dicntl worden; alsmeae twee Doopsgezinde gemeenten, de eene te
Kromwal, onder Br i tswerd , de andere te Ba a r d , welke lautste. jnet
die van Blessum in Meualdumadeel vercenigd is ; en, eene R. K. ge-
roeente te Oosterwierum. Andere godsdienstige gezindheden, of
leden van dien, bestaan in deze grietenij niet.
Op 1° Januarij 1,839 bestond de bev.olking nit 4364 zielen , onder
Nyelke ,3897 Ilerv. , 281 Doopsg. en. 186 R. K.., te zamen in 703
huizen wonende. , . _
Op de 14 seholen, waarvan echter twee provisioneel, zijnongeveer
60Q Jeerlingen, ,
Deze grietenij paalt ten 0 . aan de grietenijen Leeuwarderadeel en
Idaarderpdeel, ten Z. aan de grietenij Rauwerderhem, ten Z. W.
aan de grietenij. Wymbrjtseradeel,, ten W. en N, W. aan de grietenij
Hennaarderadeel, en ten N, aan de grietenij Menalduma-
deel, en heeft thans eenen omtrek van 44,200 eilen of bijna 8 uren en
«me oppcrvlakte van 7,288 bunders 5 wegens ongebouwde eigendom-
men een kadastraal belastbaar inkomen van ¡f 235,389,00 en wegens
gebouwde eigendommen van f 22,174,00 opleverende. ^
De grond, behalvp ongeveer bonderd bunders middelmatig bouwland,
meest onder Winsum en Bozum gelegen, bestaat geheel in vruchtbare
Jflei-weilanden, welke, tot bebouwing ongeschikt, de veeteelt en de
daarmede verbondene bereiding van boter en kaas des te^ beter doet slagen.
Ten bewijze daarvan möge strekken , dathier, in den jare 1837, 13,723
yierendeels-botervaten, en , in 1838 , 11,668 yierendeels-botervaten , van
yeertig Nederlandsche ponden, behalve de mindere onderdeelen , geijkt,
en bijna atlen tot den uitvoer van, in deze grietenij gemaakte, boter
gebruikt zijn. ' j ' ’ ‘ j
%ij is door onderscheidene groote vaarten omgeven en doorsneden y
e n bezit zoowel daardoor, pls door de in. den zomer zoo verkieslijk®
lpeiwegen (voor zooverre deze van ouds tpt zeeweringen moesten
dienen, nog steeds dijlcen genaamd) zeer goede middelen van com-
municatie met Leeuwarden, 8oeek en andere steden en plaatsen 5 ter-
wijl een nieuw aangelegd steenen voetpad längs den weg , onder Jel-
l u m , Weidum , Mantgum en Oosterwierum, in den winter het voor de
voetgangers zeer gemakkelijk maakt. De voornaamste.hoofd-doorvaarten
zijn de volgende :
De T r e k va a r t van Leeuwarden op S n e ekwa a r v a n de trek-
weg, in 1661 op den Swettedijk gelegd , haar van Oostergoo af-
scheidt. Deze vaart in 1837 opgegraven, toen ter diepie van 1 el
7 palm. beneden het zomerpeil der provineie Friesland geslat , en
niet slechts ettelijke. eilen in den bodem verwijd ,' maar doorgaanda
00k meer dan 3 palmen dieper , dan de oude bodem lag, gegraven,
loopt ongeveer 14,300 eilen door deze grietenij op hären oost- en
zuidkant, en neemt als zoo vele takken onderscheidene dorpsvaarten
van deze grietenij in hären loop op. De algemeene kosten van deze
slatting bedroegen f 63,600 , .waarvan ruim f 22,000 alleen ten laste
van de dorpen dezer grietenij gebragt zijn. Bij deze uitdieping is op
onderscheidene plaatsen meer dan 6 palmen veen- of klyngrond gegraven,
welke klyn, volgens op eenige plaatsen gedane bonngen , nog
wel meer dan le i dieper zit, en daarop een laag spier of slappe glibberige
en geleiachtige , met water vervulde klei rust, van 1 tot 2 eil. diepte,
alwaar men dan eindelijk op eenen vasten bodem of zandgrond stuit.
De T r e k v a a r t v a n L e e u w a r d e n op B o i sw a r d , van de
vaart van Leeuwarden op Harlingen bij l'yphorne af, in 1309 door
ende slenken heen gegraven, en omstreeks 1648 van eenen trekweg
voorzien, het noordelijk gedeelte dezer grietenij, over eene lengtu
van ongeveer 9,400 eilen, längs Hoptille onder Hylaard, door Baard
cn längs Oosterlittens, doorloopende.
De S n e e k e r Z e i l v a a r t , 00k F r a n e k e r R a ks - e n d v a a r t
genoemd, die bij Hulkenstein onder Oosterlittens de Trekvaart van
Leeuwarden op Boisward doorsnijdt, en, niet van eenen trekweg voorzien,
van Sneek naar de Harlinger trekvaart loopende , de westelijke dorpen
"Wieuwerd, Britswerd, Oosterlittens en Winsum in deze grietenij
ten dienste is.
De La an- of J a a n v a a r t , geheel in deze grietenij gelegen, uit de
Sneeker trekvaart onder Wielsterzijl en Hemstertille , door Beers , Jor-
werd en Jet, onder Britswerd, ter lengte van 9,600 eilen , loopende.
Zij vormt aldaar het Br i t s w e r d erm e c r , hetwelk weder in de ge-
noemde Sneeker Zeilvaart uitloopt, en strekte vrij stellig, voor dat de
Sneeker en Bolswardcr trekvaarten gegraven, of althans zoo veel ver-
beterd , waren, längs Kooifenne, en verder de Hydaarder- en Oldekloos-
tervaart op, tot een groot gerijf voor het vervoeren van goederen vap
Leeuwarden naar Boisward, en verder door de Zijlroede naar Makkum
in zee, zoo zij al niet, voor het doorgraven van de vaart van Frane-
ker naar Harlingen in 1307, de voornaamste doorvaart naar zee ge-
weest zij.
De niet te ontkennen welvaart van deze grietenij heeft zij aan de
zeer belangrijke bereiding van boter en kaas , den uitvoer van hooi u
günstige jaren , de veeteelt, het vetweiden en de daarmede in verband
staande, hoewel overigens niet beduidenden handel en scheepvaart, te
danken , waartoe de opgenoemde en andere vaarten günstig medewerken.
Behalve 1 pel- en koornmolen, 1 koornmolen, 1 houtzaagmolen ,
1 kleine sebeepstimmerwerf, f .fabriek van dakpannen en vloerstee-
nen en cementnaolen , 1 velleblooterij , 2 huidenzouterijen en 2 kleine^
wolkammerijen T zijn. er geene fabrijken-
Deze grietenij behoort onder d e , van ouds zoo bekende Vijfdeelen
binnendijks, en bezit in den Slacht edi jk, waarvan een gedeelte, van de
grenzen van Menaldumadeel a f , door Jellum , Weidum, Mantgum ,
Oosterwierum en Bozum en verder in Hennaarderadeel op loopt, eenen
belangrijken binnendijk tegen de doorbraken der zee , waarvan het nut
nog in den jare 1823 gebleken is. Door dezen dijk wordt tevens het
Oudland van het zoogenaamde Nieuwland afgescheiden, hoewel een
klein gedeelte lands onder Bozum, de I n d ij k geheeten, en binnen dien
dijk gelegen , 00k voorheen door de zee schijnt overspoeld te zijn geweest.
Dit Kieuwland is in de 13e eeuw en vervolgens aan het Borndiep of de-
Middelzee ontwoekerd , vooral door de zorg van de Monniken van het kloos-
ter Ludingakerk in Franekeradeel en Bloemkamp of Oldeklooster in. Wonseradeel,
welke het door hunne conversen lieten indijken en bebouwen.
Van deze successive indijkingen vindt men de beste sporen in de
overal aanwezige Nieuwlandsdijken, welke meest alle met eene bogt
in de zee opgemaakt, telkens een gedeelte gronds deden aan-
winnen. Deze landen , in aard zeer van het Oudland verscliillende ,
zijn echter niet minder vruchtbaar, en, hoewel hier en daar niet zeer
hoog, heeft nogtans de nijvere hand des landbouwers , zoowel op het
Nieuwland als op het Oudland, door het aanleggen van verseheidene
grootere en kleinere polders, de landen voor het nadeelige van het
winterwater weten te beschermen 5 en , zelfs hiermede niet voldaan, zjjn
van de drie meren, vroeger in deze grieteny aanwezig , reeds twee ,