h e r tocbehoordeti. Elk d e z e r elf banken nam k e n n i s r a n v e r s c h i l f e n
over burgerlijke zaken en van de vonnissen kon men eerst in beroew
komen voor de Bank van Vleitingen, als lioofdplaats, en van deze
voor de Edelmogende Heeren Kommissarissen Deciseurs, wegens Braband.
Vroeger hadden de bijzondere banken, elk in de liunne, ook het
Hoog of Grimineel regt , maar, ingevolge Resolulie Capitulair van 11 September
1773 , is de Criminele Justitie aan de bijzondere banken ontnomei»
en een algemeen Collegie van Justitie, voor de gezamenlijke elf banken,
aangesteld. Van de elf banken behoorden twee aan den Hoog-Proost
alleen , die er Schout en Schepenen aanstelde , en de overige negen aan
de Rijksproostdij of het kapittel van St Servaas. Deze laatste werden
echter niet bestuurd door het geheele kapittel, maar elk, door eenen
bijzonderen Kanonnik of een der Kapittelheeren, die den titel van Rij-
proost had. Zoodanig een Rijproost werd door het kapittel zelf be-
noemd;. en werd voor dien tijd geacht Heer ofVrijheer der bank te
zijn , waarin hij , in naam van het kapittel het middelbaar en laag
geregt oefende.
Van deze banken behonren Schoole of Tweebergen en Heeren
Cadier thans alleen aan het Koningrijk der Nederlanden, en zullen
dus hier nader beschreven worden, terwijl de andere , als tot Belgie
behoorende , buiten ons bestek vallen.
BANKOOLA, B ankoolen o f B ankolen , ads. resid. en riv. in Oost-
Indie. Zie B e n g k o e l e n .
BANKRASMEER, B ankraasmeer , B an crasm eer of B a n ckrasmeer (in
den opdragtbrief van het Ambacht van Amstelveen aan K oen van Oos-
t e r w u k , van het jaar 1399, bekend onder den naam van B ancken-
m e e r ) , meertje in Ämstelland, prov. Noord-Holland, arr. Amsterdam,
kant. en gem. /Vieuit'er-yi/uslel, in den Amstelveenschen polder.
BANNE VAN GORINCHEM (DE), dus noeml men het grondgebied
der gemeente Gorinchem, buiten de muren der stad van dien naam,
in het Land van Ark e l, prov. Zuid-Holland, arr. en kant. Gorinchem.
In de B anne van G or in chem ligt ook de buurt of het gebucht d e n
Haa r , kerkelijk onder Schelluinen behoorende. Ook bestond aldaar
vroeger nog een dorp W o l p h e r e n genaamd, waarvan derivierdijk,
ofschoon in de jaren 1593, 1594 en 1595 ten grooten deele binnen-
waarts verlegd, nog den naam van Ou d e n en Ni e u we n Wo l -
p h e r e n s e h e n di jk draagt. Door deze B anne loopt mede het in
1818 gegraven U i t w a t e r i n g-kan a a 1 n a a r S t e e n e n h o e k .
Zij Staat met L a n g sch eiwi jk, onder eenen Poldersehout, beslaat
1178 bund., 46 v. r., 57 v. eil. gronds, en bevat 46 huiz.
BANNET, geh. in de heerl. van Breust, prov. Limburg, distr.,
arr. en 3 u. Z. 0. van Maastricht, kant. en 1 u. Z. W, van Gul-
p en , gem. en £ u. Z. W. van Mheer; met 510 inw.
BANOT , oud d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, landsch .
Blora , 1 m. 0 . van Libroe.
BANOT-BALOORA, oud d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Java, landsch. Blora, 2 m. N. 0 . van Banot.
BANPANG, riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes, gouv.
Makassar, die, in eene Zuidelijke rigting voortstroomende, de grens-
scheiding tusschen het landschap Boelecomba en het prinsdom Bera
vormt, en zieh in de Zee-van-Java ontlast.
BANT , voorm. d . , prov. Friesland. Zie B a n d t .
BANT (DE), voorm. eil., prov. Friesland. Zie B andt (de) .
BANT (TER-), d., prov. Friesland. Zie T er b aND.
BANTAM , eigenlijk B a n t a n , welk woord : W k d er s fa n n i8 t o l k belec-
kent resid. ’ in 'Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, op het weste-
liikste gedeelte van dat eil.; palende N. W. aan de Straat-Sunda ,
N aan de Zee-van-Java, 0 . aan de residenten Batavia, ihntenzorg
en de Preanger Regentschappen, Z. en W. aan de Indische zee.
Deze ligging is zoo voordcelig, als die van eemge andere residentio
pp Java; want de geringe afstand van Sumatra stelt B antam in on-
middellijke aanraking met de handelaren op dat eiland , en opent een
ruiui veld voor den koophandel, terwijl de Chinavaarders de kust gemakkelijk
kunnen naderen.
B antam was voorheen een koningrijk, dat van de oudsle tijden a t ,
waarvan de Javanen rekenen, altijd een’ afzonderlijken Koning of
Sultan gehad heeft. Deze Sultan was een onafhankelijk Vorst, die
niet onder den Keizer van Java stond , hoe\yel dieKeizers dit nu en dan
wel eens voorgaven. Wie hier in die eerste tijden echter Koning was,
is met geen zekerheid na te gaan. Maar in het begin der vijftiende
eeuw , kwam zekere Arabier S j e ic h I hn M o e ia n a herwaarts, en deze
wist, door zijnen vroinen levenswandel, zieh eene zoodanige magt over
den Koning van Padjadjaran en Bantam-Gi rang, de oude zetel der
Bantammers, en eene stad meer landwaarts in dan Bantam gelegen,
te verwerven, dat hij hen niet alleen tot de Mahomedaansc.be gods-
dienst overhaalde, maar dat zij hem als Soesoehoenan of Heizer van
den Djatiberg, tot hun opperhoofd erkenden , waarna h ij, omtrent het
iaar 1 4 0 6 , de dochter van den Sultan van Daiuak trouwde en het land
van Cheribon met haar ten huwelijk kreeg. S jw c b I bn M oelana liet
na zijnen dood drie Rijken, aan ieder zijner drie zonen een, na,
waarvan. B antam er een was, over hetwelk de Pangerang H a ssanoediem
Sultan werd, en het is van dezen, dat alle de volgende Sultans van
B antam afstammen.
Onder deze Sultans nu stonden van oudsher niet alleen B antam en
de verdere landen, die door het koningrijk Jak a tra , omtrent de Tangerang,
bepaald werden ; maar S j e ic b I bn M o e ia n a had ook de kust
van Lampong of Bengkoelen, Sillelar en . alles van daar zuidwaarts,
reeds van die eerste tijden a f, veroverd, en aan zijne kroon gehecht j
doch van Bengkoelen tot Ginkal stond alles onder de Nederlanders.
Van daar. is het ook , dat de Koriingen van Indrapoera in het jaar
1671 voorgaven , met de Vorsten van Bantam vermaagschaptte zijn , om
¿ich dus aan de magt der Niederländers te onttrekken, en zieh onder
de besclierming va-n Sultan A g o n g , hun neu geslagen vijand, te bege-
ven j doch dit werd hen belet. In oude tijden schijnt ook Palembang
onder de Sultans van B aktam gestaan te hebben 5 want daar de Palem-
hangers in het jaar 1596 van hurlnen wettigen Koning afgevallen waren ,
was A bdul M a a l i A chmed er naar toe gegaan, om deze afvalligen weder
tot reden te brengen 5 doch hij liet er het leven. Ook schijnen de Me-
v jnangkabers onder deze Vorsten gestaan te hebben. Op Borneo hadden
deze Sultans ook over Sukadana, en over de landen daaronder be-
lioorende, tot aan Landak toe , het oppergebied. Uital het welke b lijk t,
dat de Sultan van B antam een zeer magtig Vorst was, bij wien ook
van oudsher geen van alle de Köningen van Java kon vergeleken worden.
Lang voor ons zijn hier de Portugezen, en ook eenigen tijd voor
ons de Engelschen geweest. Den 22 Julij 1596 kwam G o rn k l is
H ohtman , mct.de vier eerste Nederlandsche schepen, welke zieh in dezen
archipel verloonden, voor de stad B antam ten anker. De Sultan A bdul