390 BK V.
BEVELANDPÖLDER (OUDE-NOORD-), pold. op het eil. Noord-
Beveland, prov. Zeeland. Zie Beveiand (Oüd-Noord-).
BEVER, volgens sommigen een oude naam van B e v e r w i j k . Zie dat woord.
BEVERBEEK, watertjc, prov. Gelderland, dat in de Lijmers, be-
zuiden Bingerden, ontspringt, eerst eenen Westelijken , voorts eenen
Noordwestelijken loop heeft, en cindelijk längs Bevermeer, vloeit,
waar het met eene sluis afgesloten i s , en zieh met eenen Noordelijken
loop, boven Doesborgh , in den Lammen-IJssel ontlast.
BEVERD, kil in den Biesboscli, prov. Noord-Braband. Zie B e v e r t k i l .
BEVERD (DIEPE-) , kil in den Biesbosch, prov. Noord-Braband.
Zie Bevert (Diepe-). ' .
BEVERFEURDE, oude naam van het adell. huis B e v e r v o o r d e , m
het graafs. Zutphen, prov. Gelderland. Zie B e v e r v o o r d e . ,
BEVERMEER , buursch. in het graafs. Zutphen , prov. Gelderland,
kw., distr., arr. en 3 | u. Z. van Zutphen, kant. en \ Z. van Doesborgh,
gem. en J u. W. van Angerlo ; met 90 inw. „ ..
BEYERNE, voorm. riv., in Staats-Vlaanderen, in het Vnje van
S lu is, die längs Ijzendijke zoude gespoeld hebben, thans het Jonk-
y r o u w e n g a t geheeten. • ,
BEVERSLÜIS , eilandje in het Hollandsche diep, tegen over de
Lage-Zwaluwe, voor 23 of 30 jaren , als zandplaat, m dat water
opgekomen , en van tijd tot tijd tot hooger land geworden.
Het behoort tot de prov. Noord-Braband, arr. Breda , kant. ¿ e -
venbergen, gem. Hooge- en Lage-Zwaluwe, en ontleent zijnen naam
van zekeren Beversltjis , die het eerst, met eene boot of schult, op
deze plaat strandde of vastgeraakte. Het is een nog onbekade aan-
geslijkte grond , met griendhout bepoot.
BEYERSTAART, eilandje in den Biesbosch, prov. Noord-Braband.
Zie B e v e r t s t a a r t . ,
BEVERSTRAAT, geb. in de baronnie Van Breda, prov. XSoord-
Braband, arr. en 4§ u.Z. van Breda, kant. en g | u.Z. Z. W.van Gm-
neken, distr. en 3J u. Z. van Prinsenhage, gem. Zundert-en- Wernhout,
l i u. Z. van Groot-Zundert; onmiddellijk tegen de Belgische provin-
cie Antwerpen palende, zoo dat er zelfs van eene boerenhofstede het
woonhuis op Nederlandsch en de schuur op Belgisch grondgebied
S t a a t . Men telt er ruim 30 inw.
BEYERT, kil in den Biesbosch, prov. Noord-Braband. Zie K b v e r d .
BEVERT (DIEPE) of D ie p e - B e v e r d , kil in den Biesbosch, prov.
Noord-Braband. Zij vloeit uit Jassesloot, 0 . van den Kalverwaard,
loopt nederwaarts tusschen dien waard en de Beverstaart, en plagt
zieh in de Bevertkil te ontlasten ; doch in het jaar 1803 is het boven-
einde met eenen dam gedigt, en bevindt zieh nog in dien Staat.
BEYERTK1L, Bevert of Beverd, kil in den Biesbosch, prov.
Noord-Braband. Zij komt uit de groote Westkil, gaatten 0 . van den
Kalverwaard , die zij eerst van de Noord en naderhand van den Kei-
zersguldenwaard scheidt, voorts tusschen den laatstgenoemden en den
Dooimanswaard doorscliietende, loopt zij in het Stcurgat uit.
BEVERTSTAART o f B e v e r s t a a r t , eilandje in den Biesbosch, jnov.
Noord-Braband, arr. ’s Hertogenbosch, kant. Heusden, geni. krer-
kendarh, tusschen den Diepen-Bevert en de Bevertkil, 0 . van den KaLverwaard.
. . ,
BEVERVOORDE, oudtijds B e v e r f e d r d e , voorm. adell. huis m tiet
graafs. Zutphen, heerl. Borculo, prov. Gelderland, ten W. van het
dorp Gelselaar , aan de grenzen der prov. Overijssel.
Het was te midden van het geboomte gelegen, en is sedert jaren
^ BEVERVOORDE , havezatbe in het kw. Twenthe, prov Overijssel,
arr. en 2£ u. 0 . ten Z. van Älmelo, kant. en i* u. N. W.
van Oldenzaal, gem. en | u. W. van Weerseb. .
BEVERVOORDT, vroegere naam van het dorp Veizen.
BEVERWEERD of BEVERWAARD, riddermaOge hofstad m het
Overkwartier der prov. Utrecht, arr. en 4: u. Z. Z W. van ^rneis
foort, kant. en 2 u. N. W. van IFijk-bij-Vuurstede l » »
W e r k o v e n , aan den Krommen-Rij« , aLlerschdderachUgst 8 J g e n
Het is een overoud adell. slot, waar men sells, in d° ^ venj ie" ,
aeuw een W e n penning van Junos Cesar , en , naderhand vele
zware steenen ballen , zoo als de Romemen uit de
vonden heeft. Reeds in eenen brief van het jaar 12% , vrndt men
er melding van. Sommigen willen , dat het eeist bez . ,
een geslacht, dat een bever in zijn wapenschild vperde (misschien a
van L B e v e r e n ) . Anderen denken, dat hier eerU,ds een, weeid oi
tolhuis stond, alwaar men bevers in den Rijn gezien had , en dat
het hiervan zijnen naam had ontleend. Dit zijn oohtcr gissmge».
zekerder gaat h e t, dat het geslacht v a n B e v e r w e e r d reeds nv het
laatst der dertiende eenw bekend was. Men vindt , dal Z w e d e r
v a n B e v e r s w e e r d , in het jaar 1304, sneuvelde in deo Slag, waar
in Jonker W i l l e » , zoon van J a n I I , Graaf
Duiveland, door de Vlannngen geslagen werd. Het hm s j e r
na den dood van H il d e g a r d , zijne limsvrouw, door W i l l e m v a n
M e c d e l e n , den een en veeriigsten Bisschop van Utrecht veertig
morgen lands daaromtrent gelegen opgedragen aan N ic o l a a s
vL r e V e l d e n . Vervolgens kwam het, in bet jaar 134o , door bet
huwelijk van Vrouwe M a g t e l d v a n B e v e r w e e r d , aan den Ridder O t t o
v a n I J s s e l s t e in , die aan J an v a n A r k e l , den seven en veeirt.gslten Bisschop
van Utrecht, beloofde en zwoer, van hem met het hms te
B e v e r w e e r d , dat bij van het Stiebt te leen h.eid naar
reerten te zullen dienen; zoo als, in het jaar lo o 4 , de tweede ma
van gezegde M a g t e l d v a n B e v e r w e e r d , den Ridder Z w e d e r v a n V ia n e n ,
aan denzelfden Bisschop beloofde , met het huis te B e v e r w e e r d mets
teo-en hem te zullen doen. De nakomelingen vandezenZwEDERVAN
V ia n e n en M a g t e l d v a n B e v e r w e e r d bezaten deze ndderhofstad tot op
hunne achterkleindochter J o h a n n a v a n V ia n e n v a n B e v e r w e e r d die haar,
omtrent het jaar 1440, door haar huwelijk , aan he\ f ei e J eS!a^
VAN B o d c h o l t of B o c k h o o t gebragt heeit. ln het jaar 146o
v a n B o o c r o l t met dit goed beleend , ten behoeve van zijne huisvrouw
J o h a n n a v a n V ia n e n v a n B e v e r w e e r d , die het aan hären zoon D a n ie l
v a n B o d c h o l t achterliel, wieos dochter M a r ia v a n B o d c h o l t , Vrouwe
tot Boulaer, in het jaar 1327 daarmede verlijd werd. In het jaar
1336 werd het huis B e v e r w e e r d door de Staten der provincie Utrecht
voor eene riddermatige hofstede verklaard, ten behoeve van H e n d r ir
v a n H e d r n e , Erfbarggraaf van St. Wijnaltsbergen, zoon van M a m m x l i -
a a n , Heer van Gaasbeelc, als in huwelijk liebbende gezegde M a r ia v a n
B o d c h o l t , eorder weduwe van H d go d e L a n n o y , na wier overlijden ,
in het jaar 1364, deze ridderhofslad kwam aan liaren kleinzoon F i l i p s
W il l e m v a n N a ssa d , zoon van Prins W il l e m I , en Graaf ran Buren.
Na het kinderloos overlijden van dien Prins , rees er , over den eigen- _ V 1 M . _____1___Ul’l »»« 41/7».