peulvruchten, rapen en andere groenten 4 benevefis höut; zöo groeit c t .
in het oostkwartier van het markgraafschap van Be r g e n - o p -Z o om
veel kreupelhout, waar uit bet zoogenoemdc rijs , zoo onmisbaar voor
onze dijken, gehakt wordt, terwijl men in de Landen van B r e d a en
B e r g e n - o p - Z o om, en voor een gedeelte 00k in deMei jeri j van
’s H e r t o g e n b o s c h , goed hoogstammig eiken- en olmenhout vindt,
waaruit zware werkstukken, als : molenässen , stampers , oljjbanken
en zware balken vervaardigd worden. Aan schors-, werk-, timmer-
en yooral aan brandhout is er geen gebrek. Ook wordt er veel en goed
hooi, voornamelijk in de Langs t r a a t gewonnen ; terwijl de Bi esbosch
en het H o l l a n d s d i e p uitmuntende biezen , riet en griend opleveren.
De aanplanting van den witten moerbezieboom, wordt er ijverig voort-
gezet, tot bevordering van de zijdeteelt, waarvan de hoofdinrigting
te St. Michiels-Gestel gevestigd is.
Het rijk der delfstoffen geeft alleen oer, blaauwselenturf, welke meest
in de P e el gestoken wordt.
Voor het fabrijkwezen is de provincie N oord-B raband mede zeer be*
langrijk. Men vervaardigt onder anderen lakens te T i l b u r g , te
E i n d h o v e n ente Geldrop; bontjes te Helmond, linnenen katoe-
nen stollen te E i n d h o v e n e n op onderscheidene dorpen in de Mei je-
ri j van ’sH e r t o g e n b o s c h , waar men, even als te Z u n d e r t .
ook uitmuntend fijn damast- en pellen-tafelgoed weeft. Te B r e d a weeft
men tapijten ; te Eindhoven, Br ed a e n’sHe r t o g e n b o s c h maakt
men hoeden , ter laatstgemelde plaats ook spelden ; t e Oo s t e r h o u t ea
te B e r g e n- op- Zoom heeft men pottebakkerijen, ter eerstgemelde
plaats ook steei-bakkerijen , en , sedert 1839, eene geoctroijeerde trasfa-
brijk van keisteenen]; te Breda, te Geer t ruidenberg, te We r n -
h o u t , te Bergeyk, te Vi s s c h e n b e r g en te Le u r zijn beroemde
bierbrouwerijen ; onder de Wi l l em s t a d , St e en bei gen , Fi jna ar d
en Prinselandonderscheidene meestooven; te ’sGr a v e nmo e r kant-
werkerijen, en onder ’s P r i n c e n h a g e een ijzermolen, alsmede een
ieendermolen ter bemesting der landerijen.
De provinciale staten bestaan uit twee en veertig leden, van welke
zeven door de ridderschap , een en twintig door de sieden en veertien
door het platte land gekozen worden , waartoe ’sHe r t o g e n b o s c h 55
B e r g e n - o p - Z o om, B r e d a e n T i l b u r g e l k 3 , Oo s t e r h o u t 2
leden en E i n d h o v e n , G e e r t r u i d e n b e r g , Gr ave , He u sd e n
en Wi l l em s t a d ieder een lid benoemen , door welke zeven leden
tot de tweede kamer der Staten Generaal afgevaardigd worden.
Het wapen van N oord-B rabahd bestaat in eenen rooden leeuw met op-
geheven klaauwen, op een zwart veld , wordende het Schild door eene
hertoglijke kroon gedekt.
BRABAND (STAATS-), dat gedeelte der Generaliteitslanden. het-
welk vroeger tot het hert. Braband behoord had. Het bevatte : 1) het
geheele voormalige k w a r t i e r van ’sH e r t o g e n b o s c h , bestaande
uit de dus genaamde Me i j e r i j , zijnde : de kwartieren Ma a s la n d,
P e e l l a n d , Oi s terwi jk en K emp e n l a n d , benevens de vr i jdom
v a n ’sH e r t o g e n b o s c h ; 2) een groot gedeelte van h e t k w a r t i e r
v a n A n tw e r p e n , bevattende de baronnie van Br e d a , het markgr.
B e r g e n - o p - Z o om, benevens de heerlijkheden S t e e n b e r g e n ,
W111cmstad en P r i n s e l a n d eh 3) het La n d v a n Cuyk en de
vesting Gra v e , zoodat het verre het grootste gedeelte van de tegen-
woordige prov. Noord-Braband besloeg. Ook werden veelal, ofschoon
oneigenlijk, daaronder begrepen de vesting Maast r icht en dat ge-
Aeelte van Opper -Gelder , hetwelk tot de republiek der Verceenigde
Nederlanden behoord. . . . , , t.
BRABANDSCHE POLDER, pold. in het Land van Putten, prov.
Zuid-Holland. Zie B rabahd. • .
BRABANDSHOEDJE , bij de Engelschen B btton geheeten , klein eil.
in Oost-Indie tot de Sunda-eilanden behoorendc , in de Straat Sunda,
aan de Noordzijde van het eil. Java, Z. 0 . van het eil. Dwarsindenweg.
Het is onbewoond , maar doet zieh door zijn prächtig groen, onge—
meen schoon voor. _ n- j
BRABANTIA, Latijnsche naam van het hert. B rabahd. Z.ie dat
woord.
BRACHBAND, B racbahtüm of B racbahtia, oud landschap, waarvan
het hert. B raband zijnen naam ontleende. Zie dat woord.
BRACHT (MAAS-), d. in het ambt van Montfoort, prov. Limburg.
Zie Maasbracdt.
BRACHTENBACH of B rektenbach , d. in het balj. van Bastogne,
arr. en 4j u. N. W. van Diekirch, kant. en 1J u. N. W. van W ilts ,
gem. en £ u. van Ober-Wampach.
De inw., die allen R. K. zijn, maken eene parochie u it, welke tot
het vic. apost. van Luxemburg, dek. W iltz , bekoort. Zij hebben hier
eene ke rk, die drior eenen Pastoor bediend wordt.
Men heeft in het d. een oud kast., h e tHu i s T e B r a c h t e n -
b a c h geheeten.
BRACHTENBACH (HET-HUIS-TE-), oud kast. in het balj. van
Bastogne arr. en 4J u. N. W. van Diekirch, kant. en u. N. W\
van W iltz, gem. en | u. van Ober-Wampach, in het d. Brach-
tenbach.
BRACKMAN, water in Staats-Vlaanderen, prov. Zeeland. Zie
B raakman.
BRACOLA, oude naam van het d. B reuk.e i.e h , in het Nederkwartier
der prov. Utrecht. Zie B reokeeen.
BRADAL , h., prov. Gelderlarid. Zie B raaiaal.
BRAECK (DE), pold. in de Vier Noorderkoggen, prov. Noord-Hol-
land. Zie B r a a k (De) (1).
BRAHAN, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Samaräug.
Het inlandsch hoofd dezer plaats gaf in het jaar 1823 een bijzonder
blijk van trouw aan het Nederlandsche Gouvernement; want toen de
aldaar gevestigde pakhuismeester van het zaut en de overige beambten
bij de zoutpakhuizen, zieh, uit hoofde van den in die streken uitge-
barsten opstand, aldaar niet meer veilig achtende, de pakhuizen aan
hem hadden overgegeven, en hij door de muitelingen werd opgeroe-
pen, weigerde hij niet alleen daaraan gehpor te geven, maar leverde ,
bij de terugkomst der ambtenaren, de pakhuizen weder behoorlijk
aan hen over.
BRAKE (HÜ1S-DE-), ook wel h e t h u is Te B r a a k , of enkel d e
B r a a k en de B r a k e geheeten, landgoed in Hunsingo, prov. Groningen,
arr. en 3 u. W. van Appingedam, kant. en J u. W. van Onderden-
dam, gem. en \ u. 0. N. 0 . van Winsum, J u. 0 . van Obergum,
waartoe het behoort, N. van het Winsumerdiep.
( 1) Eveneens zoeke men alle w o o rd e n , die men elders wel eens B r a e gospelA
v in d , op B r a o f B r a a ,