Dit eil. werd in liet jaar 1880, met de nabijgelegene eilanden , door
B abok , Koning van Ternate, ver'overd. Tijdens den opstand van
K a i t s p i u S a i d i , tegen M a n d a r s j a h , Koning van Terriate , in het jaar
1680, werd B o n g a y mede door dien mniteling bemagtigd, maar in het
jaar 1688 werd het door den Gouverneur d e V l a j h in g w'eder ber-
nömen. ‘
Het moet in 1680 nog bevolkt zijn geweest, want in dat jaar werd
•zekere K alkeboelang , door den Yaandrig H aak , van wege de Oost-
Indische Kompagnie en uit naam van den Koning van Ternate (onder
o n s oppergezag), als Koning van B ongay voorgesteld, in plaats van den
afgezetten Koning D ja n g k a l . Thans is het echter onbewoond.
BONGAYSCHE EILANDEN of B angaysche e ila nden , ook wel enkel
B ongej of B angey geheeten , groep eilanden in Oost-Indie, in het N.
Tan de Straat der Molukkos , aan de Oostkust van het eil. Celebes ,
waarvan zij door cen smal kanaal gescheiden zijn. Zij leveren slaven
en hout op , zijn wel honderd in getal, waarvan 92 vroeger onder het
gebied van den Koning van Ternate stonden.
BONGEJ , eil. in Oost-Indie, tot de Bongaysche eilanden behoorende.
Zie B ongay.
BONGEISCHE EILANDEN , groep eilanden in Oost-Indie. Zie B ong
a y s c h e EILANDEN.
BONGENAAR (DE), buitengoed in het Nederhwartier der prov.
Utrecht, arr. en u. Z. ten W. van Utrecht, kant. en J u. N. O.
van IJsselstein , gem. Jutphaas.
BONGIER e f B o n g y k d , g e h ., p ro v . Friesland, kw . Westergoo, g r i e t .
JBaarderadeel, a r r . e n 3 u. Z. te n W. v a n Leeuwarden, k a n t . en
l u. W. t e n N. v a n Rauwerd, { u. N. t e n 0 . v a n Bozum, w a a r to e
h e t b e h o o r t.
BONGKO o f Bonko , r iv . in Oost-Indie, op h e t Sundasche e il. Jam ,
r e s id . Tagal. Z ij h e e f t e en e n o o rd e lijk e r ig tin g e n v a l t te g e n o v e r d e
d ro o g te k a la je ro k in d e Zee van Jam.
BONGOES, baai in Oost-Indie, aan de westkust van het Sundasche
eil. Sumatra, in het gouv. geb. Padang.
Zij vormt eene wijde bogt van ruim eene halve mijl middellijn, maar
heeft vele klippige ondiepten , waarom de reede voor groote schepen
gevaarlijk is. Ook ligt zij , naar het westen, geheel vrij en open ,
waardoor zij, gedurende de westmoeson, den schepen geen zeer veilige
schuilplaats biedt tegen de Noordwestenwinden, die hier zeer hevig
wocden können.
Het läge voorgebergte , dat bij Padang, tot aan den .oever der zee
uitspringt, en zieh van daar zuidwaarts tot Poeloe Tjengko voortzet,
omgeeft haar ook voor een gedeelte met vrij steile hellingen , die bijna
doorgaans eenen zeer rotsachtigen voet hebben. Alleen in het diepste
oostelijk gedeelte der bogt heeft men eene bekoorlijke vlakte, die al-
lengskcns door de af- en aanspoelingen van aarddeelen schijnt ontstaan
te zijn. Het omliggende boschrijke strandgebergte duidt schier overal
eenen vulkanischen oorsprong aan, en de grond der zee in deze Streek
vertoont een fraai tapijt van onderscheidene koraalvormingen. De
voornaamste dorpen aan deze baai , die zeer rijk is aan zeedieren , zijn
Bongo es ten 0. en T e l o k k a b o e a n ten Z. (1).
( l ) De zoöloog die begeer t te w e ten , welke onderscheidene vischaoorten z ieh in
deze baai on thoudea , kan daar v a n eene opga af yinden in de B e r i g t e n o v e r
B0NG0E8 of B o n g o s , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Sumatra,
in het gouvernements gebied Padang, aan de baai Bongoes,
ongeveer 2 m. Z. van Padang. . . .
Het telt ongeveer 80 tot 100 huizen van bamboes , die, in twee
riien tegenover elkander , längs het Strand , opgeslagen zijn , en ei voor
het meerendeel armoedig, oud en vervallen uitzien. De bewoners
leven bijna uitsluitend van de vischvangst. Zij visschen met groote
trek- of schrobnetten, in het maleisch poekat genaamd , die voorname-
liik uit de vezelen van den arengpalm en den langkappalm vervaardigd
zijn. Deze netten zijn gemeenlijk 130 vad. lang en 23 tot 30 vad.
breed. Het is bijna ongelooflijk , welk eene verbazende memgte visch
de Bongoesen dagelijks vangen. Elke vangst wordt meestal dadelijk
uit het net aan andere liandeldrijvende inlanders verkocht, die den
visch droogen, om dien naderhand te verkoopen , boewel zij ook een
gedeelte, in het klein , versch van de hand zetten.
BONGOR, riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. J am , keiz.
Soerakarta. „.
BONGOS, d. in Oost-Indie , op het Sundasche eil. Sumatra. Zue
°BONGRAWANG, oud d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Cherihon, op den linkeroever der Indramaja.
BONGSOE of B o e k it - B on g so e , berg in Oost-Indie, op het Sundasche
eil Sumatra, gouv. geb. Padang, N. van de Rana-Lima-Poeloe.
Hij is digt met hout bedekt. Het is zeer waarschijnlijk dezetlde
berg , aan welken Sir H. R a f f l e s ( 1 ) den naam van P h in s e s A dgdsta
S o ph ia H il l geeft. _
BONGYRD , geh., prov. Friesland. Zie B o n g ie r .
BONI of B on y, door de inw. S ew a genaamd , kon. in Oost-Indie, op het
Sundasche eil. Celebes, ten W. van de Golf van Boni, tusseben de
Tsiinrana en de Sulmico; landwaarts in grenst het aan Sopeng, La-
moere, Makassar en Boele-Boele. Het is omtrent 40 mijlen lang
Het Noordelijke gedeelte van dit rijk is bij uitstek fraai en vrucht-
b a a r, en levert veeA rijst, sago en cassia op. De bevolkmg, die uit
Boeginezen bestaat, belijdt meerendeeis de Mahomedaansche godsdienst,
met veel bijgeloovigheden vermengd. Men teil er 200,000 inw., van
welke, bij de laatste opgaaf, 40,000 de wapens konden voeren Zij
vervaardigen goede praauwen, en zijn van alle de bewoners van Celebes
de bekwaamste in het bewerben van goud , ijzer, katoenen en andere
voorwerpen , met welke zij door den geheelen Indischen Archipel handel
drijven, , . . .
Dit rijk was van oudsher vrij en aan niemand verbonden, zijnde
de eerste Koning , volgens de overlevering der Boniers, uit den Hemel ne-
dergedaald. Deze had nog geen naam , maar werd naderhand door
het volk, M at ta S alampo genaamd, hetwelk zooveel als Alzienae betee-
kent. Hij lniwde met eene Prinses van T o r o , die ook van Hemel-
schen oorsprong was, bij welke hij eenen zoon en vijf dochters ver-
wekte, uit welke alle de volgende Köningen van B o n i afstamden. De
S u m a t r a , g e t r o k k e n u i t l i e t d a g b o e k » a n d e n H e e r S. M u l l e r ,
bl , 3 - 5 .
( l ) M a p o f t h e i s l a n d o f S u m a t r a , c o n s t r u c t e d c h i e f l y f r o m
s u r v e y * t a k e n b y o r d e r o f t he l a t e Sir Th» St » Raffaes#