veldsohe brug te plaalsen, die tevens den aanvoer van tnrf naar den
vijand zoude beletten. De Franschen , hierdoor verbitterd, trokken met
ointrent 400 man , tusschen den 4 en 5 November, naar deze am-
Lacliten, om de ingezetenen te tüchtigen. Zij overmeesterden den
uitlegger en pleegden veel geweld , door branden en blaken, zoodat
er in de beide heerlijkheden 57 h. door bet vnur verteerd werden.
Het wapen van B o t sh ol bestaat in een goud veld , met twee roode
balken , waarop vijf witte sckuinsche ruiten , drie boven en twee onder.
BOTSHOOFD, geh. op het eil. Tholen, prov. Zeeland. Zie B oschnooFD.
Sit- BOTSHUIS, adell. liuis in de heerl. Boreulo , prov. Gelderland,
kw., distr., arr. en 6 u. 0 . van Zutphen, kant. en 2 j u. N. ten W.
van Groenlo, gem. en £ u. Z. W. van Neede.
BOTTEE of B u t t - e e , oude slroom in het eil. Walcheren , prov. Zeeland,
die de Arne met de Pekelinge verbond , en aan welks boorden
de heerl. But t inge opkwam, terwijl hij de stad Middelburg, nog ten
jare 1301 , in eenen oost- en eenen westoever scheidde.
BOTTEL , geh. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, kw. Peelland,'
prov. Noord-Braband, arr. en 5 u. 0 . van Asten, gem. Deurne-en-
Liessel, £ u. W. van Deurne, waartoe het behoort j met 4 h. en
50 inw.
BOTTELSKREEK, kreek in Nederlands-Guiana, kol. Suriname,
die zieh boven de Casawincakreek, op den regteroever der Boven Com-
mewijne onilast. Yroeger was zij bovenwaarts inet de P e rikakre ek ver-
eenigd, doch is tegenwoordig met hoiitgewas digt gegroeid.
BOTTEN (DE), zandplaat in het N. W. van de Zuiderzee, O. van
het Marsdiep, N. van de Balg.
BOTTERSLOOT, eigenlijk B o t e r s l o o t , water in den Crimpenrewaard,
prov. Zuid-Holland. Het is dat gedeelte van de Vlist, hetwelk van
Schoonhoven naar de Vorenbrug loopt.
BOTTESTEIN, voorm. riddermatige hofstad in het Nederkwartier
der prov. Utrecht, ten Z. van het d, Vleuten.
Zij was leenroerig aan het huis ten Ham, en reeds in het jaar 1469
een eigendom van J an U ten iiam , die des Zondags na St. Jansonthoof-
ding, daarmede beleend werd. Door het huwelijk van zijne dochter
M e c h t e it , met G o v er t d e C on ink is het geslacht d e C on in k daarvan be-
zittcr geworden. Terwijl B o t t e s t e in in het bezit van dit geslacht was,
werd het, in het jaar 1538, ten behoeve van F r e d e r ik d e C o n in k , door
de Staten voor eene riddermatige hofstad erkend. De kleinzoon van
G o v e r t d e C o n in k , genaamd B e e r n t , heeft dit goed , den 28 April
1568, opgedragen ten behoeve van Mr. G e l i jn S c h r u v e r s ; van wien
h e t, den 25 Februarij 1584, gekomen is aan G e r b ra n d V e r d u in , en van
deze weder, den 11 Februarij 1611, op H en r ic a van S c iio o r d i jk . Deze
met F lo r en s va n M ev e r d en van den Y en , Heer van Segwaart, getrouwd
lijnde , is na baren dood A d o l f van M ev erd en van den Y en , den 13 Junij
1629 , ■ daarmede verlijd geweest. De voogd over de onmondige kin-
deren van dezen A d o l f heeft dit goed, den 24 Februarij 1640, opge-
dragen ten behoeve van H erman Y a l k e s a a r , Heer van IFeil enz. , die
het , drie dagen daarna, wederom opdroeg ten behoeve van zijnen broe-
Üer H en d r ik V a l k e n a a r , Heer van Falkenaar euz., in wiens geslacht
het gebleven is tot den 17 October 1685, als wanneer F l o r e n t ia van
Y alkenaar , het opdroeg aan P ie t e r H e n d r ik van R a v en sw a y , van wiens
broeder A rno ld I J sbra nt van R a v en sw ay h e t, den 27 Julij 1709 , overging
op H e n d r ik van U t en roven Heer van Amelisiveert, President van de
Heeren Edelen en Ridderschappen 's lands van Utrecht, mitsgaders
Luitenant-Generaal der Infanterie van den Staat der Yereemgile Wederlanden,
wiens nakomelingen naar dit goed den naam van U t en r o v e n
va n BoTrENSTEiN aangenomen hebben , terwijl dit geslacht ook nog ten
huidigen dage in het bezit is van de daartoe behoord hebbende gron-
den, beslaande eene oppervlakte van 3 bund. 46 v. r., zijnde het
daarop staande huis, reeds in het begin der vorige eeuw, gesloopt,
zoodat er thans niets meer dan het bouwhuis van overig is.
Het wapen van B o t t e s t e in bestaat in een wit veld, waarop twee
roode hotten (visch) naast elkander en regtstandig op den staart staande.
B O T T IN G E , geh. op het eil. Walcheren prov. Zeeland. Z ia Bott
in g e .
BOTTON eil. in Oost-Indie. Zie B o e to n .
BOUCHAUTER-AMBACHT, een der Vier-Ambachten, welke bene-
vens het L a n d van Waas , omtrent het jaar 940, door Keizer O t t o ,
aan het nieuwe kasteel van Gent onderworpen werden. Men zie dus
het geen, in het algemeen, van deze Vier Ambachten gezegd i s , D. 1.
bl. 120 en 121. ■ .... _
Het R o d chao ter- A m b a c h t , hevatte Bouchaut e, Waterdi jk, Basseveld
en Oost-Eecloo. Van dit oude ambacht ligt slechts een
klein gedeelte binnen de grenzen van ons tegenwoordig koningrijk, na-
meliik de streek, waar thans het dorp (voormalig iort) P h i l i p p i n e ,
benevens de Phi l i p p i n e - en Izabel la polders ,prov. Zeeland, distr.
H u ls t, gelegen zijn.
B O U C H A U T E R -H A V EN , o f B o e k h o o t s r a v e n , n a a m , d ie m e n m e e s t -
a l g e e f t a a n d e k il d e r s lu iz e n v a n d e C la r a - e n Iz a b e lle p o ld e r s , in Staats-V laanderen, p ro v . Zeeland. De z e n a am is o n tle e n d v a n h e t
h a v e n tie v a n B o u c h a u te , d a t d a a r t e v o re n la g . Bij h e t b e d ijk e n d e r
C la r a - e n I z a b e lla p o ld e r s , i n 1648, w e rd d i t h a v e n t j e , zoo a ls h e t
v ro e g e r b e s t o n d , in g e d i jk t ; d e k il d e r s lu iz e n v a n d e z e n p o l d e r , w e rd
to e n h a v e n , en d e o u d e h a v e n w e rd sp u ib o e z em . V e l e p o ld e r s o n d e r
B o u c h a u te en A s sen ed e su e e rd e n d o o r d e z e s lu iz e n . I n 1807 is e e n r e g
iem e n t v a n s u a tie e n a d m i n i s t r a t i e , tu s s c h e n d e o n d e rs c h e id e n e p o ld
e r s t o t s ta n d g e k om e n , o n d e r d e n n a am v a n I z a b e llew a te rm g , e n d e
v o o rn o em d e s lu iz e n o f s l u i s , is s e d e r t b e k e n d o n d e r d e n n a am v a n
Iz a b e lle s lu is (zie d a t woord). • .
Bij de binnensluis, welke tusschen de Izabelle- en Laurinapolders
ligt lag op den. Oostenrijkschen , thans Belgischen, grond , een fortje,
waarschijnlijk , om de binnensluis te verdedigen, als men daarmede
Oostenrijks-Viaanderen zoude willen onder water zetten. Dit fortje
wordt reeds op oude kaarten gevonden.
In de onlusten van 1830, had de Hoofd-Directeur van de watering
der Izabellesluis, d u B osch , de partij der omwcnteling gekozen, en dit
fortie even als den Kapitalen dam, met eene te zaam geraapte bende
bezet die naderhand door meer geregeld Belgisch krijgsvolk vervangen
werd. Nadat op den 2 Augustus reeds vroeg den Kapitalen dam, door
de troepen van het distr. Sluis, onder het bevel van den Kolonei L e -
d e l was ingenomen , werd ook een detachement, aan welks hoofd de
Eerste Luitenant van P ommeren , van. de negende afdeehng Infanterie
stond, naar dit fortje gezonden. Deze vermcesterde het, des och-
ten’ds ten negen ure. Daar echter de Izabellesluis gerekend wordt
tot het distr. Hulst te behooren , waar de Kolonel B o e l la a r t v a n T uy l
het opperbevel had , zoo werden van daar denzelfden dag troepen afge-
zonden, om dit fort van den Luitenant van P ommeren over te nemen,