Bantam is de oude hoofdstad van het koningrijk, en moet als ee®
puinlioop van vroegere grootheid bcschouwd worden. Het berbernde-
fort Speelwi jk , dat de rivier ecnmaal bestreek, is gcheel vervallen.
Te midden der stad , aan de westzijde der rivier, ligt een groot open
veld , de Pasebaan genaamd , naar welke drie wegen, van zoo vele'
kanten der stad, bewesten de rivier uitloopen. Aan de zuidzijde van
deze Pasebaan ligt een gedeelte der stad; aan de noordzijde, de'
koninklijke moskee. Aan de westzijde stond vroeger het tbans in puin.
liggendc koningspaleis, door het fort de D i am a n t omgeven. Op het
midden van dit plein Staat een groote Weringaboom , die zijne tak-
ken aan alle kanten ver uitspreidt en een altoosdurend aangcnaam
lomnier geeft. Hier onder is een graf, bedekt met eene groote blaauwen<
zerk, waarin het lijk van eenen der vorige Köningen van B a n t am begraven
ligt , en hetwelk bij de inwoners als eene zeer heilige plaats in eere wordt
gehouden. Ter andere zijde van dezen boom Staat een vierkaut, en aan
alle zijden open gebouw , waarin ’s konings kinderen besneden werden ,
bij welke gelegenheid het rijkelijk met kostelijke kleederen en tapijten
behängen was. Het rust op palen van tien of twaalf voeten hoogte boven
den grond, en is van boven met een door pijlaren ondersteund paiine-
dak gedekt.
De moskee of tempel is aan beide zijden met eenen hoogen mnur
omzet en genoegzaam vierkant: het dak loopt torenswijze op , en heeft
vijf daken boven malkander, die allengskens kleiner worden, en ein-
delijk spits oploopen, waarvan het onderste zieh verre over de mnren
van den tempel uitstrekt. Hier digt bij Staat een hoog, doch smal
torentje, dat , even als de minarets in Turkije , dient, om de tijden
des gebeds uit te roepen,
Het voormalige paleis der Sultans ligt in puin , even als het fort de
D i a m a n t , waarin het gelegen was.
De wijk der Chinezen, aan den westkant der stad, en weleer de ver-
blijfplaats der Europeanen, ligt wat ter zijden a f , en van de stad
eenigzins afgezonderd. Men heeft e r ’s namiddags eene groote markt.
Aan den zeekant wonen visschers in siechte hutten. Achter die hut-
ten zijn ook eenige zoutpannen , waarvan zout bereid en gebruikt wordt.
Als men de geheele lengte der stad aan die zijde narekent, zal zij
niet boven een vierde van eene mijl beslaan.
Uit hoofde van de menigvuldige aangespoelde modderbanken in de
ba ai, is B a n t am eene der ongezondste plaatsen van het eiland, terwijl
de ongezondheid der luchtstreek nog vermeerderd wordt door de beslo-
tene ligging tusschen het omringende gebergte. In de stadis hetbroeijend
en drukkend heet. De geheele baai en omtrek daarvan liggen, des morgens
en des avonds , somtijds onder eenen dikken mist bedolven, zoodat
men alsdan van de reede hoegenaamd niets van de omtrekken der
anders fraai gevormde baai kan onderscheiden. Op eenige weinige palen
van de stad, landwaarts in, is echter de lucht wederom zuiyer.
Van oude tijden a f , is er een groote handel en vaart van zeer vele
Oostersche en Westersche volken op deze stad geweest, die niet al-
leen om de peper, die aldaar, of in de landen , die onder de Ban-
tamsche kroon stonden, kwamen, maar vooral, om den handel- van
noten en nagelen, die de Bantammers, even als de andere volken van
Java , uit Banda en Ternate gingen halen, waarvan de zetel te B a n t
a m was , en waardoor die stad ongemeen plagt te bloeijen, Zie over
den handel der Nederlanders op deze stad het art. B a n t am resid.
BANTAM, riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. J a m , res.
Bantam. Zij komt met eenen noordclijken loop uit het binncnland ,
verdeelt zieh bij da stad Bantam in drie armen, waarvan de linker
en de regier de stad omgeven en de nnddelste haar doorstroomen ,
waarna zij zieh alle drie in de Baai van Bantam uitstorten.
De middelste arm is niet zeer wljd , hebbende aan den mond siecht*
eene breedte van tien of twaalf roeden. Hij is zeer ondiep zoodat er
met laag water, geen g e w o n e scheepssloep kan bmnen komen. Tot
aan het fort Speelwijk was de nvier vroeger van beide zijden met
naalwerk bezet, dat echter, doordien er de band weinig aan gehouden
werd vervallen is , maar anders van nut zou geweest zijn, om de verzan-
ding te beletten. Wanneer het water vijf of zes voeten, en dat is het
hoogste wast, kunnen er kleine Indiaansche vaartuigen binnenkomen.
BANTAM (BAAI VAN), baai in Oost-Indie, in de Straat van blinda
, aan de Noordkust van het eil. Java, resid. Bantam. Zij is
van het 0 . naar het W. zes mijlen breed en van het eiland P o e lo - P a n -
d i a n g dat regt tegen over de stad Bantam ligt, vier mijlen diep.
T e n 0 v a n P o e 1 o - P a n d j a n g liggen nog twee eilanden , G r o o t-
Ma d i e n K l e i n -M a d i genoemd , zoo als vlak daarvoor nog twee andere
eilanden zonder naam , ten W. nog zes andere eilanden met eenige
droogten , en op eene kleine mijl afstands van de stad , m het W. het ei-
lan dH o llan d s-K e rk h o f; alsmede twee groote mijlen ten 0 . twee anderen
de Twee Ei landen genaamd ; alle welke eilanden de vlakke baai
zoodanig dekken, dat men er vroeger eene fraaije reede voor een groot
aantal schepen had, die d a a r, op twee of drie vademen, zeer goeden
grond ten anker kwamen, en zeer veilig liggen konden. Maar door
het aangroeijen der modderbanken is zij thans zoo ondiep, dat slechts
kleine schepen tot aan de stad kunnen komen. ^ _
BANTAM (KAAPl . of B antamspcnt , kaap m Uost-lndie, op het
Sundasche eil. Java, res. Bantam; 15° 52" Z. B. 125° 45' 0 . L.
BANTAR.AGO , oud d. in Oost-Indie, op het bundasche eil. Java,
kon. Cherihon, op den regter oever der Indramayo.
BANTARYATI, oud d. in Oost-Indie, op het bundasche eil. Java ,
kon. Cherihon, op den linkeroever der Indramayo.
BANTASKINE, katoenplanl. in Nederlandsch Guiana, kol. bu n -
name, in Opper-JVickerie ; palende 0 . aan den verlaten grond Friend-
schip, W. aan de katoenplant. John ; 500 akk. groot. Er is op
deze plantaadje een chirurgisch établissement. ^
BANTEGA, voorm. d . , prov. Friesland. Zie B andt.
BANTENGOMBANG of B atengombang , oud d. in Oost-Indiê, op
het Sundasche eil. Java, kon. Jakatra, 2 mijlen Z. van de stad Ba-
kassie, i m. W. van Sammadang, 1 m. N. van Soeralabang, ter
plaatse waar de Tsiarap in de Bakassie valt.
BANTJAR of B antschar , st. in Oost-Indië, op het bundasche eil.
Java, resid. Remhang, 4 palen (van 20 min.) van Boeloe, 5 van Ka-
rang-Tawang, 99 van Soerabaya, 111 van Samarang; 478 van Batavia
, 560 van Anjer en 304 van Banjoewangi.
Het is eene levendige en volkrijke plaats, waar veel handel ge-
, dreven wordt, ook heeft men er eene scheepstimmerwerf, waarop
zelfs oorlogschepen gebouwd worden. -j
BANTIEN , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Grisse'e, aan de Sole.
BANTJER, d. in Oost-Indië, op het bundasche eil. Java, resid.
Bezoeki, ads. resid. Banjoewangi, Ô palen 0 . van Banjoewangi. ‘
BANTIK , negerij of d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes,
prov.' Menada. De bewoners dezer plaats beweren, dat zij van