Dez? ambachtsheerl. was in drie geregten verdeeld, welke than»
eyen zoo vele heerlijkheden uitmaken, en onderscheiden zijn onder de
namen :B r e u k e l e n -Ni j e n r o d e s , B r e u k e l e n -O r t t s en Breu-
kelen-St . Pieters, De ambachtsheerl. B reu k e l en bevatte het d.
Breukelen en eenige verstrooid liggende huizen.
BREUKELEN of BiifiückELER , d. in het Nederkwartier der prov. Utrecht,
arr; en 3 u. N. ten W. Tan Utrecht, kant. en 1 u. Z. van Loenen,
gem. Breukelen-Nijenrodes, aan den linkeroever der Vecht, over welke
rivier hier eene ophaalbrug ligt.
Het ig een oud dorp, dat men vroeger onder den naam B racola ,
B r o ic l ed e , B r o c l ed e , B r o k l e d e , B ro ecland ia , B r o ek en la n d ia en B r o e k -
ia b b e vermeld vindt. Ook wil men, dat B r o e k e d e , waarvan M e i i s
ö t o k e gewaagd, het tegenwoordige B reuke l em zoude geweest zijn. Zeker
gaat e t, dat dit dorp in het jaar 838, door zekeren Graaf R o t g a r iu s ,
aan de kerk van Utrecht geschonken werd.
k Men heeft hier ook eene brouwerij, benevens eenen steenoven. De
kermis te B r e u k e l en v a l t in den eersten Maandag in Augustus.
De Herv., die hier wonen, makeu , met de overigen van de gem.
ts r e u k e l e-n -Nij e n r odes , en met die van Breukelen-St . -Pie-
.r .V j C n e Bem- u't > welke tot de klass. van Utrecht, ring van
ijdrecht, behoort en 1300 zielen telt. De eerste, die er het leer-
aarambt heeft waargenomen, is geweest E rasmus Besser, die er in het
jaa r 1689 beroepen werd, en kort daarna f is. Het beroepsregt wordt
öm den anderen keer, door den kerkeraad en door den Heer van Breukelen-
Nijenrodes » ojtgeoefend. Vöör de Hervorming kvvam het regt, om den Pas-
toorin te leiden, aan den Proost van Oud-Munster, te Utrecht toe. Er
stond toen in deze kerk een altaar van de Allerheiligste Maagd, waar-
aan eene vikarij was gesticht. Nog was er eene vikarij aan St, Anna’s-
en eene andere aan St. Pieters-outaar; welke laatste door de Burge-
meesteren van Utrecht en den Heer van Nijenrode vergeven werd.
Toen men in het jaar 1303 den grondslag legde van eenen nieuwen
to ren , ontdekte men onder het graven onderscheidene duifsteenen graf-
steden, acht, tien , sommige ook twaalf, voeten lang en van onderen
sonder bodem. Zij lagen 3 of 6 v. onder den grond, met het voet-
einde gekeerd naar het Oosten. De steenen, 2 v. lang en 1 v. breed,
waren ongemetseld, in zeer vaste klei aan malkanderen gezet. De
beenderen , die er onder lagen waren van een zeer groot menschenras.
De R. K., die hier een getal van 300 beloopen, maken met de
overige van de burgerlijke gem. Breukelen-Ni jenrodes en met die
van de- gem. Breukelen-St . -Pieter s eene statie u it, die tot het
aartspr. van Utrecht, behoort, ruim 1100 zielen te lt, en door eenen
Pastoor en eenen Kapellaan bediend wordt. De kerk, aan den H. Jo-
bawhes den Dooper toegewijd, in het jaar 1793 gebouwd , en onlangs
veel verbeterd, is van toren en orgel voorzien. Ook hebben de R. K.
hier eene afzonderlijke begraafplaats, die den 28 Junij 1858 is ingewijd.
Er i s t e B r e u k e l e n , b c h a l v e d e d o r p s s c h o o l , n o g e e n e k o s t s c h o o l ,
w e l k e te z a m e n d o o r e e n g e m i d d e l d g e t a l v a n 2 0 0 l e e r l i n g e n b e z o c h t
w o r d e n .
Dit dorp is de geboorteplaats van den scheikundige en Nederduit-
Schen dichter P e t r u s J ohannes K a s t e l e y n , geb. 2 April 1746, f 18 April
1794, als Apotheker te Amsterdam.
In het jaar 1488 werd B e b u k e l e » door de Utrechtseben gebrandschat.
Toen, in het jaar 1672, bij den inval der Franschen in deze landen
, de Nederlanders de Nieuwersluis versterkt en zieh aldaar verschanst
w a , » , ijs-triÄSSKÄ - Ä Ä
I S ä S S S S Ü m >ij >>« ! » • " " * Go«U.na uit de omstrekeu
van Amersfoort en van meer andere o m b g g c w j d e p b a t s j presten d.e
zij niet alleen des daags met slagen en geweld
maar ook des nachts, als k r i j g s g e v a n g e n c n in de kerk te B r e u k e e e »
opsloten , opdat zij van dezen gedwongen arbeid met mogten wegloo-
pen. D e z e arbeiders, zieh den geheelen dag moede en
hebbende en zieh des avonds koud en nat , zonder een g vuur bij
elkander opgcsloten vindende, staken de stoelen en banken en alles
w a t S vinden konden in brand, om er zieh bij te verwarmen Nadat
nu de schansen waren opgeworpen , sloegen de Franschen bij wijzc
van Werplaats, hunne tenten in en om B r e u k e e e b op, waartoe zij
wel honderd huizen afbraken, verbrandden en verwoeslen , moetende
hun de inwoners van alle nooddruft, benevens van hooi en haver voor
hunne paarden , voorzien, terwijl zij bovendien nog van hun vee, ko
ren ia van a l, wat zij bezaten, beroofd werden.. Want naauwelijks
S S ä « e stroopende partij -« 6 , »f d . .n d „ e k . am, » het » „ u y
K reuten, . » de uorige mogten overgeUten hebhen of door de
eigenaars verborgen was gehouden ; en , of ditme genoeg wa ,
eenig garnizoen uit een der naburige sloten en sterkten, des nachts
eenen togt wilde ondernemen , om te rooven, te Pl“nderen ^
branden , kwam er des avonds versterking uit Utrecht, om hen in dit
fl-ruwzaam feit behulpzaam te zijn, en zoodra eemge inwoners zieh te-
rren deze geweldenarijen wilden verzetten, ten einde hun leven en
hunne eigendommen te beschermen, werden zij onder den voet ge-
schoten, zoodat zij , om hun leven te redden, liever alles verlieten en
elders de wijk namen. Nadat de Franschen elders a e w p namen. ^ ---------------- h- ier ong0 eveer^ een «jaar
aldus hadden huisgehouden , werd het dorp eindehjk van die lästig
bezoekers ontslagen. Op het laatst van het jaar 167 wei en n g
tien Franschen , door eenigen uit de bezeiting van het huis te Abcoude ,
die met de treksebuit heimelijk aangekomen waren , m eene herberg
overvallen en krijgsgevangen gemaakt.
Bij den storm van 29 November 1836 liep dit dorp gevaar van in
den asch gelegd te worden, doordien de steenoven V eckt -en- t t i jn ,
door het afwaaijen en gedeeltelijk nederstortea der houten kap op de
daaronder liggende gloeijende steenen, in brand geraakte. Deze brand
werd echter , door het stout bestaan van den baas en andere werklieden
van den oven, benevens de wakkere spuitgasten , gehikkig gebluscht.
BREUKELEN B r u k e i e n of B r e u k e l , geh. in de Meijenj van s Her-
toqenbosch , kw. Oisterwijk, prov. Noord-Braband, Tweede distr arr.
en 2 u. Z. van ’s Hertogenbosch, k an t., gem. en i W. yan Boxtet.
BREUKELEN, water in de Meijerij van 's Hertogenbosch, kw. Uis-
terwijk, prov. Noord-Braband, waaruit de Hilver zijnen oorsprong
neßREUKELEN-BEOOSTEN-DE-YECHT, heerl. in het Nederkwar-
tier der prov. Utrecht. Zie B r e u k e i e n - S t . - P i e t e r s .
BREUKELEN-NIJENRODES, gem. in het Nederkwartier der prov.
Utrecht, arr. Utrecht, kant. Loenen (2 k. d., 3 m. k., 2 s. d.); palende
N. aan de gem. Loenersloot Oukoop-en-Ter-Aa en Ruwiel, Y’.®3“
de Yecht, die haar van Breukelen-St.-Pieters en Tienhoven alscheidt,
Z. aan de gem. Maarssen , W. aan de gem. Laag-Nieuwcoop.
Zij bestaat uit de heerl. Breukelen-Ni jenrodes en Breukelen-
Ort t s , bevat het d. B r e u k e l e n en eenige verstrooid liggende huizen ,