fraaije huizen, benevens bet kasteel. Overigens vindt men te Boxmeeb
twee katoendrukkerijen, en bet vlek is vooral bekend door zijn voor-
treffelijk oud bier. Men telt er 119 h. en 630 inw.
In bet midden van het vlek staat een fraai R a a d h u i s , dat met
bet wapen der gemeente versierd is. De R. K. parochiekerk, waarin
P e t r o s en P a b l b s als Patronen gevierd worden, staat in bet midden
van het vlek. Het is eene kruiskerk met eenen toren. Men vindt
daarin drie altaren, een orgel, eene fraaije communiebank en eene
zeer schoone marmeren grafstede van graaf O sw a l d , benevens twee
grafkelders van het voorm. grafelijk hnis, zijnde een derde, die er
vroeger ook bestond, thans gedempt. Verder ziet men er een Oratorium
voor de Paters Carmeliten en daaronder eene tribune, waarin
de grafelijke familie, tijdens de kerkdienst, hare zitplaats had. In dezo
kerk bewaart men een korporaal, (d. i. een Vierkante linnen doek, op
welke de kelk en de hostie geplaatst wordt) met eenige droppels bloed
bespat, welke nit de gewijde hostien zouden gevloeid zijn, wordende
er jaarlijks , ter gedachtenis van dat wonder, een feestdag en eene pro-
cessiete B o x m e e r gehouden. In eenen steen, ter regterzijde van bet koor,
zijn, ter gedachtenis van dat wonder, de volgende regels uitgehouwen :
Konit menschen wyt en veer,
En valt dyn Heer te voet,
% siet hief te Boxmeer,
Nog droppels van syn bloet.
V66r ruim 60 jaren sloeg de bliksem in'deze kerk, dalende, onder
bet luiden, längs het klokketouw , en vernielende de helft van eenen
pilaar, die in het midden onder het orgel stood; deze lieeft men later
aan de linkerzijde tegen den muur geplaatst, waar hij tegenwoordig nog
6taat. Op het kerkhof ,• aan de oostzijde, ziet men in den muur eenen
Vierkanten steen met de jaartallen 1371; 1638, 1643 en 1740, ter
herinnering, dat in die jaren het water van de Maas zoo hoog is ge-
weest, dat het tegen de kerk stond. Met evengenoemde parochiekerk
i s , door eenen boogswijze overdektcn gang, verbonden een Klooster
Van geschoeiden Carmel i ten , gestiebt door Graaf A l b e r t , in het
"jaar 1632. In dit klooster vindt men zeer fraai geschilderde gla-
z e n , benevens een necrologium of doodenlijst van de overledene Paters
Carmeliten, van de stichting van het klooster af, tot in 1774,
en in den refter of de eetzaal ziet men onderscheidene afbeeldingen
van de grafelijke familie. De bibliotheek bevat weinig merkwaardigs, uitfezonderd
eenige zeer groote, met kunstige letters gescbrevene, folianten.
)e Heeren van dit klooster bedienen tevens de parochiekerk, en gaven
vroeger aan de jonge lieden van het gymnasium onderrigt in de Latijn-
sche ta a l, in de wijsbegeerte en in de godsdienst, doch dit onderwijs wordt
mu, uitgezonderd de wijsbegeerte , sedert eenige jaren door eenen gegra-
dueerden Rector, met eenen Conrector en twee Preceptoren gegeven.
Het tweede kloostergebouw , dat hier gevonden wordt, is dat van de
Carmelitessen, bekend onder den naam van E lz enda al , met eene
k e rk, een orgel eh eenen toren. Voorheen stond op de plaats, waar
het thans gevonden wordt, een huis en een tuin, zijnde een bijzonder
eigendom van den Pastoor P e e l e n . Dit goed werd door hem , bij
testament, in het het jaar 1672, aan genoemde Geestelijke doehters
vermaakt, welke daarop, nog den 2 September van datzelfde ja a r,
van Vilvoorden herwaarts kwamen en het klooster hebhen gestiebt.
De Nonnen plagten voormaals kostgangsters te houden, welke in ver-
schillende handwerken onderrigt genoten.
Men heeft Wer ook een in het jaar 1707 gebouwd gymnasium ,
dat ongeveer 20 leerlingen te lt, en waaraan door eenen gegradaeer-
den Rector, einen Conrector en eenen Preceptor onderwezen wordt.
Voorts eene Fransche en Nederduitsche kostschool, met ongeveer 50
leerlingen;- eene Nederduitsche school, waarin doorgaans meer dan
130 kinderen onderwijs genieten , en eene school voor jonge jufvrouwen,
wier getal gewoonlijk niet meer dan lObedraagt, welke in de Fransche
en Nederduitsche talen , de handwerken en muzijk onderwezen wbrden.
In het befrin van den tachtigjarigen oorlog , heeft B o x m e e r zeer veel te
lijden gehad. Zoo voerde de Spaansche garnizoenen van Bleijenbeek,
Middelaar en andere sterkten uit den omtrek, in het jaar 1382, de
ingezetenen gevankelijk weg, en het kostte hen een rantsoen van 73
malders rogge en even zooveel gerst, om de vrijheid te herkrljgen.
Eeni'ren tijd daarna liet Graaf K a r e l v a n M a n s f e l d , die te vergeefs
het kasteel belegerd had, de huizen op h e t Z a n d omver halen , de
kerk plünderen, de sacristie openbreken en alles rooven , wat hij slechts
vinden kon. Bovendien zagen zieh de ingezetenen , door onophoude-
lijke contributien, uitmergelen , en dit duurde zoo voort tot in het
jaar 1390, als wanneer de Staten, bij sauve-garde, B o x m e e r in bescherming
namen.
In het jaar 1633 kwamen 17 compagnien Croaten te B o x m e e r alles
verwoesten, welke ramp spoedig gevolgd werd door de pest en den
rooden loop , waaraan , binnen drie iaren tijds , 330 menschen overleden.
_ _ _ ■«
Graaf A l b e r t van d e n B e r g h ? in het jaar 1627 , Heer van B o x m e e r
geworden zijnde, legde den ingezetenen eene jaarlijksche belasting van
492 guld. op, welke zij meenden dat eene koninklijke belasting was,
waarvoor de gemeente, gelijk van ouds, van alle verdere inkwartie-
rino-slasten vrijbleef; daar de Graaf echter beweerde, dat deze som
eene oude^ schatting was, aan het grafelijke huis verschuldigd, zoo
vereenigde zieh omtrent dertig der voornaamste ingezetenen, om dit
ter kennisse van den Koning te brengen , waaruit tusschen den Heer
en de gemeente een geschil ontstond, dat veel onheil na zieh sleepte.
Wa nt , toen , in het jaar 1633 , de Lotharingers,' die te Gemert lagen
, onder hunne Kolonei K l a r e , naar B o x m e e r kwamen , niettegen-
staande de ingezetenen de subsistentie, welke zij het vorige jaar
peeischt hadden , met geld hadden afgekocht, werd die Kolonei op
het kasteel bij Graaf A l b e r t wel onthaald, terwijl hij de ingezetenen
noodzaakte, 11,000 gulden in contanten aan hem op te brengen,
en zij he Soldaten, gedurende zes weken , van brood, haver, vleesch,
bier, wijn , brood en geld te voorzien ; ook werden nog eenige huizen
omvergehaald en anderen in brand gestoken. Men verklaarde de goederen
der Schepenen verbeurd , : en den Lotharingers werd, door een aan de
kerkdeur aangeplakt bricfje , van het kasteel aangezegd., om de huizen
van den Pastoor v a n O b d e n h o v e n en van eenige Schepenen te verwoesten
, tenzij deze aan de hun gedane eischen voldeden, waarop men den
Graaf zoo veel mogelijk te vrede stelde, en na zijn overlijden, in
1636 , met zijne weduwe een vergelijk trof. In het volgende jaar werd
echter een perk aan alle knevelarijen gesteld, doordien de Staten er
eene sauve-garde zonden , die er tot den 10 Julij 1660 verbleef.
De kermis te B o x m e e r valt in te gelijkertijd met het feest van het
H. Bloed, beginnende den tweeden Zondag na Pinksteren. Deze kermis
onder den naam van Boxmeersche vaart bekend, duurt acht
dagen , is zeer beroemd en vrolyk, wordende druk bezocht door de inwo