp van dien Generaal, met eenen trom-
petter , tot die opeisebing afgezondeu en binnengelaten, kwam met een
weigerend antwoord terug ; waarop de vijandelijkheden onverwijld een
aanvang namen, doordien de Franschen uit hunne vier mortieren, welke
zij in twee batterijen, aan de Zandbergen, buiten de Ginnekenpoort,
geplaatst badden, bommen en granaten in de stad wierpen. Dit werd
van de zijde der stad met hevigheid beantwoord ; het vuren bield een
paar uren aan , maar werd gestaakt, toen een bauwilsergranaat nit de
stad eenen voorraadwagen met bommen, op eene der vijandelijke batterijen
slaande, in de lucht deed springen. Des nachts tusschen twee
en drie ure werd het bombardement door de Franschen hervat; maar
zij waren zoo schraal van krijgsbenoodigdheden voorzien , dat zij daar-
«lede niet, zonder tussehenpoozen, tot zeven ure in den morgen kon-
den aanhouden. Door ongeveer 90 bommen en 100 granaten, in de
stad geworpen , waren wel meer dan zestig huizen, ten deele verplet-
terd., ten deele grootelijks bcschadigd • dan, de hrand, daardoor veroorzaakt,
had ten gelukke der stad geen voortgang: ook w'crd er slechts
¿en burger door eene bom gedood, eene vrouw en een grenadier gekwetst.
Des niettegenstaande werd, den dag na de opeisching, door den Ge-
neraal-Majoor A l e x a n d e r Graaf van B y la n d t in den krijgsraad voorgesteld,
om met den vijand te onderhandelen , en dien voorslag goedgekeurd
zijnde, werd met de Franschen overeengekomen ,, dat de bezetting, met
behoud harer wapens en alle teekenen van krijgseer, zoude uiltrekken ;
terwijl haar de vrijheid gelalen werd, om in dienst van den Staat
te blijven , en zieh tegen alle yijanden, wie zij ook zijn mogten , te
laten gebruiken (1). De uitgetrokkenen werden onverwijld door intrek-
kende Franschen vervangen. Alles ging bierbij , door de gemaakte
schikking der regering, nog al geregeld toe, uitgezonderd dat eenige
hussaren, Nederlandsehe overloopers en uitgewekenen , in de Groote kerk,
die zij tot een hospitaal wilden maken, de wapens. der stad en van
den Prins van O r a n je van bet orgel braken, bet orgel bespbadigden ,
en eenige der daar nog liggende kerkboeken , welker banden met stads-
en ’s Prinsenwapenen prijkteu , vernielden De fraaije graftombe van
E n u e lb e r t , Graaf va n N a s s a u , werd ook door de hand des moedwils
beschadigd. Doch deze baldadigheden wqrden weldra gestuit door schildwachten
voor de kerk te plaatsen. Twee wapens van den Stadhouder
werden uit de kerk gehaald , op de markt aan stukkeu geslagen, en
benevens anderen verbrand; terwijl men ook eenige wapens en beeiden
nit de gevels van openbare en andere gebouwen wegnam of
wegbakte.
Ditmaal eclvter bleef Breda niet lang in banden der Franschen, want
reeds den 29 Mnart deszelfden jaars kwam een Hojlandsch Officier
met eenen trompetter de stad opvragen. Deze kragt brieVen mede
van den Generaal D ümourier aan den Kommandant Charles 1 F l e b s ,
den last inboudende, de stad , op eerlijke voorwaarden, over te geven.
Onverwijld trad men in onderkandelingen , doch, er verliepen noch vier
of vijf dagen , eer liet treffen van het verdrag bekend werd. Dien ten
gevolge ruimde men, den 5 April, de Ginneksche en Boschpoorten aan
de Nederlanders in ; de eene werd met Anspachsck, de andere met Ne-
derlandsch krijgsvolk bezet. De Franschen bebielden nog , tot den 10
dier maand , den dag ter geheele ontruiming bepaald , de Haagscba-
en Waterpoorten bezet. ’s Daags te voren begon den uitlogt inet alle
krijgseer, en werd den volgenden dag voltrokken.
Den 28 Januarij 1795 werd Breda , door den Generaal-Majoor von
Gedsead , destijds bevelhebber der stad , ingevolge de bekomene . orders
van Hunne Hoogmogenden, overgeleverd aan den Franschen Divisie-
Generaal L e Maire , die haar bad opgeeischt.
Het overtrekken der Maas , door de Russische troepen, onder het bevel
van den Prins Nariscrkin , deed, in December 1815, de vesting
B reda vroeger, dan men zulks had durven hopeq, door de Franschen
ontruimen. De bezetting was , op den 8 dier maand , door 800 Fransche
mariniers, met twee veldstukken, uit Antwerpen, versterkt. Op
de tijding des anderen daags ingekomen , dat de Kozakken te Ooster-
hout waren, trokken de Franschen , ten getale van ten minste 200
man, ter poorte nit, doch eene patroujlle van 11 Kozakken, was ge-
( i ) Men leze over de overgave van B r e d a , in liet ja a r 1793, het voortreffelijke
werk van den Hoogleeraar J* Bosscha, N e e r l a n d s H e l den da d e n t e L a n d ,
v a n de v r o e g s t e t i j d e n a f t o t op o n z e d a g e n , D, I I I 9 bl. i3 -2 5,