BOENIRE-KINTJANA, st. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Borneo, kon. Banjer-Masing.
Vroeger lieette het M a r ta - P oe ra , maar toen de Sultan van Banjer-
Masing , in het jaar 1771, zijn hof van Kajoe-Tengah, herwaarts
heeft overgehragt, is die naam in B o e n ir e - K untjana veranderd , en
sedert houdt de regerende Sultan ook gewoonlijk zijn verbiji te dezer
plaatse.
BOENOE-HEL1, W ai-Boenoe-Hei.i , riv. in Oost-Indie, oj) het Am-
bonsche eil. Boero , aan de Oostkust van dat eiland.
BÖEN TA , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes, op de
Noordoostkust, resid. Menado , ads. resid. Gorontalo.
De omtrek beslaat uit modderige sagogronden , van welker sagoboomen
de inw. , welke door die van Gorotalo als slaven gebruikt worden,
gedwongen zijn , ten dienstevan deze laatstgenoemden, sago te kloppen.
BOENTA, riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes, aan de
Noordoostkust. Zij is klein, moerassig en modderig.
BQENTIN, eil. in Oost-Indie, in de Straat der Molukkos , aan de
Oostkust van het Sundasche eil. Celebes, Z. W. van Limbcj.
BOENTON , eil. in Oost-Indie, tot de Saleijer-eilanden behoorende.
Zie B o e to » .
BOEONGO, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes, op de
Noordoostkust, resid. Menado, ads. resid. Gorontalo. Men heeft er
zeer schrale salpetergronden.
BÖEPOLDER, pold. in Rijnland, prov. Noord-Holland, arr. Legden,
kant. en gem. Woubrugge, en wel binnen den ring van den
Ouwendijkschen polder, waarmede deze polder, nevens den Plaspol -
d e r , een ligchaam uitmaakt; dus palende, even als gezegde daar-
aan verhondene poldcrs , N. aan den drooggemaakten Veenderpolder,
0. aan den Vierambachtspolder, Z. aan de Vrouwe Geestpolder , W. aan
den Vlietpolder.
Deze polder, die in het jaar 1727, met den Ouwendijkschenpolder,
bedijkt is , beslaat afzonderlijk eene oppervlakte van omstreeks 20 bund.,
wordt, nevens den Ouwendijkschenpolder en den Plaspolder, door
2 molens van het overtollige water ontlast. Men heeft in den B o e po l -
d e r geene huizen. Het polderbestuur bestaat uit Burgemeester, Se-
cretaris en drie Poldermeesters.
BOER, Booh, Boir of liever Buür , oudtijds Bijurstha, d., prov.
Friesland, kw. Westergoo, griet. Franekeradeel, arr. en 5 n. w.
N. VV. van Leeuwarden, kant. en 2J u. 0 . ten N. van Harlingen,
habij de Ried en aan den rijweg van Franeker naar Leeuwarden.
Het is het kleinste dorp der grietenij Franekeradeel, teilende slechts
18 h. en nog geen 100 inw., die meest hun bestaan vinden in den
landbouw.
De Herv. , die ruim 80 in getal zijn , hebben hier eene kerk,
die tot'd e gem. van Ried-en-Boer. behoort. Voor de Hervorming had
dit dorp een eigen Pastoor, die een inkomen van honderd goudgulden
had, terwijl de Proost van St. Janskerk te Utrecht er zes Schilden van
trok. Na de Hervorming werd B oer te gelijk met Do n g jum en met
S ch a l sum gecombinecrd , zoodat de Predikanten vau die beide plaat-
sen hier beurtelings om de veertien dagen prediken moesten. In het
jaar 1728 ging echter de halve bediening van deze plaats, voor zoo
veel Do n g jum betrof, op R ie d over, en in 1788 werd B o e r geheel
met R i e d gecombineerd ; sedert dien tijd wordt aldaar om den der-
den Zondag gepredikt. De ke rk, die in het jaar 1664 aanmerkelijk
verboilwd is, heeft geen orgel, doch prijkt met eenen toren , die te
voren stomp was, maar in het jaa r 1802 Van eene kleine spits voorzien
is, w a n n e e r men tevens de kleine klok heeft verkocht. De groote
klok, die er nu nog in hangt, is in het jaar 1861 gegoten.
De R. K. die 8 in getal zijn, behooren tot de gem. van Franeker.
Er is op dit dorp geen school, zoodat de kinderen zieh naar
Ried inoeten begeven, om onderwijs te genieten.
Voorheen was hier de state E l g e r sma , thans liecft men er nog de
zalhe Bogerda. Bij dit dorp vindt men aan den rijweg uitmurrtende
landerijen,' die meest tot bouwland dienen. Ten Z. heeft men veel laag fand,
dat door de inpofdering, die van tijd tot tijd plaats had, Veel verbeterd is.
In het N. W. bij de zoogenaamde Dri emol ens is mede veel laag
land, dat vroeger een meer was, en het Ca t h a r i n ame e r gebaamd
werd. Zie voorts dat woord.
Voor eenige jaren vond een inwoner van BöEr , niet verre van zijne
woonplaats, bij het uitgraven van eene sloot aan den rijweg naar
Ried, een aantal zilveren muntstukjes ter grootte Van een dubbeltjd,
waarvan vele bijna vergaan waren. Daar zij echter tot geen bekende
munt behoorden, heeft men niet kunnen havorschen / lioe zij dadr
waren gekomen.
BOER (EOLDERVEENSCHE-BOVEN-), buurs. in Uieverderdinjspil,
prov. Drenthe, arr. en 9 u. Z. W. van Assen, kant. en 1^ u. N.
N: 0 . van Meppel, gem. en | u. N. W. van Nijeveen , J u. N.' van
Kolderveen, waartoe het behoort; met 64 h. en 370 inw.
BOER (NIJEVEENSCHE-BOVEN-) , buurs.- in Diverderdingspil', prov.
Drenthe, arr. en 8J u. L. W. van Assen , kant. en N. vah
Meppel, gem. en ^ u. Nl van Nijeveen; met 36 h. en 198 ihw.
BOER (TEN-), gem. in Fivelgo , prov. Groningen, atr; en kant. Appin-
gedam (1 k. d.,'7 m. k.y 2 s. d. )palende Ny aan de 'gem. Steduin1,
0 . aari Loppersum , Z. aan Slochteren, W. aan Noörddijk.
Zij bevat de dorpen : T en Bo e r , G arme rwol d e ', Thes i |nge,
L e 11 e ns , W i 11 e w i e r um en W o 11 e r s um‘, ; fen jde geh! S t.
An n e n , Heme rw o l d e , 0 o s t e r d ij k s h o r n , ■'de 15 o 11 e , de
Bo uwe r s c h a p , de Bo ven rij ge , de Hei d en s cha p , S tu u f-
w o l de , He emwe r d , Ten Pos t , Older sum, W iride weer, R rod-
d e b u r e n , de Blöken en Lud d e w e e r , beslaat eene oppfervlakte
vart 8689 bund 60 v. r. 48 v. eil., en telt 486 h. eh ruim 2900 inw.,
die meest hun bestaan vinden in landbouw en veeteelt, waartoe vöoral
de kleilanden in het Noordelijke gedeelte dezer gemeente zeer geschikt
zijn. Öok bestaat er veel verlier, wegens de doorvaart van schepen
längs het Damsterdiep, dat in de lengte de geheele gemeente door-
snijdt, liggende de vier eerstgehoemcle dorpeh aan den noordkant en
de twee laatstgemelde aan den zuidkant van dat water.
De ligging der landerijen is over het geheel laag, inzonderheid onder
de dorpen Te n -Bo e r , Garmerwolde, Thesinge en W o l t er s u m ,
die des winters en ook bij eenen hoogen stand van het Water des zo-
mers', door meer dan 20 watermolens moeten worden drooggebouden.
Voorts heeft men aan de noordzijde yan het diep over het algemeen
zeer goede ; vasle , vruchtbare klei ; onder T h e s i n ge vindt men eerst
1— 2 palin zwarle ,’ vruchtbare bouwaarde, daaronder op de ineeste plaat-
sen knik of andere klei, ook röodoorn. De grond onder het dorp
Lel lens en een gedeelte van' het geh: Kroddeburen, alsmede van
Windeweer , is zeer vruchtbaar en van1 eenen zavelachtigen aard; aan
de zuidzijde van het Damsterdiep is de grond veelal lager, zandig,
II. D e e l . 54