154 B A L.
met eenen spitsen toren hebben. De R. K. worden tot de statie Van
Èalgoy-en-Keent gérekend. *
Vroeger stond hier een adeRijk s lo t, dat in het jaar 1672 door de
Flanschen verwoest is ; en waarvan men -thans geene ovcrblijfsels meer
hesp'eurt, dàn eenen langen, Vierkanten lieiivel, die rondom met ruigte
bcgroeid is.
BALGOY-EN-KEENT, gem. in het Land tusschen Maas en Waal,,
kw., distr. en a rr.1 Nijmegen, kant. Wgehen (7 k. d., 18 m. k., 6 s d.);
jialerìdè N. aan de gemi Wychen, Ó; aàn Over-Asselt en aan de Maas
en W. aan de Maas.
Het bevat niets dan de dorpen B a l g o y en Ke e n t en telt rüim
400 iriw.', onder welkb slechts 16 Her v . , zijnd’e de 0 veri g e f f . K.
Zij vindeti meest in den' landbouw hun bèstaan.
Men heeft in deze geni. 1 Herv. 1 kerk, 1 R. K. kerk 'c n 2 scholeri.
De R. K., wier kerk te K e e n t Staat, hebben in dezé geiri! èéné
sta tie , waartoe ook eenige naburige plaatsen behooren ; « en die 900
zielen te lt,. Zij behoort tot het vie. van-'het voOrm. bisd. van Roer'-
mónde, dek. van Nijmegen, eri wördt door eenen Pastoor en eenen
Känellaail bediend.
BÀLGZAND, drbogle 'in hpt rioòrdelijkste gedeelte vari' d'e Zuider-1-
Veri, tégen de NoordJIóIlaridsche küstfl aan de westzijde1 loòpt er-het
AriiStfeldiep èri aari de nöordzijde ; stroomt er de Balg längs. Het
rióórdelljkste gedeelte wordt'de Z u i d wal- geheeten.
BALHOEK , geh. ih Zeeuwsch-Vlaandefen. Zie Baauioek.
BALI, B a l ie', B ai.y , of B a l l t , ook wel K leik^ J ava gelieeteh ,1 !eiL
iri Odst-Ihdie, intieri Snndasckesi. -drchipel,tiisscheri 8° 20! èn 9 ° ‘21'
Z: B. en 130° 8 9 'en 132® 81' O. L ., wordende j\. liepaald door de
Zee van Java, O, door de Straat van Lombok , die het van het eilaiid
Lombok scheidt,¡Z. de 1 Zuid* of Indische zee, : W.: de' Straat Van
Balembang’an/, die het van Java sclieidt, van welk laalste eiland het
in eene: regte lijn1 slechts 3 à 4 ureh -verwijderd- is;
Hei heeft de gedaänte van; eenen Tangwerpigeri driehoek - die weinig
heduidende bogten heeft’.- De-gemiddelde bréedfe’is -riagehoeg-12 en
en'de lengte 20 rireri gäaris. * De öppervlakte wördt op 94 geogiaphi-
sche mijlen berekend, en de bevolking op 988,000 zielen, onder
Vtrelké mèri 179,000 weerbare manneri teil. Men vindt’er riog gfeen
1000 Mahölnedanen maar 7000 Chiriezeny welke laatsten zieh -aan de
kustpn en op eenige binncnlandschc plaatsen gevestigd hebben. '
Door Zijne liggiög ten W. van lionibok ; SuiribawaPlofis eriz.,
ontvangt dit eiland met den Oöttemvind tèvèris de öntWikkelde warrii-
testof van de- oöstrilijkyt gelegeri’e eilanderi-,’rin dàar het Ieri W. door
Java betfchut is,- käri de Westriioeson er riiet tori doordringen ; door
welk rièri'ieri ander de dampkring op B ali riiet zóodariig werkoeld
wordt j als op aridere eilarideri1, zriodat- dèl hitte ér zèerhèvig1 zijn kan.
Hoewel de kosten vari B a li bezwaarlijk te haderen zijn, en het overal
ròndom dit eiland ieer moeijelijk rin gevaarlijk is-’om te ankeren ,
riemriii de EuropeaariSchri schepen er everiwel g‘ewoónlijk vérVèrschin-
gen in. Aan de kusten doen zieh hooge gebergten o p , en de bin-
rienlanden zijn mede ' Zeèb ' bergachtig , : ' w'orderide het- eiland van
het11 W. ' naar het O. - doot èSene- bergkèteri doorsncdèn-, die ten
Ö. in de 'Piek van Bali eindigth Onder deze bergen- zijn ook roo-
kende vuurbergen, waardoor op dit eiland nu en dan aardbevirigen
gevoeld' worden , o f'uitbarslingèn plaats hebben.
De ftrond i* er vulkanisch, maar tot aan den voet der bergen met
aaugespoelde slib overdekt en zeer vruchtbaar. Het
vooftbrengsel van den grond is ry s t, die er gemakkehjk tweemaal
•s iaars reoogst wordt, en evenwel met meer dan de helft oplevert
van de hueveelheid, die tot de consumtie der bevolking noodig is,
Over het alp-emeen zijn de levensroiddelen hier voor de mwoners met
toereikend , zoo dat zij soms, bij gebrek aanleeftogt, aan den verschnk-
keliiksten hongersnood blootgesteld zijn. Ook groeijen er vele noten-
muskaatboomen, die eene lange vrucht, onder den naam van manne-
tiesnoten bekend, voortbrengen; alsmede katoen, waardoor met alleen
in de behoefte der bevolking voorzien wordt, maar waarm men
tevens handel drijft; voorts gember, oranjeappelen, kokosnooten,
tabak, indigo en koflij, die hier uitmuntend tie rt, hoewel de Baliner
zen van beide laatste producten niet meer aankweeken , dan zij tof
eigen gebruik noodig hebben; men .treft er de gambir aan, maar er
is gebrek aan hout. Ook zijn er nog vele plaatsen, die zeer vr.uchtr
baar zouden zijn, indien zij wel bebouwd werden.
Hit het dierenrijk heeft men er herten , apen, runderen, butiels ,
geiten en paarden, welke laatsten zeer klein _vallen, maar ec.hter
gezöcht zijn. De ossen en koebeesten zijn er uitmuntend e.n in me-
nigte, doch de eersten worden tot lastbeesten en de laatsten tof den
landbouw gebruikt. Men heeft er overvloed van gevogelte. Aan de
stranden, in klippen en holen, nestelen de bekende kleine zwaluweri
(hirundo esculenta) , wier nestj.es verzameld .en duur verkocht worden.
Ook heeft men er eene menigte visch en schildpadden,, waardoor in
eene voorname behoefte der inwoners voorzien wordt.
Hoewel men algemeen vermoedt, dat de grond op B a li goud bevat-;,
zijn er echter, zoo veel men weet, geene goudmijnen ontgonneu;
het eiland levert echter m-ijnen, die zeer fraai tin bevatten.
De Balinezen weven kleedjes, zijden stoffen en ongemeen fraaije
zij den hoofddoeken , van welke sommigen ook met yalsch goiiddraad
doorweven zijn en breede randen hebben. Yoorts worden er op B a l i eene-
menigte passementen van valsch goud, in onderscheidene hr.eedte, docji
effen en zonder bloemwerk , geslagen. De smed,erijen zijn er tot e.enen
vrij hoogen graad van volmaaktheid gestegen , inzonderheid in het
vervaardjgen van krissen en pieken. De zilver- en goudsmeden werken
er zeer netjes, bijzonder in het boetseren v.an onderscheidene figu-
re n ., De Balinezen maken ook zout aan de stranden ; do.ch^ in zeer
kleine pannen, en niet meer dan voor eigen gebruik noodig is.
Eertijds was B a l i eene roefplaats, ter verkrijging van slaven, waarm
de bewöners der oostwaarts van Java gelegene eilanden eenen vooedep-
ligen handel op Batavia dreven, en, hoewel de slavenhandel dopr, ^le
Europesche Vorsten is afgesehaft, worden er door de Yorstenvan Bali,
die er belang bij hebben , om dien voornamen tak hunner inkomsten
te handhaven, geene pogingen onheproefd gelaten , om, vooral aan
Fransche handelaren, die ze naar Madagaskar of Bourbon hrengen, te r
sluik slaven te verkoopen.
Thans handelen de Boeginezen (inwoners van Bono, op het eiland
Celebes) en de Cerammers veel op B a l i. De eerstgemelden voorzien
dit eiland van Indische en Chinesche goederen en Celebische lijnwaaen
in ruiling voor rijs t, wilde noten , Balisch katoengeweef, bars, vogel—
nestjesen andere artikelen. De Cerammers, Boetonners en meer andere
eilanders ruilen hier lijnwaden, rijst, ijzerwerkcn en Chinesche goe-
doren tegen hunne sago, tripang, schildpad en meer andere yoorwer-
pen. De Cerammers cehter varen eerst sedert eenige jaren op B a l i.