BERKEL (NOORDEINDE-VAN-), buurt in Delfland, prov. Zuid-
Holland, arr. en 5 u. N. ten W. van Rotterdam, kant. en 1 | u. N.
ten W. van Hillegersberg, gem. Berkel-en-Rodenrijs, 2 u. ten N.
van Berkel.
BERKELAAR, 00k wel B e r c k e l e r gespeld , geh. in Upper-Belder ,
prov. Limburg, arr. en 2 u Z. van Roermonde, kant,, gem. en £ u.
W. van Eclü. , ,
BERKEL-EN-RODENRIJS, gem. in Delfland, prov. Zuid-Holland,
arr. Rotterdam, kant. Hillegersberg (12 k. d., 15 m. k., 8 s. d .) ;
palende N. aan Pijnacker, 0. aan ßergschenhock en Hillegersberg,
Z. W. aan Overschie en Ackersdijk-en-Vrouwenregt en \V. aan Rmven.
Het bevat liet dorp B e r k e l , de b. het N o o r d e i n d e - v a n -
B e r k e l , het geh. R o d e n r i j s en den B e r k e l s c h e n - p o l d e r ,
beslaat eene oppervlakte van 1958 blind. 58 v. r. 8 v. eil., en telt, in
168 li., onveveer 1200 inw., die meest hun bestaan vinden in den land-
bouw en graanteelt; 00k heeft men in deze gem. eene leerlooijerij, twee
scheepslimmerwerven, 1 korenmolen, 1 grutterij en vele winkeldoende
lieden.
De Herv., die hier ruim 600 in getal zijn , maken eene gem.
u i t , welke tot. de klass. van Rotterdam, ringvan Hillegersberg , belioort.
De eerste , die liier het leeraarsambt bekleed heeft, is geweest V e d a s t e r
K o o r n w i n d e r , die in liet jaar 1587 in dienst trad en in het jaar
1615 is overleden. Een der later hier gestaan hehbende Predikan-
ten was B a r e r d T a a y , bekend door zijne medewerking tot invoering
van de Evangelische gezangen , welke in liet jaar 1805 bij de Herv.
zijn in gebruik gekomen. Het beroep van den Predikant in de
gem. van°BERKEL-EN-RoDENr.iJS geschiedt, na voorafgaande handopening
en daarop volgende approbatie van den Ambachtsheer, door den groo-
ten kerkenraad, bestaande uit de regerende en laatst afgegane Ouderlingen
en Diakenen.
De R. K. van welke men er ruim 500 telt , behooren tot de
gem. Berkel- Rodenrijs-en-den- Tempel. Bovendien heeft men in deze
burgerlijke gemeente een vijfliental Demonstranten , die de gem. Berkel
uitmaken. Zie voorts dat art. Ook is er in deze gem. eene school.
B e r k e l e n - R o d e n r i j s is eene heerlijkheid, die in de oudste brieven
all een voorkomt onder den naam van R o d e e i s e . Graaf F l o r i s V
spreekt er aldus van in eene kwijtschelding of ontheiling van dijkgelden
tusschen de Scbie en de Goirwe, aan dit ambaclit in bet jaar 1289
verleend. In e e n e handvest van Fmrs v a n B o u r g o n d ie , van 6 October
1466 , vinden wij gemeld van R o d e n r i j s , w a a r o n d e r d a t B e r k e l g e l e g e n
i s . Tbans wordt alleen bet zuidelijk gedeelte Rodenri js geheeten.
Vöor het oprigten van de republiek der Yereenigde Nederlanden is
deze heerlijkheid een eigendom geweest van de Graven v a n E g m o n d .
Zij schijnt ook langen tijd toebehoord te hebben aan de Abten van
Egmond; immers bet blijkt duidelijk, dat deze de pastorij der kerk
hebben begeven. Uit het huis v a n E g m o n d kwam zij aan ’s Lands
vermaarden Advocaat J o h a n v a n O l d e n b a r n e v e l d , die daarmede ,
in het jaar 1600 , verlijd werd. Naderhand is zij bezeten bij
de nakomelingen van zijnen zoon R e i m e r v a n O iA e n b a r n e v e l d . In
het jaar 1655 werd zij door Jonkheer J a n v a n O l d e n b a r n e v e l d verlijd
aan zijne zuster F r a k c o i s e v a n O l d e n b a r n e v e l d , die gehuwd was
met Jonkheer A d r i a a n v a n N a a l d w i j k , van daar ging de heerlijkheid,
door huwelijken der erfdocliters , in verschillende geslachten van anderen
a a a m o v e r , t o t d a t z i j d o o r V r o u w M a ch te ld A d r ia n a van R enoy , g e *
huwd met jonkheer J a kob S n o u ck a er t , in het jaar 1687, verkpeht werd.
In het jaar 1706 is Mr. J o h a n v a n d e r H o e v e n , Raad in de vroedschap
cn Bnrgemeester der stad Rotterdam , met deze heerlijkheid verlijd , en
deze liet haar bij uitersten wÜ na aan zijnen schoonzoon Mr. H e n d r i k
v a n H e e s , Heer van den Tempel enz., President van den Hoogen Raad
in Holland, en aan diens buisvrotiw B a r b a r a J o h a n n a v a n d e r H o e v e n ,
welke beide gezamenlijk in het jaar 1744 hier mede verlijd zijn, en wier
nakomelingen er tot nu toe steeds bezitters van zijn geweest, zijnde
deze heerlijkheid thans een eigendom van Mr. I g n a t i u s J o h a n n e s v a n
H e e s , Officier bij de Arrondissements-Regthank te Utrecht.
Het wapen van deze gemeente bestaat in een in tweeen gedeeld
Schild, zijnde het bovenste gedeelte een veld van goud , beladen met
eene ster van azuur (blaauw), en het onderste een veld van azuur ,
beladen met twintig ruiten van zilver.
BERKEL-ENSCHOT EN-HEUKELUM, gem. in de Meijerij van
’s Herlogenbosch, kw. Oisterwijk, prov. Noord-Braband, arr. ’s Herlogenbosch,
kant. Tilburg, distr. Boslel (8 k. d., 5 m. k., 2 s. d.)j palende
N. aan Udenhout, 0. aan Oisterwijk, Z. aan Moergestel, W.
aan Tilburg.
Deze gem. bevat de dorpen : B e r k e l , En s c h o t en He u k e -
l u m , en telt 150 h . en 1000 inw., die meest in den landbouw
hun bestaan vinden. Men heeft hier mede eenen wind-laken-volmo-
len , waarin ook stoomwerktuigen aangebragt zijn.
De inw., die alle R. K. zijn. behooren gedeellelijk tot de parochien
van Enschot, Oisterwijk en Udenhout en hebben in deze burgerlijke
gem. eene R. K. kerk en eene school, beide te Ens c h o t .
Het wapen van Berkel-Enschot-en-Heukelum bestaat in , een veld
van lazuur, beladen met drie torens van goud, waaronder een ploeg,
BERKEL-RODENRIJS-EN-DEN-TEMPEL, R. K. slatie , aartspr.
van Holland-en-Zeeland, dek. van Schieland, welke eene kerk heeft,
te B e r k e l , die door eenen Pastoor bediend wordt, en ruim 500 zielen
telt.
BERKELSCHE-MEER, meer in Delfland, prov. Zuid-Holland,
gem. Berkel-en-Rodenrijs, Z. ten W. van Berkel.
BERRELSCHE-POLDER, pold. in Delfland, prov. Zuid-Hollandf
arr. Rotterdam, kant. Hillegersberg, gem. Berkel-en-Rodenrijs.
BERKELSCHE-SLUIS, voorm. sluis in Delfland, prov. Zuid-Holland,
zij was een der vijf Ooslsluizen , die in het jaar 1587 tot eene
sluis vereenigd zijn geworden.
BERKENBOSCH, geh. in het Overkwartier van het Land van Cuyk,
prov. Noord-Braband, arr. en 8 u. Z. O. van j’s Herlogenbosch, kant.,
distr. en 1 u, W. van Boxmeer, gem. Oploo-Sl.-Antonis-en-Ledeakker,
2 u. N. W. van Ledeakker, waartoe het behoort.
Dit geh. droeg vroeger den naam van lieerl., maar doordien , in het ja a r
'1749, de goederen , tot B e r k e n b o s c i i behoorende , en uit negen onder-
scheidene bouwhoeven of boerenwoningen bestaande, in handen van negen
onderscheidene eigenaren geraakten , en daarna meermalen verkocht werden
, terwijl zij altijd in handen van onderscheidene eigenaren verbleven,
is de titel van heerlijkheid verloren gegaan.
BERKENRODE, gem. in het baljuwschap van Kennemerland, prov.
Noord-Holland, arr. en kant. Haarlem (8 k. d., 5 m. k., 2 s. d .) ; palende
N., O. en Z. aan Heemstede , W. aan de Leydsche vaart, die
haar van de gem. Bloemendaal-Tetterode-Aalbertsberg-en-den-Vogelen-
zang scheidt.