H e i tweede deel van d it werk ihans ten einde gebragt heb-
bende, gevoelen w ij ons v e r p lig t, niet alleen onsen harteltjken
dank te herhalen aan hen, die w ij reeds in het voorberigt voor
het eerste deel als onze correspondenten vermeld hebben , maar
tevens ook hun onze erkentelijkheid te betuigen, die zieh later
aan die r ij hebben aangesloten, ten e in d e , zoo veel in hen i s ,
de door ons opgenomene ta a k te helpen v e rlig ten , z ijn d e : in
Noord-Braband de Heer C. R. Hermais , te ’s Hertogenbosch ;
in Gelderland de Heeren: J. A. J . S lo e t, t o i Oedhuis , te Yoorst ,
en J h r. M r. J. M. tau Pabst to t B iig erdeh , te E ist; in Noord-
Holland de Heeren •• C. Kaeshofp , te B eyenrijk , J . C. C o te is , te
Amsterdam, en G. t a i Saidwijk. , te Purmereade; in Zuid-
Holland , de Heeren: J. Smxts Jz. , te Dordrecbt, L. T, Tbmmisck ,
te Rotterdam, en W. yas b e i Hoojaard , e Hillegersberg ; in