onder alle verlorene plaatsen in de Nederlanden, die het vijandelijke juk
afscliudde. Ter belooning van deze trouwe daad werd aan Blokzijl, nog in
het zeli’de ja a r, stadsgeregtigheid verleend , zoodat het eene eigen regering
bekwam, bestaande uit drie Burgemeesters , vier Schepenen en eenen Se-
kretaris, die, in gevolgeoctrooi door Prins Willem III verleend, uit eene
jaarlijksche aan den Stadhouder te zenden nominatie gekozen werden, en
in alle burgerlijke zaken binnen de scbans en het onderhoorige distrikt regt
oefenden. Welk voorregt, twee jaren daarna, door eene bijzondere acte
van denzelfden Yorst, van den 15 December 1674, nader bevestigd en
tevens met het regt ook der crimínele jnstitie en het halsregt vergroot
is. Zoo als zulks tot op de inlijring der Nederlanden in Frankrijk in
stand is gehleven.
Bij den watervloed van 4 Februarij 1825 , had Blokzijl niet -weinig te
lijden , want in den ochtend van den 15 dier maand bezweek de wal
der, stad , eerst aan den zuidkant en een uur later aan de noordzijde,
waardoor de plaats bijna geheel overstroomd en zoodanig geteisterd
werd, dat 28 hnizen geheel wegspoelden, zoodat er naauwelijks een
spoor van overbleef, terwijl 80 andere, en daaronder sommige zeer
zwaar, heschadigd werden ; ook verloren 4 menscben het leven , en er
verdronken 1 paard, 80 runderen en 8 schapen. In het volgende
jaar leden de inwoners van deze plaats zeer veel schade door de .heer-
schende ziekte. Behoefte aan geneeskundigen en noodwendigheden van
allerlei aard, deden zieh grootenlijks gevoelen , waarin door de mensch-
lievende morgen en maatregelen van den Gouverneur der provincie,
B e n t ik c k , zoodanig werd voorzien , dat zulks zeer veel tot leniging van
dien ramp toebragt.
Het waperi van B l o k z i j l bestaat, volgens opene brieven van Prins
M a u r i t s v an N a s s a u , d, d , 2 8 Januarij 1 6 0 9 , in een zilveren schild ,
het hoofd van azuur , een gouden blök en eene zwarte zijl.
BLOKZIJLER AA , riv. in het kw. F ollenhoven , prov; Overijssel.
Zie A a ( S t e e n w i jk e r ) .
BLOMMENDAAL, pold. aan4het oosteinde van den Alblasserwaard ,
prov. Zuid-Holland, arr. en kant. Gorinchem, gem. Meerkerls ;. palende
N. aan Middelbroek , 0 . aan het Zederikkanaal, Z. aan de Beemd
en voor een zeer klein gedeelte aan Grootwaard , W. aan de Botersloot.
Deze polder beslaat eene oppervlakte van 567 bund. 77 V . r. 40
v. eil. , en bevat 49 h., waaronder 20 hofsteden. Hij wordt door 11
moleos van het overtollige water ontlast, in het waterschap van den
Overwaard. Het polderbestuur bestaat uit 1 Schout, 2 Heemraden en
1 Sekrétaris.
B lommendaal w a s v r o e g e r e e n e a f z o n d e r l i j k e h e e r l . , d i e , e . c h t e r t h a n s
m e t Me e r k e r k sbroe k e n Q uak e rnaak v e r e e n i g d , t o t d e h e e r l .
Meerkerk b e b o o r t ,
Het wapen van deze heerl. bestond in drie balken van sabel op een
veld van goud.
BLOMMENDAAL, pold. in het Land van Vianen, prov. Zuid-Hol—
land. Zie B loemenda ai,.
BLOMMERSDIJK, voorm. ambacht in het balj . van Schieland, prov.
Zuid-Holland, arr. , kant. en gem. Rotterdam; palende N. aan den
Dlijdnrpg'-t.Pi^ pnhlpr | den Bergpolder en /a an- Bioklnnd, 0 . aan de
Rotte , Z. aan de stad Rotterdam en aan Sckoonderloo, W . aan Beu-
kclsdoifp -oft den Blijdorpschen polder, -Qe.rjfoíZf/ér
Dit amb. beslaat eene oppervlakte van 558 bund. 55 v. r., wordt
door de Rotterdamsche Schie in twee deelen gescheiden, welke twee
afzonderlijke polders uitmaken , waarvan die ten 0 . der Schie Oost -
Blomm e rsdij k en die len W. der Schie Wes t -Blom mersdi j k, ge-
naamd Kool, geheeten wordt.
Het ambachtsbestuur bestaat uit eenen Schout , die tevens Sccreta-
ris i s , en uit vier Ambachtsbewaarders, van welke twee voor Oost-
Blommer sdi jk en twee voor We s t -Bl omme e rs di j k .
. BLOMMERSDIJK (00ST-), pold. in het hoogh. van Schieland, prov.
Zuid-Holland, arr. en kant!"¡Rotterdam, gem. Sehiebroek; palende
N. aan den Bergpolder en/ aan-Blolglan d , 0 . aan de Rotte,-Z. aan de
stad Rotterdam en W. aan de Rotterdamsche Schie.
Deze pold. beslaat eene oppervlakte van 60 bund. 10 v. r. 5 v. eil.
BLOMMERSDIJK (WEST-), pold. in het hoogh. van Schieland,
prov. Zuid-Holland, arr., kant. gem. Rotterdam; palende N. aan den
Blijdorpschen polder , 0 . aan de Rotterdamsche Schie en aan de stad
Rotterdam , Z. aan Schoonderloo , W. aan Beukelsdijk en den Blijdorp-
schenpolder.
Deze pold. heeit eene grootte van 252 bund. 95 v. r.
BLOMSWAARD, adeli. huis, in het balj. van ffoordwijkerhout,
prov. Zuid-Holland, arr. en 5J u. N. N. 0 . van Leyden, kant. en
2-'- u. N. W. van Noordwijk, gem. Hillegom.
BL00IS , B loovs ook wel B l o is , B loys , B aloy s en B u l l o y s gespeld,
.heerl. op het eil. Schouwen , prov Zeeland, distr. en arr. Zierikzee,
kant. Brouwershaven, in den pold. Bloois-en-Oud-Bomniienede, N. en
0. aan de heerl. Bommenede, Z. aan Zonnemaire, W. aan het grond-
gebied van Brouwershaven.
Deze heerl. is groot 197 bund. 52 v. r. en 6 v. eil., telt 6 h.,
waaronder 4 hofsteden, ook heeft men er een korenmolen en ge-
noegzaam in het midden der heerl. het huitengoed Bui tenlus t . zie
dat art. Men heeft er 50 inw. die hun bestaan vinden in den land-
bouw.
De inw., die allen Herv. zijn, behooren gedeeltelijk tot de gem.
van Brouwershaven, gedeeltelijk tot die van Zonnemaire.
B l o o is beboorde oorspronkelijk tot de prov. Holland, maar is in
het jaar 1686, met het naburige Bommenede , waarmede zij in het
burgerlijke vereenigd is, en de gem. Bommenede-en-Bloois uitmaakt,
aan de Staten van Zeeland afgestaan.
De heerl. B loois behoort thans in eigendom aan den Heer Mr. A d r ia an
M oens va n B l o o is , te Zierikzee. : ;
Het wapen dezer heerl. bestaat in een schild van zilver, beladen
met twee kruislings liggende molenwieken, bezet met roode en witte
ruiten , in het inidden verbonden door een kleiner schild, waaiop een
leeuw van sabel op een veld van goud.
BLOOIS (HOF VAN) , oud Ridderl. huis in de stad Tholen, prov.
Zeeland, eertijds de verblijfplaats van de Graven van B lo o is , als Heeren
van Tholen, W'elke heerlijkheid, door het huwelijk van J eanne van H e -
hego owen , met Louis d e CHaviLLON, Graaf van Bloois, aan dit geslacht
was overgegaan , dat in de vijftiende eeuw de bedijkingen in Schouwen
deed, welke mede den naam van B lo o is dragen.
BLOOIS-EN-ÖUD-BOMMENEDE , pold. op het eil. Schouwen, prov.
Zeeland, distr. en arr. Zierikzee, kant. Brouwershaven, gem. Bommenede
en-Bloois; palende N. W. aan den St. Jacobspolder, den
Borrenbroodpolder en den Kijkuitpolder, 0. aan den Nieuwen Bomme-
nedenpolder, Z. aan den Zonnemairepolder, W. aan den Zuider-
Nieuwlandpolder.